Milieu-investering

Investeringen in materiële vaste activa die gedaan worden met het primaire motief om bescherming, herstel of verbetering van het milieu te bewerkstelligen en die zichzelf niet binnen drie jaar terugverdienen.
Voor het bepalen van de milieu-investeringen vraagt het CBS naar de uitgaven voor milieuvoorzieningen die in de verslagperiode gebruiksklaar ter beschikking zijn gekomen. Tot en met 1998 werden alleen de niet rendabele milieuvoorzieningen waargenomen. Vanaf 1999 wordt ook een deel van de rendabele milieuvoorzieningen meegenomen. Uitgesloten blijven echter de zeer rendabele milieuvoorzieningen. Dat zijn de milieu-investeringen die zichzelf binnen drie jaar terugverdienen.

Onderscheiden worden toegevoegde en procesgeïntegreerde milieuvoorzieningen . Toegevoegde milieuvoorzieningen beïnvloeden productieprocessen of installaties niet of nauwelijks. Het gaat gewoonlijk om 'end-of-pipe'-maatregelen. De gehele aanschafwaarde van de voorziening telt mee als milieu-investering.

Procesgeïntegreerde voorzieningen beïnvloeden de productieprocessen of installaties wel. Het gaat gewoonlijk om preventieve maatregelen. Voor de milieu-investeringen telt alleen mee het verschil in aanschafwaarde met het beschikbare goedkopere alternatief waarvoor gekozen zou zijn als milieuoverwegingen geen rol spelen.