Aanvullend Voorzieningengebruikonderzoek (AVO)

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het verkrijgen van gegevens over het gebruik van een groot aantal maatschappelijke en culturele voorzieningen door de Nederlandse bevolking. Het onderzoek richt zich op het gebruik van voorzieningen en een breed scala van kenmerken die een huishouden (en de personen binnen een huishouden) karakteriseren.

Doelpopulatie

Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder, zelfstandig wonend

Opdrachtgever

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In 2007 heeft het CBS het veldwerk verzorgd. In eerdere jaargangen is dit gedaan door Gfk en NSS / Marktonderzoek.

Steekproefeenheid

Huishouden

Statistische eenheden

Huishoudens en personen

Frequentie

Vierjaarlijks; vanaf 1979

Publicatiestrategie

Definitieve cijfers

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek

Mondelinge en schriftelijke enquête

Steekproef

Tweetrapssteekproef: naar coropgebied en interviewerregio gestratificeerde steekproef van gemeenten met trekkingskans evenredig aan gemeenteomvang, random steekproef van adressen in geselecteerde gemeenten
Waarnemingsmethode
Face-to-face huishoudvragenlijst beantwoord door iemand uit de huishoudkern: Computer Assisted Personal Interviewing (CAPI)
Een schriftelijke vragenlijst voor personen in de leeftijd van 6 tot en met 15 jaar; de Jeugdvragenlijst (PAPI)
Een schriftelijke vragenlijst voor personen van 16 jaar of ouder; de Volwassenenvragenlijst (PAPI)

Berichtgevers

Huishoudvragenlijst: iemand uit de huishoudkern (degene die alles regelt in het huishouden of zijn/haar partner)
Schriftelijke vragenlijsten: alle huishoudleden. Voor sommige kinderen één van de ouders; indien mogelijk aanvulling onvolledige vragenlijsten door proxi-interviews

Steekproefomvang

1979: 9.915 huishoudens
1983: 9.908 huishoudens
1987: 10.302 huishoudens
1991: 12.797 huishoudens
1995: 9.305 huishoudens
1999: 9.216 huishoudens
2003: 10.680 huishoudens (inclusief niet bereikt)
2007: 9.892 huishoudens (exclusief kaderfouten en administratieve non-respons)

Weging

Personen: naar leeftijd/geslacht/burgerlijke staat/urbanisatiegraad (vanaf 1995 'stedelijkheid')
Huishoudens: naar weegfactor hoofd huishouden

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Omdat de enquête een steekproef betreft, zijn de cijfers onderhevig aan toevalsfluctuaties.