Medisch specialistische somatische zorg: behandelingen (DBC's), 2008 - 2016

onderzoek beschrijving

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van cijfers over het aantal behandelingen (Diagnose Behandeling Combinaties, DBC’s) binnen de medisch specialistische somatische zorg, uitgesplitst naar de geregistreerde diagnose en kenmerken van de patiënt en de geleverde zorg.

In dit document wordt de onderzoeksmethode beschreven van de 2008-2016 cijfers in deze Statlinetabel, welke gebaseerd zijn op het DBC Informatie Systeem (DIS) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De onderzoeksmethode van de cijfers vanaf 2017, welke gebaseerd zijn op DBC-gegevens uit een andere bron (Vektis), is hier te vinden.

Doelpopulatie

Behandelingen (DBC’s) binnen de medisch specialistische somatische zorg van inwoners van Nederland die zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van gemeenten. Het gaat hier om DBC-zorgproducten die geregistreerd worden in de DBC-systematiek. Dit zijn voornamelijk (> 99,7%) soorten medisch specialistische somatische zorg die beschreven zijn in het basispakket van de zorgverzekering. Vanaf 2014 worden DBC’s die niet vergoed worden onder de basisverzekering (DBC’s startend met declaratiecode 16 of 17; <0,3% van het totaal) niet meer weergegeven in de StatLinetabellen over aantallen DBC-behandelingen. De inhoud van het basispakket wordt bepaald door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en onderliggende regelgeving (Besluit zorgverzekering en Regeling zorgverzekering) en kan jaarlijks aangepast worden.

Statistische eenheid

Diagnose Behandeling Combinatie (DBC). Een DBC of DBC-zorgproduct is het totale pakketje aan geleverde zorg bij een bepaalde diagnose in een instelling voor medisch specialistische somatische zorg.

Aanvang onderzoek

2008.

De cijfers vanaf 2017 zijn gebaseerd op een andere bron (Vektis), waarvan de onderzoeksmethode hier te vinden is.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

De cijfers over het laatste publicatiejaar zijn voorlopig, de cijfers over eerdere jaren zijn definitief.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

Het betreft een registeronderzoek, gebaseerd op het DBC Informatie Systeem (DIS) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Afgesloten DBC’s worden door de zorgaanbieders aan het DIS geleverd.

Waarnemingsmethode

De DBC-gegevens uit het DIS worden jaarlijks opgevraagd door het CBS.

Berichtgevers

Zorgaanbieders die medisch specialistische somatische zorg leveren zoals beschreven in het basispakket van de zorgverzekering, en daartoe gerechtigd zijn op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). Dit zijn ziekenhuizen (algemene ziekenhuizen en universitair medische centra), zelfstandige behandelcentra (ZBC’s), categorale instellingen (zoals epilepsiecentra en revalidatiecentra), dialyse-, audiologische en radiotherapeutische centra en verpleeghuizen die geriatrische revalidatiezorg leveren. Deze zorgaanbieders leveren hun DBC-gegevens aan het DIS, welke wordt bijgehouden door de NZa. De NZa levert de DIS-gegevens aan het CBS.

Steekproefomvang

N.v.t.

Controle- en correctiemethoden

Gegevens van het DIS zijn beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Verder worden enkele bewerkingen uitgevoerd, waarvan de belangrijkste zijn:

  • Alleen DBC’s waarbij het geregistreerde specialisme van de behandelaar behoort tot de 27 specialismen die DBC-zorgproducten registreren worden geselecteerd.
  • Alleen DBC’s waarbij zorgtype 11 (initieel behandeltraject) of 21 (vervolgbehandeltraject) is geregistreerd worden geselecteerd.
  • DBC’s die een intercollegiaal consult betreffen worden verwijderd.
  • Vanaf 2014 zijn alleen DBC’s die beschreven zijn in het basispakket van de zorgverzekering geselecteerd.
  • Tot en met verslagjaar 2009 zijn aan DBC’s van zorgaanbieders die geen werkelijke geboortejaren en postcodes hebben aangeleverd maar een vaste standaardcombinatie (geboortejaar 2000 en postcode 1000) geboortejaren en postcodes toegekend van DBC’s met overeenkomende persoons- en zorgkenmerken. Bij DBC’s met een onbekende of onjuiste postcode is de postcode van de zorgaanbieder gebruikt.
  • Vanaf 2010 wordt het geboortejaar, geslacht en de woonplaats van de patiënt overgenomen uit het bevolkingsregister.
  • DBC’s met een onbekend of onwaarschijnlijk geboortejaar of onbekend geslacht zijn verwijderd. Voor deze verwijderde DBC’s wordt in de weging weer gecorrigeerd.
  • Voor het specialisme revalidatiegeneeskunde zijn de DBC’s met een openingsdatum vóór 2009 niet meegenomen. Dit specialisme is namelijk pas sinds 1 januari 2009 overgegaan op declaratie op basis van DBC’s, waardoor de DBC’s die vóór deze datum gestart zijn maar zeer beperkt zijn geregistreerd.
  • DBC’s met een onbekende behandelsetting hebben een setting gekregen van DBC’s met overeenkomende persoons- en zorgkenmerken.
  • DBC’s die horen bij het specialisme radiologie, consultatieve psychiatrie, klinische genetica, audiologie of radiotherapie hebben vanaf verslagjaar 2013 een poliklinische behandelsetting gekregen.
  • DBC’s die horen bij het specialisme revalidatiegeneeskunde en die een setting in dagopname hadden zijn vanaf verslagjaar 2013 gecorrigeerd naar een poliklinische setting.
  • DBC’s met een logisch onmogelijke combinatie van diagnose enerzijds, en geslacht/leeftijd anderzijds, worden verwijderd of in een paar gevallen verplaatst naar een andere diagnosegroep.

Weging

Op basis van kadergegevens van Vektis, het onderzoeksbureau van de samenwerkende zorgverzekeraars, zijn de aantallen DBC’s in de DIS-dataset gewogen. Deze weging betreft alleen de DBC’s die betrekking hebben op verzekerde zorg volgens de basisverzekering Zvw en die gedeclareerd zijn bij zorgverzekeraars. Voor deze DBC’s is in DIS opgehoogd door middel van een weegfactor per specifieke DBC. Bij de bepaling van de weegfactor is rekening gehouden met de volgende kenmerken: type zorgaanbieder (bv. academisch ziekenhuis of zelfstandig behandelcentrum), specialisme, zorgtype (initiële zorg of vervolgzorg), segment (zorg met vaste of met vrij onderhandelbare tarieven) en regio van de patiënt.

Vanaf verslagjaar 2012 is de methode van ophoging iets aangepast. Voorheen werden cellen alleen opgehoogd als de aantallen DBC’s van Vektis hoger waren dan die in de DIS-dataset. Vanaf 2012 worden de aantallen in Vektis altijd als leidend beschouwd. Deze wijziging in methodiek heeft voor 2012 en 2013 een hele kleine daling op de totaalcijfers als gevolg. Het gaat hier om een daling van respectievelijk slechts 0,7% en 0,4%.

Vanaf verslagjaar 2013 is de methode van ophoging wederom iets aangepast. Voorheen werd per sluitjaar van de DBC’s opgehoogd. Vanaf 2013 wordt tegelijkertijd voor zowel de gesloten als voor de geopende DBC’s in een verslagjaar opgehoogd, dus inclusief de DBC’s die in verslagjaar t zijn geopend en in verslagjaar t+1 zijn gesloten. In de weging wordt het open- en sluitjaar van de DBC meegenomen. Hierdoor worden de geopende en lopende DBC’s van een verslagjaar nauwkeuriger opgehoogd.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De cijfers geven de geregistreerde werkelijkheid weer. De nauwkeurigheid van de gepubliceerde cijfers is afhankelijk van de kwaliteit en juistheid van de brongegevens zoals aangeleverd door de zorgverleners en van de kadergegevens van Vektis. Door toevalsfluctuaties en onnauwkeurigheden in de registratie hebben de uitkomsten enige spreiding. Om die reden zijn de cijfers afgerond op vijftallen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De cijfers zijn over de opeenvolgende jaren in het algemeen goed met elkaar vergelijkbaar. Veranderingen in het DBC-systeem of de inhoud van het basispakket kunnen soms leiden tot trendbreuken in de cijfers. Enkele belangrijke wijzigingen worden in de toelichting bij de StatLinetabellen genoemd.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na aanpassing, akkoord zijn bevonden. Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd:

  • tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd);
  • kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen);
  • confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen.