Energiekentallen Woningen

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Inzicht verschaffen in energiebesparing onder woningen. Om het rijksoverheidsbeleid ten aanzien van energiebesparing te kunnen monitoren zijn energiebesparingsindicatoren noodzakelijk. Aardgas wordt in woningen voornamelijk verbruikt voor ruimteverwarming en is daarmee sterk afhankelijk van gebouwkenmerken zoals de oppervlakte, het bouwjaar en het energielabel van de woning. Een van de mogelijke energiebesparingsindicatoren voor woningen is het aardgasverbruik per m2 gebruiksoppervlakte. Elektriciteit wordt in woningen voornamelijk gebruikt door apparaten en is daarmee meer afhankelijk van het gedrag van de bewoners. Het kental elektriciteit wordt daarom uitgedrukt in kWh per bewoner.

Doelpopulatie

Kentallen zijn alleen berekend voor woningen met particuliere huishoudens met een minimale oppervlakte van 15 m2 en een maximale oppervlakte van 500m2 en een bouwjaar vanaf 1000 tot en met het verslagjaar en waar minimaal 1 inwoner is ingeschreven. Voor kentallen gas zijn alleen woningen zonder stadsverwarming in beschouwing genomen.

Statistische eenheid

Woningen met particuliere huishoudens.

Aanvang onderzoek

2012.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Jaarlijks.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Integrale waarneming.

Waarnemingsmethode

Woningen worden geselecteerd op basis van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Alleen verblijfsobjecten met een woonfunctie worden geselecteerd. De BAG bevat ook informatie over het gebruiksoppervlakte. Vervolgens wordt informatie over het energieverbruik van de woning gekoppeld uit de klantenbestanden (zie Onderzoeksbeschrijving Leveringen van elektriciteit en aardgas via het openbare net).
Kentallen zijn alleen berekend voor woningen waar een plausibel positief gas- en/of elektriciteitsverbruik bepaald kon worden. Kentallen voor gas zijn temperatuur gecorrigeerd en hebben alleen betrekking op woningen die geen stadsverwarming gebruiken.
Data over energielabels zijn gekoppeld vanuit de energielabeldatabase van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Informatie over het aantal bewoners geregistreerd op het adres van de woning is herleid uit koppeling met de Basisregistratie Personen. Op basis van data van het Kadaster worden woningen ingedeeld naar woningtype. De bouwjaarklassen zijn geselecteerd in relatie tot bouwbesluiten voor woningen die effect hebben op de energie-efficiëntie van de woning.

Berichtgevers

  • Klantenbestanden: De beheerders van het openbare elektriciteits- en aardgasnet. Deze beheerders zijn TenneT van het landelijke elektriciteitsnet, Gas Transport Services (GTS) van het landelijke aardgasnet, Zebragasnetwerk en de beheerders van de regionale netwerken voor elektriciteit en aardgas.
  • BAG en Dataland: Gemeenten.
  • Locatus: Winkels en consumentgerichte, dienstverlenende bedrijven.
  • Energielabels: RVO (woningeigenaren).
  • Aantal bewoners: Basisregistratie Personen (gemeenten).
       

Steekproefomvang

  • Klantenbestanden: Van de netbeheerders worden gegevens ontvangen van alle aansluitingen op het openbare elektriciteits- en aardgasnet in Nederland.
  • BAG bevat in principe informatie over alle woningen in Nederland.
  • Energielabeldatabases bevat in principe alle gecertificeerde energielabels in Nederland.
  • Basisregistratie Personen bevat in principe alle in Nederland wonende personen.

Controle- en correctiemethoden

  • Het gasverbruik is deels (ruimteverwarming) afhankelijk van het klimaat, in een kouder jaar wordt meer gestookt dan in een warmer jaar. Omdat het doel is inzicht te geven in energiebesparing moet voor dit effect gecorrigeerd worden. Dit gebeurt als volgt: Temperatuur gecorrigeerd gasverbruik = werkelijk gasverbruik * (1-f)*1 + werkelijk gasverbruik * f*c. Waarbij f de fractie ruimteverwarming in een bepaald jaar is zoals gebruikt in de Nationale Energieverkenning en c de klimaatfactor voor dat jaar zoals gebruikt in de Nationale Energieverkenning is. De klimaatfactor wordt berekend door de referentiewaarde (KNMI 2030 scenario) te delen door het aantal ongewogen graaddagen in het betreffende jaar gemeten in de Bilt.
  • Woningen waar geen geregistreerde personen aan gekoppeld kunnen worden, worden als leegstaand beschouwd.
  • Het aantal bewoners wordt bepaald door het aantal gekoppelde geregistreerde personen in het BRP op 1 januari van het betreffende jaar.
  • De ontvangen aansluitingenregisters worden gecontroleerd op volledigheid door het totaal van de leveringen per netbeheerder te vergelijken met cijfers uit de elektriciteitsbalans, respectievelijk de aardgasbalans van de netbeheerder.
  • De leveringen van elektriciteit, respectievelijk aardgas van alle netbeheerders tezamen worden vergeleken met cijfers over de binnenlandse afleveringen van elektriciteit en aardgas via het openbare net. Deze cijfers over de binnenlandse afleveringen worden door het CBS samengesteld op basis van enquêtes bij de winningsbedrijven van aardgas, bij de landelijke netbeheerders voor cijfers over invoer en uitvoer van elektriciteit en aardgas en bij producenten van elektriciteit voor cijfers over de productie.
  • Onder- en bovengrenzen zijn gehanteerd voor kentallen omdat het mogelijk is dat niet alle aansluitingen van een woning geïdentificeerd zijn. Ook is het mogelijk dat er toch bedrijfsactiviteiten plaatsvinden in een woning. Om dit soort problemen zoveel mogelijk uit te sluiten zijn onder- en bovengrenzen gehanteerd gebaseerd op het 5e en 95e percentiel van de kentallen voor gevalideerde gas en elektriciteit verbruiken. Voor gas zijn boven en ondergrenzen voor het kental bepaald uitgesplitst naar woningtype, bouwjaarklasse en oppervlakteklasse. Voor elektriciteit zijn onder- en bovengrenzen voor het kental uitgesplitst naar woningtype, oppervlakteklasse en bewonersklasse.
    Waarnemingen die kleiner dan de ondergrens of groter dan de ondergrens zijn, zijn niet meegenomen in de bepaling van de gepubliceerde statistieken.
  • Voor het kenmerk oppervlakte gelden de volgende regels:
    Een oppervlakte gelijk aan 1, 9999 of 999999 wordt gezien als een dummy waarde en wordt op onbekend gezet. Daarnaast worden ook woningen met een oppervlakte van 10.000 of groter op onbekend gezet.
  • Alleen woningen met een oppervlakte van 14 tot en met 2700 m2 zijn meegenomen.
  • Bouwjaren van een verblijfsobject worden afgeleid van het bouwjaar van het pand.
  • Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen wordt het oudste bouwjaar genomen.
  • Bouwjaren voor 1000 of gelijk aan 0000 worden op onbekend gezet.
  • Bouwjaren die liggen na het verslagjaar of gelijk zijn aan 9999 worden op onbekend gezet.
  • Om de privacy en betrouwbaarheid van de data te waarborgen zijn alleen gegevens gepubliceerd wanneer er voor minimaal 50 woningen waarnemingen beschikbaar waren.

Weging

Er is geen weging toegepast. Ook zijn ontbrekende waarden niet bijgeschat.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

De cijfers worden gepubliceerd in kWh/bewoner (elektriciteit) en m3/m2 gebruiksoppervlakte (aardgas). Niet voor alle woningen kan een plausibel energieverbruik gevonden worden. Alleen woningen met plausibele verbruiken zijn meegenomen in het bepalen van de percentielen en het gemiddelde.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Cijfers zijn beschikbaar vanaf 2012 (voor uitsplitsing naar aantal bewoners vanaf 2015). Het is mogelijk de cijfers in de tijd te vergelijken.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Zie controle- en correctiemethoden.