Onderwijsniveau SOI 2016

De plaats in de indeling van opleidingen naar niveau volgens de Standaard Onderwijsindeling 2016 (SOI 2016) van het CBS. Dit niveau wordt bepaald door de minimale onderwijsloopbaan die nodig is om de opleiding met succes te kunnen volgen, de duur van de opleiding en de toegang die de opleiding biedt aan vervolgonderwijs.
De SOI 2016 omvat een basisindeling naar niveau en een publicatieindeling naar niveau.
De basisindeling naar niveau is gelijk aan die volgens de Standaard Onderwijsindeling 2006 (SOI 2006), hierin worden de volgende niveaus onderscheiden:

1 Onderwijs aan kleuters
10 Onderwijs aan kleuters
2 Primair onderwijs
20 Primair onderwijs
3 Secundair onderwijs, eerste fase
31 Secundair onderwijs, eerste fase, laag
32 Secundair onderwijs, eerste fase, midden
33 Secundair onderwijs, eerste fase, hoog
4 Secundair onderwijs, tweede fase
41 Secundair onderwijs, tweede fase, laag
42 Secundair onderwijs, tweede fase, midden
43 Secundair onderwijs, tweede fase, hoog
5 Hoger onderwijs, eerste fase
51 Hoger onderwijs, eerste fase, laag
52 Hoger onderwijs, eerste fase, midden
53 Hoger onderwijs, eerste fase, hoog
6 Hoger onderwijs, tweede fase
60 Hoger onderwijs, tweede fase
7 Hoger onderwijs, derde fase
70 Hoger onderwijs, derde fase

De publicatieindeling naar niveau van de SOI 2016 is een hiërarchische indeling in 4 aggregatieniveaus. Op het hoogste niveau worden 3 niveaus onderscheiden, niveau 1 basisonderwijs, vmbo, mbo1, 2 havo, vwo, mbbo2-4 en 3 hbo, wo. Het 2e aggregatieniveau bevat 5 categorieën en het 3e aggregatieniveau 8 categorieën. Het 4e aggregatieniveau is met 18 categorieën een uitbreiding ten opzichte van de SOI 2006 en is ontwikkeld om de toepassingsmogelijkheden van de publicatie-indeling verder te verbeteren. De categorieën zijn omschreven met de benamingen van de belangrijkste typen van het actuele onderwijs. De benamingen dekken hierdoor echter niet altijd geheel de lading maar zijn hierdoor wel herkenbaar.

De publicatieindeling naar niveau van de SOI 2016 ziet er als volgt uit:

1 Basisonderwijs, vmbo, mbo1 (Laag)
11Basisonderwijs
111Basisonderwijs
1111 Basisonderwijs gr1-2
1112 Basisonderwijs gr3-8
12Vmbo, havo-,vwo-onderbouw, mbo1
121Vmbo-b/k, mbo1
1211 Praktijkonderwijs
1212 Vmbo-b/k
1213 Mbo1
122Vmbo-g/t, havo-,vwo-onderbouw
1221 Vmbo-g/t
1222 Havo-, vwo-onderbouw

2 Havo, vwo, mbo2-4 (Middelbaar)
21Havo, vwo, mbo
211Mbo2 en mbo3
2111 Mbo2
2112 Mbo3
212Mbo4
2121 Mbo4
213Havo, vwo
2131 Havo-bovenbouw
2132 Vwo-bovenbouw

3 Hbo, wo (Hoog)
31Hbo-, wo-bachelor
311Hbo-, wo-bachelor
3111 Hbo-associate degree
3112 Hbo-bachelor
3113 Wo-bachelor
32Hbo-, wo-master, doctor
321Hbo-, wo-master, doctor
3211 Hbo-master
3212 Wo-master
3213 Doctor

In 2024 heeft het CBS besloten om in statistische output over onderwijs de omschrijvingen van de 3 klassen van het hoogste aggregatieniveau van de niveauindeling laag, middelbaar en hoog niet langer te gebruiken. In plaats daarvan wordt voor niveau 1 Basisonderwijs, vmbo, mbo1 gebruikt, voor niveau 2 Havo, vwo, mbo2-4 en voor niveau 3 Hbo, wo. Deze omschrijvingen dekken de lading beter, zijn beter herkenbaar en worden ook als minder stigmatiserend ervaren dan de omschrijvingen laag, middelbaar en hoog.