Gezondheidsmonitor
Wat behelst het onderzoek
Doel
Het verkrijgen van landelijke cijfers over (determinanten van) gezondheid, waarbij ingezoomd kan worden naar regio’s en gemeenten.
Doelpopulatie
Personen van 19 jaar en ouder in particuliere huishoudens in Nederland.
Statistische eenheid
Personen.
Aanvang onderzoek
2012.
Frequentie
Eens per 4 jaar.
Publicatiestrategie
Definitieve cijfers.
Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd
Soort onderzoek
Steekproef van personen. De Gezondheidsmonitor is een samenvoeging van gegevens van 19 jaar en ouder uit de CBS Gezondheidsenquête en van de gegevens uit de Volwassenmonitor (VGZ) en de Ouderenmonitor (GZO) van alle 28 GGD’en. Binnen deze onderzoeken waren de vraagstellingen over de volgende onderwerpen gelijk: ervaren gezondheid, functiebeperkingen, langdurige aandoeningen, mantelzorg geven, roken, alcoholgebruik, lengte, gewicht en lichamelijke activiteit. De data zijn samengebracht in één dataset en samen gewogen.
Waarnemingsmethode
De CBS-Gezondheidsenquête wordt volgens “mixed-mode” design uitgevoerd: Eerst worden de steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten worden herbenaderd via Computer Assisted Telephone Interviewing (CATI) indien hun telefoonnummer bekend is, en anders via Computer Assisted Personal Interviewing (CAPI). In de vragenlijst waren onder andere vragen over de gezamenlijke onderwerpen ervaren gezondheid, roken, mantelzorg en overgewicht opgenomen. CBS-respondenten kregen kort na het responderen een aanvullende vragenlijst, met daarin onder andere de vragen over de gezamenlijke onderwerpen alcoholgebruik, langdurige aandoeningen, functiebeperkingen en lichamelijke activiteit. Hierop kon schriftelijk of via internet worden gerespondeerd.
De CBS Gezondheidsenquête wordt verspreid over het hele jaar afgenomen. De enquête was enkel in het Nederlands.
Voor de GGD-enquêtes werden personen altijd eerst benaderd om via internet deel te nemen. In sommige gevallen werd een papieren versie (PAPI – Paper and Pencil Interviewing) van de vragenlijst gelijk bij de aanschrijfbrief ingesloten, in andere gevallen ontvingen steekproefpersonen de papieren vragenlijst pas als zij niet reageerden op het verzoek mee te doen via internet. In een heel klein deel van de gevallen en alleen in de grote steden zijn ook GGD-enquêtes mondeling of per telefoon afgenomen (in totaal < 0.5 procent). De GGD-enquêtes bestonden altijd uit één deel, met daarin in ieder geval alle gezamenlijke onderwerpen.
In GGD-regio’s Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is door de GGD’en gewerkt met vertaalde vragenlijsten, o.a. in het Turks. de GGD’en enquêteerden tussen september en november.
Berichtgevers
Personen van 19 jaar of ouder in particuliere huishoudens.
Steekproefomvang
De netto steekproefomvang bedraagt bijna 400 000 personen. De respons bedroeg ongeveer 45-50 procent. De steekproefomvang verschilde sterk tussen de GGD’en en ook binnen GGD-regio’s zijn soms per deelgebied (bijvoorbeeld wijken of buurten) verschillende steekproeffracties gebruikt. Dit is gedaan om ook uitspraken te kunnen doen op bijvoorbeeld wijkniveau en om ook onder moeilijk bereikbare groepen voldoende aantallen respondenten te behalen.
Controle- en correctiemethoden
De voor steekproefonderzoek gebruikelijke plausibiliteitscontrole op interne consistentie en volledigheid is uitgevoerd.
Weging
Voor verschillen tussen de samenstelling van de steekproef en de totale bevolking wordt een correctie toegepast door middel van een wegingsfactor gebaseerd op achtergrond- en regiokenmerken.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
Omdat de enquête een steekproef betreft, zijn de cijfers onderhevig aan toevalsfluctuaties. De betrouwbaarheidsmarges (asymmetrische bij percentages en symmetrische bij gemiddelden) worden in de StatLinetabellen bij de cijfers gegeven. Indien het aantal steekproefpersonen voor een bepaalde indelingscategorie kleiner is dan 50 worden geen resultaten gepresenteerd vanwege te grote marges.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De cijfers over 2012 moeten gezien worden als start van een nieuwe vierjarige reeks met regionale cijfers over gezondheid. Door methodologische verschillen zijn deze cijfers niet zomaar te vergelijken met de jaarlijkse trendcijfers voor dezelfde onderwerpen die uit de CBS Gezondheidsenquête komen. In deze nota worden de verschillen tussen de twee sets cijfers samengevat.