Prognose

rapport

Wat behelst het onderzoek

Doel

De prognoses hebben tot doel de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse bevolking te beschrijven. Er worden drie langetermijnprognoses gemaakt: de Bevolkingsprognose, de Kernprognose en de Huishoudensprognose. In samenwerking met het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) maakt CBS daarnaast een regionale prognose van het aantal inwoners en huishoudens per gemeente voor de middellange termijn.

De Bevolkingsprognose betreft de omvang en samenstelling van de Nederlandse bevolking tot 2070. De standcijfers (aantal inwoners naar leeftijd, geslacht en migratieachtergrond) hebben betrekking op 1 januari van het prognosejaar. De stroomcijfers (geboorte, sterfte, immigratie, emigratie) hebben betrekking op de ontwikkeling gedurende het prognosejaar. De Kernprognose betreft uitsluitend het inwonertal en de bevolkingsstromen (geboorte, sterfte, immigratie en emigratie) naar leeftijd en geslacht. De Huishoudensprognose beschrijft de ontwikkeling van het aantal huishoudens naar type (eenpersoonshuishouden, paar, eenoudergezin, etc.) en van het aantal inwoners naar huishoudenspositie (alleenstaande, inwonend kind, etc.). Zowel huishoudens als personen worden verder onderscheiden naar leeftijd en burgerlijke staat.

Doelpopulatie

De prognoses beschrijven de ‘de jure’ bevolking van Nederland. Dit zijn de personen die in de gemeentelijke bevolkingsregisters zijn opgenomen.

Statistische eenheid

Personen, huishoudens

Aanvang onderzoek

De eerste Bevolkingsprognose verscheen in 1950.

Frequentie

  • Driejaarlijkse Bevolkingsprognose
  • Driejaarlijkse Huishoudensprognose
  • Driejaarlijkse Regionale prognose
  • Twee keer in de drie jaar Kernprognose

Publicatiestrategie

In december komt een nieuwe Bevolkingsprognose uit. Een jaar later wordt in december de Kernprognose gepubliceerd tegelijk met de Huishoudensprognose. Een half jaar later komt de Regionale prognose uit. In december van dat jaar volgt weer een Kernprognose.
De Kernprognose is een bijstelling van de Bevolkingsprognose, waarin de veronderstellingen voor de korte termijn zijn aangepast op basis van de waargenomen ontwikkelingen in het voorgaande jaar. Deze bijgestelde prognose betreft alleen het aantal inwoners naar leeftijd en geslacht.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Prognose

Op basis van analyses van de demografische ontwikkelingen worden veronderstellingen opgesteld over de toekomstige trends rond geboorte, sterfte, migratie en overgangen tussen huishoudensposities (echtscheidingen, uit huis gaan, etc.). De gevolgen van de veronderstellingen worden doorgerekend in een prognosemodel.

Waarnemingsmethode

Niet van toepassing.

Berichtgevers

Niet van toepassing.

Steekproefomvang

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden

Prognosecijfers worden gecontroleerd op interne consistentie, op een plausibele ontwikkeling ten opzichte van de waarnemingen en op overeenstemming met de veronderstellingen.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Er worden 95%- en 67%-betrouwbaarheidsintervallen gepubliceerd die een indruk geven van de verwachte nauwkeurigheid van de prognose.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Gegevens binnen één prognose zijn volgtijdelijk vergelijkbaar in de zin dat ze op basis van dezelfde veronderstellingen berekend zijn. Gegevens over hetzelfde prognosejaar maar uit verschillende prognoses verschillen doordat de cijfers met verschillende veronderstellingen en op basis van verschillende beschikbare inputgegevens zijn berekend.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Jaarlijks worden de uitkomsten van de laatste prognose getoetst aan de nieuwe ontwikkelingen. Voor elke nieuwe prognose worden de veronderstellingen geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De veronderstellingen worden besproken in een klankbordgroep van onafhankelijke externe deskundigen (het demografieplatform).