Hiervan is sprake als een persoon van zichzelf aangeeft een goede of zeer goede gezondheid te hebben.
De vraagstelling luidt: Hoe is over het algemeen uw gezondheid/de gezondheid van uw kind? Tot 2001 kon deze vraag beantwoord worden met (1) zeer goed, (2) goed, (3) gaat wel, (4) soms goed en soms slecht, (5) slecht. Vanaf 2001 zijn de antwoordmogelijkheden (1) zeer goed, (2) goed, (3) gaat wel, (4) slecht, (5) zeer slecht. Een consistente voortzetting van trends in alle afzonderlijke categorieën is daarmee niet meer mogelijk.