AOW-uitkeringenstatistiek

Wat behelst het onderzoek

Doel

De AOW-uitkeringenstatistiek geeft informatie over aantallen uitkeringen en aantallen personen met een uitkering die, als gevolg van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd), worden verstrekt in het kader van de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Doelpopulatie

Personen woonachtig in Nederland en in het buitenland vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd, die een uitkering ontvangen in het kader van de AOW.

Statistische eenheid

AOW-uitkeringen en personen met een AOW-uitkering.

Aanvang onderzoek

Voor AOW-uitkeringen: november 2006.
Voor personen met een AOW-uitkering: januari 2013.

Frequentie

Maandelijks.

Publicatiestrategie

Data over AOW-uitkeringen op registratiebasis:

De voorlopige cijfers worden binnen twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Twee maanden na publicatie worden de cijfers definitief.

Data over personen met een AOW-uitkering op transactiebasis:

De voorlopige cijfers in de vorm van ramingen worden twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Vijf maanden na afloop van de verslagmaand worden definitieve cijfers gepubliceerd, die zijn gecorrigeerd voor drie maanden nagekomen informatie (cijfers op transactiebasis).

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratie; administratieve gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De bestanden worden ten behoeve van publicaties verrijkt met gegevens uit andere bestanden, zoals de Basisregistratie personen (BRP, tot 2014 de GBA: Gemeentelijke Basisadministratie).

Waarnemingsmethode

Secundaire, integrale waarneming.

Berichtgevers

Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Steekproefomvang

Niet van toepassing. De SVB levert een integrale registratie aan.

Controle- en correctiemethoden

Er wordt gecontroleerd op interne consistentie en volledigheid. De relevante velden worden gecontroleerd op het juiste waardenbereik en er vinden relationele controles plaats. Ook mogen geen onverklaarbare verschillen voorkomen met de cijfers van de vorige maand. De ontwikkeling wordt daarbij getoetst aan andere beschikbare informatie, zoals publicaties van de SVB.

Waar mogelijk worden waarden van variabelen (automatisch) gecorrigeerd. Als echter het aantal signaleringen van (mogelijk) onjuiste waarden te hoog is, wordt de SVB gevraagd om een herlevering of om een verklaring.

Ten behoeve van cijfers over personen met een AOW-uitkering wordt de transactiemethodiek, of kortweg de transactiemethodiek, toegepast. Om de gegevens van personen met een uitkering voor een bepaalde maand (t) vast te stellen, wordt gebruikgemaakt van de informatie uit de verslagmaand (t) en de drie daaropvolgende maanden (t+1, t+2 en t+3). Informatie over de verslagmaand die na deze periode (t+4 en later) beschikbaar komt, wordt niet meer meegenomen.

De nagekomen informatie is vooral van belang voor een juiste bepaling van aanvang en beëindiging van een uitkering. Ook de betalingen die zijn gedaan in het kader van de betreffende uitkering zijn belangrijk. Zo wordt een uitkering die in de verslagmaand en in de drie maanden aansluitend op de verslagmaand niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, niet als een lopende uitkering beschouwd. Binnen de transactiemethodiek wordt deze uitkering een nuluitkering genoemd. Wanneer in één van de drie opvolgende maanden wel een betaling heeft plaatsgevonden, wordt de uitkering wel als lopend beschouwd.

Weging

De gegevens hebben een integraal karakter en zijn daarom niet opgehoogd of gewogen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Aangezien de volledige populatie wordt waargenomen uit de uitkeringsregistraties van de SVB, is de kwaliteit goed tot zeer goed. Bij variabelen die in de registratie zijn opgenomen, maar niet van belang zijn voor het vaststellen van het recht en de hoogte van de uitkering, kan de kwaliteit in een aantal gevallen wat minder zijn.

In het registratiebestand van de SVB kunnen administratieve vertragingen voorkomen. Voor het bepalen van de maandcijfers over personen met een uitkering wordt daarom gecorrigeerd voor nul-uitkeringen en nagekomen informatie in de drie maanden na de verslagmaand (transactiemethodiek). De cijfers over de drie meest recente maanden zijn het minst nauwkeurig, omdat door het (gedeeltelijk) ontbreken van nagekomen informatie een raming noodzakelijk is. Voor eerdere maanden kan de transactiemethode wel volledig worden toegepast, waardoor het aantal personen nauwkeuriger kan worden bepaald.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De uitkomsten zijn volgtijdelijk vergelijkbaar. Trendbreuken als gevolg van veranderingen in de wetgeving worden verklaard.

Tot en met verslagjaar 2023 was de registratie van de SVB gebaseerd op betaalverplichtingen en ontving het CBS de afslag al vóór het einde van de verslagmaand. Vanaf 2024 levert de SVB de registratiebestanden op basis van het recht op de uitkering op de laatste dag van de maand en wordt het bestand in de maand volgend op de verslagmaand geleverd aan het CBS. Hierbij kan opgemerkt worden dat het verschil in het totaal aantal uitkeringen tussen de oude en werkwijze klein is.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Na ontvangst van de bestanden met informatie over de AOW-uitkeringen worden deze onderworpen aan een reeks technische en inhoudelijke controles en correcties. Vervolgens wordt de geschoonde informatie verwerkt voor vergelijking met eerdere opgaven en voor het vaststellen van de juiste actuele informatie.