Beknopte leeswijzer StatLine-tabellen Studievoortgang in het voortgezet onderwijs
In StatLine staan 4 tabellen met uitkomsten over studievoortgang in het voortgezet onderwijs:
- VO leerlingkenmerken brugklas
- VO huishoudkenmerken brugklas
- VO regiokenmerken brugklas
- VO Eindtoets cito brugklas
De tabellen over studievoortgang in het voortgezet onderwijs (vo) bevatten veel informatie en zijn daardoor complex. Deze leeswijzer geeft enkele voorbeelden van informatie die in deze tabellen staat en geeft u handvatten om de informatie die u zoekt uit de tabellen te kunnen halen.
Op-, af- en doorstroom
De meeste selectiemogelijkheden in de tabellen over studievoortgang in het voortgezet onderwijs zijn cumulatief. Dit betekent dat ze de historie van de onderwijsloopbaan van een leerling tot een bepaald moment laten zien. Dit geldt voor de doorstroom, vertraging en diplomagegevens van de leerling. Wanneer een leerling tussen zijn derde en vierde jaar in het vo naar een hoger niveau gaat, is dit bijvoorbeeld ook nog te zien in het vijfde jaar dat de leerling gevolgd is.
In tabel 1 is te zien dat in schooljaar 2004/’05 ruim 185 duizend leerlingen voor het eerst in de brugklas zaten. Een jaar later (2005/’06) zijn bijna 3 duizend leerlingen naar een hoger niveau gegaan en bijna 3 duizend leerlingen naar een lager niveau. Aan het begin van het derde jaar dat deze leerlingen gevolgd zijn (1 oktober van schooljaar 2006/’07) zijn ruim 12 duizend leerlingen naar een lager niveau gegaan. Dit zijn alle leerlingen die tussen jaar 1 en jaar 2 zijn afgestroomd plus de leerlingen die tussen jaar 2 en jaar 3 zijn afgestroomd. Een kleine 800 leerlingen zijn zowel een keer afgestroomd als een keer opgestroomd.
Tabel 1 Voorbeeld doorstroom per peilmoment uit “VO leerlingkenmerken brugklas 2003 – 2007”
Ook per onderwijssoort in een bepaald jaar is de door-, op- en afstroom te zien. Tabel 2 laat zien dat van de brugklassers uit 2004/’05 aan het begin van het vierde jaar (1 oktober van schooljaar 2007/’08) 47 700 leerlingen in de gemengde of theoretische leerweg van het vmbo zitten. Bijna 38 duizend leerlingen hebben altijd op vmbo-g/t-niveau gezeten en vallen onder de groep reguliere doorstromers. Bijna 6 400 leerlingen echter hebben op een eerder moment op ten minste de havo gezeten en zijn dus op een eerder moment afgestroomd.
Tabel 2 Voorbeeld doorstroom leerlingen vmbo-gt uit “VO leerlingkenmerken brugklas 2003 – 2007”
Uitstroom uit het vo
Ook wanneer leerlingen niet meer in het vo gevolgd worden, omdat ze bijvoorbeeld naar het speciaal onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs zijn gegaan, blijft hun studievoortgang tot hun moment van uitstromen zichtbaar. In tabel 3 is te zien dat van de brugklassers uit 2004/’05 aan het begin van het derde jaar (1 oktober van schooljaar schooljaar 2006/’07) ruim 5 duizend leerlingen niet meer in het voortgezet onderwijs zitten. Een jaar later (2007/’08) zijn dit bijna 8 700 leerlingen. Van de 8 700 leerlingen die aan het begin van jaar 4 niet meer in het vo zitten, hebben bijna 1 500 leerlingen een jaar vertraging opgelopen vóórdat ze het vo verlieten.
Tabel 3 Voorbeeld vertraging en uitstroom uit “VO leerlingkenmerken brugklas 2003 – 2007”
Stapelen van diploma’s
Ook het stapelen van diploma’s is in de StatLinetabellen over studievoortgang in het vo zichtbaar. In tabel 4 is te zien dat van de brugklassers uit 2004/’05 ruim 48 duizend leerlingen in schooljaar 2008/’09 (begin van jaar 5) op de havo zitten. Bijna 8 400 leerlingen hebben op een eerder moment op het vmbo gezeten en zijn (al dan niet met een diploma) opgestroomd. In het selectietabblad met diploma’s zijn ook de leerlingen met een vmbo-g/t-diploma geselecteerd. Hierdoor is te zien dat van de 48 duizend havo-leerlingen 8 130 leerlingen op een eerder moment een diploma vmbo-g/t hebben behaald. Ruim 1 300 leerlingen zijn zelfs vóór het behalen van dat diploma al een keer afgestroomd naar het vmbo en uiteindelijk toch nog teruggekomen naar de havo.