Bedrijfskenmerken van koplopers en achterblijvers

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het clusteren van bedrijven op basis van hun prestaties in een groep koplopers en een groep achterblijvers, om te bekijken op welke kenmerken ze afwijken van elkaar.

Doelpopulatie

Alle actieve bedrijven in Nederland, behalve financiële instellingen. De studie beperkt zich tot een vijftal branches (machine-industrie, groothandel, detailhandel, vervoer over land en IT-dienstverlening).

Statistische eenheid

Bedrijven op het niveau van de bedrijfseenheid (BE).

Aanvang onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd in 2013. De data is verzameld voor de jaren 2009 en 2010.

Frequentie

Het onderzoek wordt eenmalig uitgevoerd.

Publicatiestrategie

Publicatie gebeurt met de cijfers van de CBS-statistieken waaruit de data afkomstig is. Dit kunnen voorlopige of definitieve cijfers zijn.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Het onderzoek maakt gebruik van bestaande microdata uit twee statistieken, de Statistiek Financiën van Ondernemingen (SFO) en de Productiestatistiek (PS). De eerstgenoemde is een combinatie van registratie en steekproef, de tweede alleen een steekproef. Alleen bedrijven waarvoor gegevens beschikbaar zijn uit beide bronnen worden in het onderzoek meegenomen.

Waarnemingsmethode

Primaire waarneming, maar zonder nieuwe uitvraag. Er is een koppeling gelegd tussen databestanden van bestaande statistieken. Er wordt alleen microdata gebruikt uit de respons van bedrijven.

Berichtgevers

Zoals aangegeven bij de desbetreffende bronstatistiek.

Steekproefomvang

Het onderzoek is gebaseerd op ca. 6000 bedrijven, afhankelijk van de omvang en samenstelling van de beide bronnen in het desbetreffende jaar. Het betreft hoofdzakelijk bedrijven uit het midden- en groot bedrijf.

Controle- en correctiemethoden

De controle en correctie van de microdata vindt plaats in het productieproces van de SFO en de PS. Het betreft dus dezelfde gegevens die gebruikt zijn voor Statline-publicatie van genoemde statistieken. Een extra uitbijter-correctie is toegepast om de data geschikt te maken voor hergebruik in dit onderzoek.

Weging

n.v.t.

Rekenmethode

Verschillen tussen koplopers en achterblijvers worden onderzocht door de gemiddelden van beide groepen te vergelijken. Met een independent t-test wordt bepaald of het verschil significant is.