Opiumwet

Wet die de opsporing, vervolging en berechting regelt van handelingen die te maken hebben met (verboden) drugsbezit en drugshandel. De wet maakt onderscheid tussen misdrijven en overtredingen.
Op grond van de Opiumwet geldt een verbod op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of aanwezig hebben van middelen die genoemd worden op de zogeheten lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs). Voorbeelden van de hier bedoelde stoffen zijn cocaïne, heroïne, methadon, morfine, opium en hennep.