Algemene Ouderdomswet uitkeringenstatistiek

Wat behelst het onderzoek

Doel

De Algemene Ouderdomswet uitkeringenstatistiek geeft informatie over aantallen uitkeringen en aantallen personen met een uitkering die, als gevolg van het behalen van de AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd), worden verstrekt in het kader van de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Doelpopulatie

Data over AOW-uitkeringen:
Alle uitkeringen verstrekt aan personen rechtens de AOW.

Data over personen met een AOW-uitkering:
Personen woonachtig in Nederland en in het buitenland vanaf de AOW-leeftijd die verzekerd zijn voor de AOW.

Statistische eenheid

AOW-uitkeringen c.q. personen met een AOW-uitkering.

Aanvang onderzoek

Voor AOW-uitkeringen: januari 2006.
Voor personen met een AOW-uitkering: januari 2013.

Frequentie

Maandelijks.

Publicatiestrategie

Data over AOW-uitkeringen zijn op registratiebasis:
De voorlopige cijfers worden twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Drie maanden na publicatie worden de cijfers definitief.

Data over personen met een AOW-uitkering:
De voorlopige cijfers in de vorm van ramingen worden twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Vijf maanden na afloop van de verslagmaand worden definitieve cijfers gepubliceerd, die zijn gecorrigeerd voor drie maanden nagekomen informatie (cijfers op transactiebasis).

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratie; er wordt gebruik gemaakt van administratieve gegevens.
De bestanden worden ten behoeve van de publicaties verrijkt met gegevens uit andere bestanden, zoals de Basisregistratie Personen (BRP).

Waarnemingsmethode

Secundaire, integrale waarneming.

Berichtgever

Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Steekproefomvang

Niet van toepassing. De SVB levert een integrale registratie aan.

Controle- en correctiemethoden

De relevante velden worden gecontroleerd op het juiste waardenbereik en er vinden relationele controles plaats. Ook mogen geen onverklaarbare verschillen voorkomen met de cijfers van de vorige maand.

Waar mogelijk worden waarden van variabelen (automatisch) gecorrigeerd. Als echter het aantal signaleringen van (mogelijk) onjuiste waarden te hoog is, wordt de SVB gevraagd om een herlevering of om een verklaring.

Ten behoeve van cijfers over personen met een AOW-uitkering wordt de transactie-methodiek toegepast. Om de gegevens van de personen met een uitkering voor een bepaalde maand (t) vast te stellen wordt gebruik gemaakt van de informatie behorend bij de verslagmaand (t) en van de drie daaropvolgende maanden (t+1, t+2 en t+3). Informatie over de verslagmaand die daarna (t+4 en later) nog beschikbaar komt, wordt niet meer meegenomen. De nagekomen informatie is vooral van belang voor een juiste bepaling van aanvang en beëindiging van een uitkering. Ook de betalingen die zijn gedaan in het kader van de betreffende uitkering zijn belangrijk. Zo wordt een uitkering die in de verslagmaand en in de drie maanden aansluitend op de verslagmaand niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, niet als een lopende uitkering in die verslagmaand beschouwd. Binnen de transactie-methodiek wordt deze uitkering een nuluitkering genoemd. Wanneer in één van de drie opvolgende maanden wel een betaling heeft plaatsgevonden, wordt de uitkering in de verslagmaand wel als lopend beschouwd.

Weging

Niet van toepassing. De gegevens hebben een integraal karakter en zijn daarom niet opgehoogd of gewogen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Maandcijfers over uitkeringen worden gebaseerd op het aantal AOW-uitkeringen zoals die in de betreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in de administratie van de SVB (registratie-methodiek).
Aangezien de volledige populatie wordt waargenomen uit de uitkeringsregistraties van de SVB, is de kwaliteit goed tot zeer goed. Bij variabelen die in de registratie zijn opgenomen, maar niet van belang zijn voor het vaststellen van het recht en de hoogte van de uitkering, kan de kwaliteit in een aantal gevallen wat minder zijn.

In het registratiebestand van de SVB kunnen echter administratieve vertragingen zitten. Voor het bepalen van de maandcijfers over personen met een uitkering wordt daarom gecorrigeerd voor nuluitkeringen en nagekomen informatie in de drie maanden volgend op de verslagmaand (transactie-methodiek). De drie meest recente maanden zijn het minst nauwkeurig, omdat vanwege het nog (gedeeltelijk) ontbreken van nagekomen informatie een raming noodzakelijk is. Voor eerdere maanden kan wel de transactiemethode worden toegepast en daardoor kan voor die maanden het aantal personen nauwkeuriger worden bepaald.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De uitkomsten zijn volgtijdelijk vergelijkbaar. Trendbreuken als gevolg van veranderingen in de wetgeving worden verklaard.

Tot en met verslagjaar 2023 was de registratie van de SVB gebaseerd op betaalverplichtingen en ontving het CBS de afslag al vóór het einde van de verslagmaand. Vanaf 2024 levert de SVB de registratiebestanden op basis van het recht op de uitkering op de laatste dag van de maand en wordt het bestand aan het einde van de maand volgend op de verslagmaand geleverd aan het CBS.
Hierbij kan opgemerkt worden dat de trendbreuk minimaal is; het verschil in het totaal aantal uitkeringen tussen de oude en werkwijze is statistisch verwaarloosbaar.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Er is controle op de interne consistentie en volledigheid. De juistheid van de informatie wordt getoetst aan de door de berichtgever gepubliceerde informatie.

Meer informatie

Niet van toepassing.