Methode Sterfgevallenonderzoek
Het onderzoeksontwerp van het Sterfgevallenonderzoek (SGO) 2021 is nagenoeg gelijk gehouden aan dat van de zes vorige onderzoeken uit 1990, 1995, 2001, 2005, 2010 en 2015. De basis van het sterfgevallenonderzoek 2021 is een gestratificeerde steekproef uit de doodsoorzaakverklaringen van de overlijdensgevallen in de periode van 1 augustus tot en met 30 november 2021. De arts die de dood constateert, maakt een doodsoorzaakverklaring op en stuurt deze in een gesloten envelop naar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden plaatsvond. De ambtenaar van de burgerlijke stand, die geen kennis kan en mag nemen van de inhoud van de doodsoorzaakverklaring, vermeldt het nummer van de akte van overlijden op de envelop waarin zich de doodsoorzaakverklaring bevindt en stuurt het geheel door naar het CBS. Het nummer van de overlijdensakte stelt het CBS in staat om de door de arts verstrekte gegevens omtrent de doodsoorzaak te koppelen aan de persoonskenmerken van de overleden persoon die het CBS uit de Basisregistratie Personen (BRP) betrekt. Aangezien op de doodsoorzaakverklaring de naam en het adres van de arts staan vermeld, biedt dit de mogelijkheid de behandelende of de schouwende arts in het kader van het sterfgevallenonderzoek te benaderen.
Ten behoeve van het sterfgevallenonderzoek zijn de doodsoorzaakverklaringen op grond van de gecodeerde doodsoorzaak in elf strata verdeeld. Dit is gedaan omdat het medisch handelen rond het levenseinde in sterke mate samenhangt met de aandoening van de patiënt en daarmee met de doodsoorzaak. Uit elk stratum is een steekproef getrokken. De insluitkans (steekproeffractie) is groter naarmate de kans op een medische beslissing rond het levenseinde groter is.
Sinds 2010 is ook het stratum suïcide opgenomen. De onderzoekers zijn namelijk geïnteresseerd in de vraag hoe vaak ernstig zieke mensen overgaan tot suïcide omdat een verzoek tot euthanasie niet ingewilligd wordt of kan worden. De indeling van aandoeningen in de strata zijn bij het Sterfgevallenonderzoek 2021 grotendeels gelijk aan die van het onderzoek in 2015. In 2021 is een extra stratum toegevoegd voor COVID-19 om uitspraken te kunnen doen over medische beslissingen bij overlijden aan deze nieuwe ziekte.
In de voorgaande edities was het responspercentage vrij hoog: 74% in 2010 en 77% in 2015. In het onderzoek van 2021 is de respons significant lager. Om een zo goed mogelijke vergelijking te kunnen maken met de resultaten van eerdere onderzoeken zijn analyses uitgevoerd die ondersteunen bij de interpretatie van de uitkomsten. Deze analyses staan samengevat in het rapport R-indicatoren Sterfgevallenonderzoek 2021.
Downloads
- PDF Rapport - R-indicatoren Sterfgevallenonderzoek 2021.