Aanpassing Prijsindex Materiele Overheidsconsumptie (IMOC)
Tabel 1, ‘Economische kerncijfers’, in de Tabellensets Nationale rekeningen van het CBS bevat een prijsindex over de materiële overheidsconsumptie (IMOC). Deze index wordt eveneens op StatLine gepubliceerd in de tabel ‘Overheidsfinanciën; kerncijfers’.
De IMOC kent belangrijke gebruikers, waaronder het Centraal Planbureau (CPB) (kerngegevens MEV en CEP) en het Ministerie van Financiën. Zo wordt de IMOC samen met twee andere prijsindices gebruikt als inflatiecorrectie voor meerjarige contracten en begrotingen van aan overheid gealigneerde instellingen.
In 2019 heeft er een review plaatsgevonden van de berekening van de IMOC en is de index op een aantal punten conceptueel verbeterd. In deze toelichting wordt kort uitgelegd hoe de IMOC wordt samengesteld.
De IMOC is als volgt gedefinieerd:
De prijsindex van de materiele overheidsconsumptie (IMOC) geeft de prijsontwikkeling weer van het intermediair verbruik (exclusief het verbruik van verzekeringsdiensten door de socialezekerheidsfondsen en het verbruik van de toegerekende bankdiensten) van de bedrijfstakken openbaar bestuur, gesubsidieerd onderwijs en sociale werkvoorziening.
De IMOC zou bij voorkeur uitsluitend de prijsontwikkeling van aankoop van goederen en diensten ten behoeve van de materiële overheidsconsumptie moeten weerspiegelen, dus exclusief de aankopen door de overheid ten behoeve van de marktverkopen en exclusief de aankopen ten behoeve van de investeringen in eigen beheer. Verondersteld wordt dat de materiële prijsindex van de materiële overheidsconsumptie gelijk is aan die van de marktverkopen en de aankopen ten behoeve van investeringen in eigen beheer, een splitsing is op basis van de huidige beschikbare bronnen niet te maken.
De IMOC omvat het intermediair verbruik van de volgende bedrijfstakken: openbaar bestuur, gesubsidieerd onderwijs en sociale werkvoorziening. Sector heterogene bedrijfstakken waarin de sector overheid ook is vertegenwoordigd zoals musea zijn hierin buiten beschouwing gelaten. Dit betreft ongeveer vijf procent van de materiële uitgaven van de overheid.
Een aandachtspunt is de representativiteit van prijsinformatie in de IMOC. Veel van de materiële aankopen door de overheid worden in de gebruiktabel van de nationale rekeningen gedefleerd met generieke prijzen. Voor gebruikelijke aankopen zoals kantoorbenodigdheden is dit geen probleem. Voor enkele specifieke aankopen door de overheid is niet altijd een representatieve prijsmeting voorhanden, in zulke gevallen worden meer generieke prijsveranderingen gebruikt.
Elke vijf jaar vindt er een nationale rekeningenbronnenrevisie plaats waarin de kostenstructuren van de bovengenoemde drie overheidsbedrijfstakken worden herijkt. Deze dienen als wegingsschema van de IMOC.