Consument altijd somberder in najaar
De stemming van de consument hangt af van de seizoenen. De jaarlijks terugkerende schommelingen hebben niets met de ontwikkeling van de economie te maken. Daarom worden deze seizoeneffecten uit het consumentenvertrouwen gefilterd. Hierdoor ontstaat een reëler beeld van het consumentenvertrouwen.
Herfst maakt consumenten pessimistischer
In de herfst zijn consumenten over het algemeen somberder gestemd dan in de rest van het jaar. Ze zijn in de maanden oktober en november structureel negatiever over alle deelindicatoren van het consumentenvertrouwen. Aan het begin van het jaar, in januari, zijn consumenten juist optimistischer. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek.
1. Seizoenfactoren in 2007 van deelreeks gunstige tijd voor grote aankopen
Vooral over de vraag over de economische situatie in de komende twaalf maanden en de vraag of het een gunstige tijd is voor het doen van grote aankopen verschilt de mening van de consument door het jaar heen. Bij de andere onderdelen zijn de verschillen veel gematigder. De oordelen over de financiële situatie kennen door het jaar slechts kleine structurele schommelingen.
Negatieve seizoenfactor betekent opwaartse correctie
Waar het seizoeneffect in het consumentenvertrouwen precies vandaan komt, is niet te zeggen. Dit wordt in het Consumenten Conjunctuur Onderzoek niet onderzocht. Overigens zijn dergelijke seizoeneffecten ook zichtbaar bij bijvoorbeeld de beurskoersen.
Het CBS corrigeert de cijfers van het consumentenvertrouwen voor seizoeneffecten. Hiervoor worden seizoenfactoren berekend. Een negatieve factor betekent dat de consument in die maand pessimistischer is dan gemiddeld. Dit is bijvoorbeeld het geval in oktober en november. Om een scherper beeld te krijgen van de maand-op-maandontwikkeling wordt dan ook opwaarts gecorrigeerd met de seizoenfactoren van deze twee maanden.
Seizoengecorrigeerd is conjunctuurrelevant
In de CBS-publicaties over het consumentenvertrouwen staat het seizoengecorrigeerde cijfer centraal. Seizoeneffecten zijn namelijk conjunctureel gezien niet interessant. Na seizoencorrectie kan bijvoorbeeld een daling toch een stijging blijken te zijn of omgekeerd.
Correctie op onderdelen
Voor het berekenen van het seizoengecorrigeerde consumentenvertrouwen, worden eerst de deelindicatoren gecorrigeerd. Het corrigeren van de totaalreeks uit de onderliggende deelreeksen wordt ook wel de indirecte methode genoemd. Dit in tegenstelling tot de directe methode waarbij de hoofdreeks apart gecorrigeerd wordt. Door de indirecte methode tellen de onderdelen na seizoencorrectie op tot het consumentenvertrouwen.
Bijstelling van de seizoencorrectie
De seizoensinvloeden kunnen in de loop der tijd veranderen. De effecten kunnen geleidelijk verschuiven, verdwijnen of opkomen. Daarom is het nodig om aan het eind van het jaar de seizoenfactoren opnieuw onder de loep te nemen. In januari van elk jaar worden daarom de seizoengecorrigeerde cijfers van het voorgaande jaar opnieuw berekend. De cijfers van het voorgaande jaar worden dan in geringe mate gereviseerd.
2. Seizoenfactoren in 2007 van deelreeks economische situatie afgelopen twaalf maanden
3. Seizoenfactoren in 2007 van deelreeks economische situatie komende twaalf maanden
4. Seizoenfactoren in 2007 van deelreeks financiële situatie afgelopen twaalf maanden
5. Seizoenfactoren in 2007 van deelreeks financiële situatie komende twaalf maanden