Brandweer
Wat behelst het onderzoek
Doel
Informatie verstrekken over brand- en hulpverleningsincidenten van de brandweer. De tabelenl starten een nieuwe tijdreeks op. Deze geeft ook nieuwe informatie over de afhandeling door de meldkamers van meldingen.
Doelpopulatie
De tabel ‘Meldingen van brand of hulpverlening bij de brandweermeldkamer’ geeft informatie over aantallen incidenten die gemeld worden bij de 112-meldkamer en naar de brandweercentralist worden doorgeschakeld. Dit kunnen zowel brandincidenten zijn als hulpverleningsverzoeken. Het gaat om unieke incidenten: meerdere meldingen van één incident worden als één incident geteld. Het kunnen zowel telefonische meldingen als meldingen van automatische installaties zijn. Ook –mogelijk- loos alarm is hierin inbegrepen. Opzettelijke loze meldingen, die praktisch altijd door de meldkamer als zodanig worden herkend, zijn hierbij niet inbegrepen.
De tabel ‘Branden en hulpverleningen; alarmering van de brandweer’ geeft informatie over aantallen alarmeringen die binnenkomen bij de brandweer. Dit zijn de incidenten waarvoor een inzet van een brandweereenheid noodzakelijk wordt geacht door de meldkamer. Van deze incidenten wordt geteld het aantal alarmeringen binnengekomen bij een brandweereenheid, het aantal keren dat er een brandweeruitruk is geweest, en het aantal keren dat een brandweereenheid ter plaatse is gekomen. Ook –mogelijk- loos alarm is inbegrepen in de cijfers. Dit geeft – een deel van- de verklaring van verschil tussen aantal alarmeringen, uitrukken en ter plaatse komen.
De tabel ‘Reactietijden van de brandweer bij brand’ geeft informatie over de reactietijden van de brandweer bij brand, gemiddeld over het jaar en over de veiligheidsregio. De reactietijden worden berekend op basis van alle brandincidenten in de veiligheidsregio, waarbij sprake is van prioriteit 1 en waarbij de brandweer ter plaatse is gekomen. Daarnaast moeten alle statustijden van een incident aanwezig zijn in het GMS om mee te tellen in de berekening. Loos alarm, geconstateerd na ter plaatse te zijn gekomen, is inbegrepen. Ook buitenbranden en dergelijke niet-objectgebonden branden worden meegenomen.
Statistische eenheid
Unieke incidenten (brand of hulpverlening) en tijden.
Aanvang onderzoek
Vanaf 2013, op basis van integrale waarneming. De aantallen zijn berekend aan de hand van de data uit het Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem van de brandweer. Dit is een nieuwe bron die de enquêtes bij de brandweerkorpsen heeft vervangen.
Frequentie
Per kwartaal: tabellen ‘Meldingen van brand of hulpverlening bij de brandweermeldkamer’ en ‘Branden en hulpverleningen; alarmering van de brandweer’.
Per jaar: tabel ‘Reactietijden van de brandweer bij brand’.
Publicatiestrategie
Per kwartaal en/of jaarlijks worden cijfers gepubliceerd in 3 StatLine-tabellen, eerst als voorlopig cijfer en een periode later als definitief cijfer.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Integrale waarneming
Waarnemingsmethode
De gegevens voor deze statistiek komen uit het registratiesysteem Geïntegreerd Meldkamer Systeem van de 112-alarmcentrales in Nederland.
De verwerking van de GMS-data door het CBS is gebaseerd op de landelijke en regionale protocollen die meldkamers hanteren voor registratie in GMS. Deze regionale registratiemethoden zijn voor een aantal meldkamers van 2013 op 2014 gewijzigd. Dit heeft met name gevolgen gehad voor de cijfers van 2013 van enkele regio's.
Door de gehanteerde berekeningsmethode van het CBS, waarbij specifieke afbakeningen en definities worden gehanteerd, kunnen de cijfers in de tabel afwijken van bestuurlijke rapportages van de veiligheidsregio's.
Berichtgevers
Meldkamer Diensten Centrum van de Politie in Driebergen
Steekproefomvang
Niet van toepassing
Controle- en correctiemethoden
De verwerking van de GMS-data door het CBS is gebaseerd op de landelijke en regionale protocollen die meldkamers hanteren voor registratie in GMS. Deze regionale registratiemethoden zijn voor een aantal meldkamers van 2013 op 2014 gewijzigd. Dit heeft met name gevolgen gehad voor de cijfers van 2013 van enkele regio's.
Alle meldingen uit het GMS worden ingelezen in het systeem en gefilterd tot de unieke brand- en hulpverleningsincidenten overblijven. Deze worden getypeerd, aan de hand van de karakteristieken in de GMS-data, tot brand of hulpverlening, automatisch gemeld of telefonisch gemeld, afgehandeld door de meldkamer of alarmering van een brandweereenheid, of er een uitruk en /of ter plaatse is geweest.
De reactietijden worden berekend op basis van alle brandincidenten in de veiligheidsregio, waarbij sprake is van prioriteit 1 en waarbij de brandweer ter plaatse is gekomen. Daarnaast moeten alle statustijden van een incident aanwezig zijn in het GMS om mee te tellen in de berekening.
Aan de hand van de cijfermatige uitkomsten uit het systeem wordt er gecontroleerd of het geheel aan incidenten en tijden uit de Geïntegreerd Meldkamer Systeem plausibel is . Bij twijfels aan de juistheid wordt er contact opgenomen met de desbetreffende brandweerorganisatie van een veiligheidsregio.
Weging
Niet van toepassing: de GMS-data omvat de totale doelpopulatie.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
De waarneming betreft een -meer dan- integrale waarneming. Het CBS heeft, op basis van documentatie over het GMS en input van de brandweer van de verschillende veiligheidsregio’s, berekeningsmethodes gemaakt om de verschillende onderwerpen te kunnen bepalen. Doordat de invulling door meldkamercentralisten niet geheel uniform is en niet altijd correct is, en doordat informatie soms ontbreekt of niet exact te duiden is, is er een onnauwkeurigheidsmarge. De cijfers worden afgerond op 20-tallen. De tijden worden afgerond op 0,1 minuut.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
Vanaf 1985 – 2013 zijn er cijfers gepubliceerd over brand- en hulpverleningsincidenten op basis van enquêtering bij de bevelvoerders over de incidenten. Vanaf 2013 worden cijfers gepubliceerd op basis van integrale waarneming bij de registratiesysteem Geïntegreerd Meldkamer Systeem van de 112-alarmcentrales in Nederland. Door overgang op een nieuwe bron en nieuwe methoden, en door de non-respons in de oude situatie, is er een trendbreuk tussen oude en nieuwe reeks. Verslagjaar 2013 is overlapjaar met cijfers uit beide methoden.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
Op basis van de integrale waarneming vanaf 2013 is de statistiek kwantitatief en kwalitatief verbeterd. Aan de hand van de cijfermatige uitkomsten uit het systeem wordt er gecontroleerd of het geheel aan incidenten en tijden uit de Geïntegreerd Meldkamer Systeem plausibel is. Bij twijfels aan de juistheid wordt er contact opgenomen met de desbetreffende brandweerorganisatie van een veiligheidsregio.