Arbeidsrekeningen
Wat behelst het onderzoek
Doel
Een kwantitatieve beschrijving van het arbeidsproces.
Domeinbeschrijving
De arbeidsrekeningen worden opgesteld volgens de richtlijnen van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR2010). De belangrijkste variabelen die in de arbeidsrekeningen worden samengesteld zijn banen, werkzame personen, gewerkte uren, lonen en loonkosten. Er worden uitsplitsingen gemaakt naar onder meer economische activiteit, werknemer/zelfstandige, geslacht, en voor de werknemers naar dienstverband (voltijd/deeltijd). Behalve de oorspronkelijke jaar- en kwartaalgemiddelden worden voor een aantal gegevens ook seizoengecorrigeerde cijfers samengesteld.
Aanvang onderzoek
1995
Frequentie
Kwartaal en jaar.
Publicatiestrategie
Kwartaalcijfers: Ieder kwartaal kent twee publicatiemomenten, waarbij de tweede berekening gebaseerd is op betere en meer gedetailleerde statistische informatie dan de eerste berekening. Na afloop van een verslagkwartaal wordt na 45 dagen een eerste snelle berekening, de zogenoemde flashraming samengesteld. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere berekening gepubliceerd. Bij de reguliere berekening van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar nogmaals bijgesteld. Hierna worden de kwartaalcijfers nog drie keer herzien: bij elke nieuwe jaarberekening worden de kwartaalcijfers aangepast zodat de kwartaalcijfers aansluiten op het nieuwe jaarcijfer. Dit gebeurt voor het eerst in juni en een tweede maal bij de definitieve jaarberekening een jaar later. Tot slot worden de kwartalen het jaar daarop definitief vastgesteld, waarbij de jaartotalen niet meer veranderen. Daarnaast wordt een aantal reeksen met kwartaalcijfers voor seizoeninvloeden gecorrigeerd. Elke keer als een nieuw kwartaal wordt toegevoegd wordt de seizoencorrectie op de hele tijdreeks uitgevoerd, waarbij alle kwartalen kunnen worden aangepast. Doorgaans zijn de bijstellingen op eerder gepubliceerde cijfers gering.
Jaarcijfers: Voor de jaarcijfers zijn er vier publicatiemomenten. Daarbij is sprake van steeds vollediger bronmateriaal. Half februari worden op basis van de tweede berekening van de eerste drie kwartalen en de eerste berekening van het vierde kwartaal voor het eerst snelle jaarcijfers gepubliceerd. Eind maart worden deze jaarcijfers herzien op basis van de tweede berekening van het vierde kwartaal. Eind juni worden de voorlopige jaarcijfers gepubliceerd en het jaar daarop de definitieve. Door de late beschikbaarheid van de jaargegevens over zelfstandigen wordt een uitzondering gemaakt voor cijfers over banen, arbeidsjaren en gewerkte uren van zelfstandigen en werkzame personen. Deze gegevens worden nog eens een jaar later pas definitief gepubliceerd.
De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar op StatLine, de elektronische database van het CBS. Tevens worden de cijfers in de zomer in de publicatie ‘Nationale rekeningen’ gepubliceerd.
Hoe wordt het uitgevoerd
Belangrijkste bronnen
De belangrijkste bronnen bij de samenstelling van de arbeidsrekeningen zijn:
- De nationale rekeningen,
- De Enquête Beroepsbevolking (EBB): een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen. De EBB wordt gebruikt voor het maken van banen, werkzame personen en gewerkte uren voor zelfstandigen inclusief meewerkende gezinsleden en exclusief directeuren-grootaandeelhouders / dga's (aantal), voor de arbeidsduur van werknemers, en voor de verhouding betaald en onbetaald overwerk voor werknemers.
- Polisbestanden o.b.v. UWV uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen: De Polisadministratie is gebaseerd op de loonaangifte bij de Belastingdienst en omvat onder meer alle banen en inkomstenverhoudingen van werknemers bij Nederlandse werkgevers. Uit genoemde SES Polisbestanden zijn de volgende variabelen naar persoon bekend: werkgever (zoals in het ABR opgenomen), aard van de arbeidsrelatie, soort baan, loon inclusief bijtellingen (zoals auto van de zaak, loon voor overwerk, bijzondere beloningen), reiskostenvergoedingen, werkgevers- en werknemerspremies (uitgesplitst naar detail), geldende CAO.
- Microdata baangegevens van werknemers per maand (Rustpunt 2 bestanden). Deze bron bestaat uit maandbestanden. De data zijn afkomstig uit de nominatieve Loonaangiften c.q. Polisdata van Belastingdienst/UWV. Deze gegevens zijn nodig voor onder andere de wachtgeldraming, transitievergoeding, en overlijdensuitkering.
- De Satelliet Zelfstandige Ondernemers (SZO): De SZO is gebaseerd op een selectie van administratieve en CBS-eenheden uit het ABR, genoemd het Basisregister Ondernemingen van Personen (BOP). Dit basisregister is aangevuld met registergegevens die door de Belastingdienst aan het CBS zijn verstrekt. Het betreft fiscale middelen inkomstenbelasting, omzetbelasting en loonbelasting en een aantal fiscaal administratieve bestanden waaronder de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR).
- Banenbestanden afkomstig uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) en gegevens over overig arbeid, gemeentestandplaats, geslacht en opleidingsniveau en andere (demografische achtergrond) gegevens uit de basisregistratie personen uit het SSB.
- INPA (inkomen van personen) bestanden uit SSB: Uit de zogenaamde INPA bestanden worden winstaangiften en de zelfstandigenaftrek gebruikt om in combinatie met andere gegevens tot een goede raming te komen over alle publicatievariabelen van zelfstandigen (vb. banen, arbeidsvolume , werkzame personen).
Globale structuur integratiekader
Het systeem van de arbeidsrekeningen is een integratiekader waarbinnen de gebruikte bronnen met elkaar worden geconfronteerd. De gegevens uit de verschillende bronnen worden gecorrigeerd voor onder meer verschillen in gebruikte concepten en peilmomenten. Vervolgens vindt een confrontatie plaats tussen de beloning zoals berekend in de arbeidsrekeningen en die volgens de aanbod- en gebruiktabellen van de nationale rekeningen. Integratie is het onderling afstemmen, volledig en consistent maken van statistische gegevens binnen een stelsel van definities en definitievergelijkingen. Door integratie resulteert betere informatie.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De uitkomsten zijn volgtijdelijk vergelijkbaar. Noodzakelijke correcties van niveaus en nieuwe bronnen worden bij een revisie doorgevoerd.
Revisies
Eens in de vijf jaar worden de nationale rekeningen aan een grondige revisie onderworpen. Bij een revisie worden voor een bepaald jaar alle niveaugrootheden opnieuw vastgesteld. Tevens worden nieuwe beschikbare bronnen en rekenmethoden doorgevoerd. De meest recente revisie vond plaats over verslagjaar 2015. Bij een revisie van de nationale rekeningen worden de arbeidsrekeningen ook gereviseerd. Momenteel zijn gereviseerde cijfers beschikbaar vanaf 1995.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
De kwaliteit van de arbeidsrekeningen uitkomsten wordt onder meer gewaarborgd door:
- Brongebruik: steeds de meest volledige beschikbare bron wordt gebruikt.
- Verschilberekeningen: verschillen tussen brongegevens en de uitkomsten worden geanalyseerd waarbij oorzaken van verschillen benoemd worden.
- Laag aggregatieniveau: uitkomsten worden opgebouwd vanuit gedetailleerde gegevens op persoons- en bedrijfseenhedenniveau.
- Confrontatie met productie: resultaten moeten plausibel zijn ten opzichte van andere variabelen. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van het arbeidsvolume en de toegevoegde waarde moet een plausibele ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit geven.
- Gegevens uit de arbeidsrekeningen voldoen aan een aantal definitievergelijkingen waardoor de gegevens onderling consistent zijn.