Joule

De hoeveelheid energie die vrijkomt bij de verbranding van energiedragers wordt uitgedrukt in joule (J).
Hoeveelheden van alle energiedragers kunnen in joules worden omgerekend, waardoor ze optelbaar worden. In de tabellen komen vaak de volgende veelvouden van de joule voor:

GJ (gigajoule) = 10<sup>9</sup> joule, overeenkomend met 31,6 m<sup>3</sup> aardgas.
TJ (terajoule) = 10<sup>12</sup> joule, overeenkomend met 31 600 m<sup>3</sup> aardgas.
PJ (petajoule) = 10<sup>15</sup> joule, overeenkomend met 31,6 mln m<sup>3</sup> aardgas.

In plaats van in joules (=warmte-eenheden) worden hoeveelheden energiedragers ook vaak gemeten in zogenaamde fysieke eenheden.