CBS vernieuwt statistiek cao-lonen

Met ingang van vandaag is het CBS gestart met een nieuwe reeks voor de statistiek cao-lonen. Het basisjaar voor de indexcijfers is verlegd van 2000 naar 2010 en er wordt voortaan over meer groepen gepubliceerd. Het aantal bedrijfstakken met cao-gegevens is uitgebreid van 38 naar 52.

Voor de vernieuwing heeft het CBS alle cao’s van de statistiek opnieuw bekeken en naast informatie van de Belastingdienst over werknemers gelegd. Hiermee is vastgesteld hoeveel werknemers onder de cao’s vallen en zijn verschuivingen in het aantal en soort banen in de periode 2000-2010 verwerkt. Daarnaast is de statistiek cao-lonen overgegaan op een andere indeling van economische activiteiten, de zogeheten SBI 2008. Het aantal bedrijfstakken waarover cao-gegevens beschikbaar zijn is bij deze overgang vergroot.

Inleiding

In december 2014 start het CBS met een nieuwe reeks cao-lonen. De reeks met basisjaar 2000=100 wordt opgevolgd door een nieuwe reeks met basisjaar 2010. Deze reeks zal consequent als 2010=100 worden aangeduid. Eens in de tien jaar worden de basisgegevens voor de reeksen met cao-gegevens opnieuw vastgesteld. Bij zo’n basisverlegging worden deze gegevens geactualiseerd, waarbij nu wordt uitgegaan van de situatie in 2010. Hierdoor geven de uitkomsten van de nieuwe reeks een beter beeld van de werkelijkheid dan de uitkomsten van de oude reeks.

Naast de eerder genoemde actualisering, is er een verandering in het publicatieschema. Tegelijk met de huidige basisverlegging stapt de reeks 2010=100 over op de standaard bedrijfsindeling uit 2008 (SBI 2008). In dit artikel staat een beschrijving van de verschillen tussen de oude reeks en de nieuwe reeks. In december 2014 worden de eerste uitkomsten gepubliceerd voor de reeks 2010=100 (cijfers vanaf januari 2010).

Vernieuwing op basis van loonaangiftes Belastingdienst, methode en berekeningswijze ongewijzigd

De belangrijkste wijziging in de cao-lonen statistiek is dat de reeks vernieuwd is en nu als basisjaar 2010=100 heeft. De cao’s die in de reeks 2010=100 een rol spelen zijn aan de hand van informatie van loonaangiftes bij de Belastingdienst in kaart gebracht en verwerkt. Zo is er rekening gehouden met banen die in 2000 nog in wel cao’s voorkwamen, maar die in 2010 geen rol van betekenis meer spelen. Ook is de vraag naar hoger opgeleid personeel in tien jaar tijd toegenomen. Daarnaast zijn er nieuwe type banen in cao’s opgenomen die in 2000 nog niet bestonden.

Hoe zwaar een cao meetelt in de bepaling van de ontwikkeling van de contractlonen is onder andere afhankelijk van het aantal werknemers dat onder de cao valt. In de periode 2000-2010 zijn er grote verschuivingen op de arbeidsmarkt geweest. Zo was het aantal mensen dat in de zorg werkte in 2010 veel hoger dan in 2000 en tegelijkertijd daalde in de periode het aantal werknemers binnen de industrie.  Dit beïnvloedt het gewicht van cao’s die voor deze sectoren bepalend zijn.

In de reeks 2000=100 speelden 250 cao’s een rol. Dit is teruggebracht naar 225. Hieronder bevinden zich in beginsel alle cao’s die betrekking hebben op 2 500 of meer werknemers en een steekproef van kleine cao’s. Ongeveer 95 procent van alle cao-werknemers is direct in de uitkomsten vertegenwoordigd.
 
Hoewel het aantal cao’s is gewijzigd, is de methode waarop de indexcijfers voor de reeks 2010=100 berekend worden ten opzichte van de reeks 2000=100 gelijk gebleven.
 
Doordat de reeks vernieuwd is, veranderen de uitkomsten. Het effect hiervan is te zien in de volgende voorbeelden:

Cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen
  Index   Ontwikkeling  
  2000=100 2010=100 2000=100 2010=100
      % verandering t.o.v. jaar eerder
2010 127,0 100,0    
2011 128,4 101,1 1,1 1,1
2012 130,2 102,5 1,4 1,4
2013 131,6 103,7 1,1 1,2

De ontwikkelingen van de cao-lonen per uur , inclusief bijzondere beloningen (vakantiegeld, eindejaarsuitkering) zijn in beide reeksen van bovenstaand voorbeeld nagenoeg gelijk. In de nieuwe reeks nemen de lonen in 2013 met 1,2 procent toe, volgens de oude reeks was dit 1,1 procent.

Contractuele loonkosten per uur; cao-sector particuliere bedrijven 
  Index   Ontwikkeling  
  2000=100 2010=100 2000=100 2010=100
      % verandering t.o.v. jaar eerder
2010 128,8 100,0    
2011 131,2 101,7 1,9 1,7
2012 134,1 104,1 2,2 2,4
2013 136,3 105,9 1,6 1,7

Het voorbeeld met contractuele loonkosten per uur voor de sector particuliere bedrijven laat wat meer verschillen zien. Hier zijn diverse oorzaken voor. Zo kan het aandeel van een cao in de bijdrage aan de loonkosten veranderd zijn. Ook het feit dat de structuur van een cao is veranderd (andere banen en andere salarissen) kan invloed hebben op de berekening van de loonkosten.

Eerst-gepubliceerde cijfers, huidige cijfers, voorlopige en definitieve cijfers.

De maandcijfers worden binnen één week na afloop van een  kalendermaand gepubliceerd. Dit is het zogenoemde eerst-gepubliceerde cijfer en dit verandert niet meer. Naast deze cijfers zijn er de zogeheten huidige cijfers. Bij de huidige indexcijfers zijn alle cao's verwerkt waarvan op dat moment de inhoud bekend is.  Cao’s waarvan de looptijd is verstreken, of verouderde cao’s waarvoor nog geen nieuwe cao is overeengekomen, tellen niet mee vanaf de maand dat de nieuwe cao had moeten ingaan. Per maand wordt voor de cao’s die nog wel van kracht zijn berekend wat de loon-, loonkosten- en arbeidsduurmutatie is ten opzichte van de voorgaande maand. Op deze wijze worden reeksen voorlopige indexcijfers samengesteld, die op steeds minder cao’s zijn gebaseerd, naarmate de verslagmaand dichter bij het heden ligt. Uit het percentage afgesloten cao’s blijkt op hoeveel procent van de cao’s de uitkomsten berusten. Cao’s kunnen ook met terugwerkende kracht worden afgesloten. Zolang de indexcijfers nog niet definitief zijn gaan deze cao’s in op de maand dat de cao van kracht had moeten worden. Voor elke daarop volgende maand worden dan de indexcijfers opnieuw berekend en gepubliceerd. De indexcijfers worden in het tweede kwartaal na het verslagjaar definitief gemaakt, hierbij zijn alle cao’s in de berekening gebruikt die zijn afgesloten. Van de overige, niet-afgesloten cao’s, wordt aangenomen dat de contractlonen niet wijzigen voor dat verslagjaar. Definitieve cijfers veranderen niet meer.

Indeling economische activiteit aangepast naar SBI 2008

Naast de actualisatie van de structuur van de cao’s is de reeks 2010=100 ingedeeld volgens de standaard bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De SBI wordt gebruikt om bedrijven naar hun belangrijkste activiteit in te delen. De SBI ondergaat eens in de vijftien jaar een ingrijpende wijziging om in de indeling rekening te houden met de veranderingen in de activiteiten van bedrijven, bijvoorbeeld met opkomende nieuwe activiteiten zoals de informatie- en communicatiesector. De laatste SBI-herziening leidt er toe dat de nieuwe reeks 2010=100 wordt ingedeeld volgens SBI2008.

Voor afnemers van de cao-loon statistieken betekent dit dat ze gebruik maken van een actuelere SBI, maar dat deze anders opgebouwd is dan de vorige (SBI’93). De overgang naar SBI2008 heeft tot gevolg dat een aantal van de publicatiegroepen uit de reeks 2000=100 niet terugkeren in de reeks 2010=100. De meeste groepen zullen overigens wel voortgezet worden en er komen nieuwe publicatiegroepen bij.

De reeks 2000=100 kende 38 publicatiegroepen. Deze publicatiegroepen hebben betrekking op 38 verschillende groepen van economische activiteiten. Van deze 38 groepen komen er 29 terug in de nieuwe reeks (2010=100) omdat ze betrekking hebben op dezelfde economische activiteit als in de oude reeks. Tegelijkertijd zijn er 9 publicatiegroepen waarvoor dit niet geldt. Deze komen niet meer terug. Daar staat tegenover dat het aantal publicatiegroepen wordt uitgebreid. Er komen 23 nieuwe groepen bij. (zie voor details de bijlage met schakelschema aan het einde van het artikel).

Hoewel er 29 publicatiegroepen in beide reeksen betrekking hebben op dezelfde economische activiteit, moeten hier wel de wijzigingen in de SBI in acht genomen worden. Zo was de uitgeversbranche in SBI’93 onderdeel van de publicatiegroep “Grafische Industrie”. In de SBI 2008 is de uitgeversbranche ondergebracht bij de publicatiegroep “Informatie en Communicatie”.  Gedetailleerde schakelschema’s tussen SBI’93 en SBI 2008  zijn beschikbaar via de classificatiepagina op de website van het CBS.

Indexeringsclausules in contracten

De uitkomsten van de statistiek Indexcijfers van cao-lonen worden onder meer gebruikt in indexeringscontracten. Het betreft hierbij zowel algemeen bekende indexeringen zoals de alimentatie en de loonvasthypotheek van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, maar ook tal van particuliere leveringscontracten. Bij deze indexeringen moet rekening worden gehouden met de overgang van de reeks 2000=100 naar de reeks 2010=100. Vanaf december 2014 worden de uitkomsten van de reeks cao-lonen 2000=100 namelijk niet meer geactualiseerd.

Indexeringscontracten die zich baseren op de eerst-gepubliceerde indexcijfers cao-lonen 2000=100 kunnen gebruik maken van uitkomsten tot en met november 2014. Maakt een contract gebruik van definitieve indexcijfers dan zijn er voor de reeks 2000=100 gegevens beschikbaar tot en met december 2013. Voor recentere cijfers moet worden overgeschakeld op de reeks indexcijfers 2010=100.

In sommige gevallen zal het nodig zijn om de oude en nieuwe reeks te koppelen. Bij het koppelen van reeksen voor administratieve doeleinden hanteert het CBS twee uitgangspunten:

• Prijsontwikkelingen moeten zoveel mogelijk worden ontleend aan één gepubliceerde reeks.

• Aanpassingen en correcties met terugwerkende kracht moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Deze uitgangspunten leiden tot de volgende adviezen:
Als er in het verleden al indexatie heeft plaats gevonden, dan is het advies om bij een volgende indexatie verder te gaan vanaf het moment waar bij de eerdere indexatie is gestopt.
Als er nog niet eerder geïndexeerd is, en er moeten twee reeksen gekoppeld worden, maak dan zoveel mogelijk gebruik van 2010=100.

Welke cijfers te gebruiken?

Voorbeeld: Een fabrikant rekent de arbeidskosten van zijn medewerkers door aan zijn klanten. Ieder jaar indexeert hij deze kosten aan de hand van de eerst-gepubliceerde cijfers van de contractuele loonkosten per uur voor de industrie. De laatste prijsaanpassing voerde hij uit in januari 2014. Op basis van de indexreeks rekende hij 1,6 procent meer voor zijn medewerkers.

 Contractuele loonkosten per uur, Industrie, eerst-gepubliceerde cijfers
Periode Index/ontwikkeling; 2000=100 Index/ontwikkeling; 2010=100
2012 133,4  
2013 135,6 105,4
2014   108,3
     
Prijsaanpassing 2014 1,6%  
Prijsaanpassing 2015   2,8%

In 2015 past de fabrikant met behulp van de eerst-gepubliceerde cijfers wederom zijn prijzen aan. Omdat het eerst-gepubliceerde (jaar)cijfer van 2014 niet wordt gepubliceerd in de reeks 2000=100 en omdat de nieuwe reeks actueler is, gebruikt hij nu de reeks 2010=100. Hij gaat verder met indexeren vanaf het moment dat hij stopte met de oude reeks. Hierdoor hoeft hij geen prijzen met terugwerkende kracht aan te passen.

Als er een loonontwikkeling wordt bepaald tussen twee momenten en er hoeft geen rekening gehouden te worden met loonaanpassingen achteraf dan gelden de eerder genoemde uitgangspunten en adviezen. Voor de statistiek cao-lonen kan dit als volgt worden samengevat:

Wanneer koppelen bij overgang reeks 2000=100 naar 2010=100
Status Begindatum Einddatum Koppelen
Definitief Voor 2010 Voor december 2013 Nee, gebruik reeks 2000=100
Definitief Na januari 2010 Na december 2013 Nee, gebruik reeks 2010=100
Definitief Voor 2010 Na december 2013 Ja, koppelmoment januari 2010
EP Voor 2010 Voor december 2014 Nee, gebruik reeks 2000=100
EP Na januari 2010 Na december 2014 Nee, gebruik reeks 2010=100
EP Voor 2010 Na december 2014 Ja, koppelmoment januari 2010

Bij voorbeelden 1, 2, 4 en 5 beslaan de periodes een tijdvak dat onder een van de twee reeksen valt. De loonontwikkelingen kunnen in deze gevallen aan één reeks ontleend worden. Bij voorbeelden 3 en 6 moet wel gekoppeld worden. Het advies luidt om hierin de jongste en meest actuele reeks, dit is de reeks 2010=100, een zo groot mogelijk aandeel te geven. Het koppelmoment vindt plaats op het eerst mogelijk moment, januari 2010.

Voor meer vragen over de statistiek cao-lonen kunt u contact opnemen met de Infoservice van het CBS.

StatLine, Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur; indexcijfers (2010=100)
StatLine, Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur; indexcijfers (2000=100)
Schakelschema publicatiegroepen cao-lonen