Niet-natuurlijk overlijden
Wat behelst het onderzoek
Doel
Het verkrijgen van gegevens over personen, overleden ten gevolge van moord en doodslag, zelfdoding en ongevallen (verkeersongevallen, privéongevallen en andere ongevallen).
Doelpopulatie
Bij moord en doodslag worden alle slachtoffers geteld waarbij het misdrijf is gepleegd binnen Nederland, ongeacht of zij wel of niet inwoner van Nederland waren. Bij verkeersongevallen worden de slachtoffers geteld, waarbij het verkeersongeval binnen Nederland heeft plaatsgevonden, ongeacht of zij wel of niet inwoner van Nederland waren.Bij zelfdoding en ongevallen (exclusief verkeersongevallen)worden alle slachtoffers geteld die inwoner van Nederland waren, in principe ongeacht waar de gebeurtenis plaatsvond. Echter, informatie over inwoners van Nederland die in het buitenland zijn overleden is slechts incidenteel beschikbaar.
Statistische eenheid
Overleden personen.
Aanvang onderzoek
Sinds 1996.
Frequentie
Jaarlijks.
Publicatiestrategie
Jaarlijks worden voorlopige en later definitieve cijfers gepubliceerd.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Deze statistieken zijn gebaseerd op een volledige registratie van doodsoorzaken.
Waarnemingsmethode
De gegevens worden gecombineerd uit een aantal bronnen:Voor iedere overledene wordt een doodsoorzaakverklaring ingevuld door een arts. Deze doodsoorzaakverklaring wordt of in een gesloten enveloppe via de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden of via een beveiligde elektronische verbinding direct digitaal naar de medisch ambtenaar van het CBS gestuurd. Bij de arrondissementsparketten worden gegevens met betrekking tot niet-natuurlijke dood verzameld uit de dossiers aan de hand van vragenlijsten. Van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt een bestand met betrekking tot verkeersslachtoffers verkregen.
Berichtgevers
Zie waarnemingsmethode.
Registratieomvang
De afgelopen jaren overleden jaarlijks tussen de 5 en 10 duizend personen als gevolg van een niet-natuurlijke oorzaak in Nederland.
Controle- en correctiemethoden
De volledigheid van de doodsoorzaakopgaven van de overleden inwoners van Nederland wordt gecontroleerd aan de hand van de ontvangen sterfterecords uit de Basisregistratie Personen (BRP) . Er vindt correspondentie plaats met artsen over doodsoorzaakverklaringen die onduidelijk of incompleet zijn. De gegevens uit de verschillende bronnen worden met elkaar vergeleken en kunnen elkaars uitkomsten beïnvloeden voordat deze definitief worden. Tenslotte worden doodsoorzaken op aannemelijkheid gecontroleerd.
Weging
Niet van toepassing.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
Door het samenvoegen van gegevens uit verschillende bronnen wordt geprobeerd om de nauwkeurigheid en volledigheid te vergroten. Niet alle omstandigheden van het overlijden laten zich precies en systematisch vastleggen, hetgeen tot uiting komt in de diverse categorieën overig en onbekend.
De beperkte aanwezigheid van informatie over de toedracht van het overlijden van inwoners van Nederland die in het buitenland zijn overleden kan tot onderrapportage leiden.
Opeenvolgende vergelijkbaarheid
Doodsoorzaken krijgen codes toegewezen afkomstig uit de internationaal toegepaste codelijst, de zogenaamde International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) van de World Health Organisation (WHO). Vanaf het begin van deze statistiek (in 1996) wordt gewerkt met de Tiende Revisie van de ICD (ICD-10, WHO).
Met ingang van het statistiekjaar 2012 zijn enkele veranderingen in de tabellen aangebracht. Deze veranderingen zijn met terugwerkende kracht vanaf 1996 doorgevoerd. De huidige tabellen zijn alle volgens dezelfde werkwijze en indeling vervaardigd. De genoemde veranderingen in de tabellen betreffen het opsplitsen van een overkoepelende tabel niet-natuurlijke dood in de onderdelen moord en doodslag, zelfdoding, ongeval (waaronder vervoersongevallen). Deze opsplitsing maakt het mogelijk om de achtergrondkenmerken per onderdeel toe te spitsen, waardoor de indelingen overzichtelijker worden. Tevens zijn de categorieën privéongeval en bedrijfsongeval verlaten, omdat de afgrenzing van deze categorieën niet altijd goed te maken is. De indeling is nu gebaseerd op de ongevalstoedracht.
Voor moord en doodslag is bij de herziening de populatie gewijzigd, Het betrof eerst alleen inwoners van Nederland, bij de herziening worden alle slachtoffers meegeteld, ook als zij geen inwoner waren. Vanaf statistiekjaar 2013 wordt deels automatisch gecodeerd met het codeerprogramma IRIS. Dit heeft geen invloed op de codes van de niet-natuurlijke doden, want deze worden nog steeds handmatig gecodeerd.