Buitenlandse onderneming
Van “buitenlandse” is sprake als de beslissende zeggenschap in een ander land wordt uitgeoefend.
Er zijn twee omstandigheden waarin een rechtspersoon een andere rechtspersoon als dochtermaatschappij moet beschouwen:
• Beschikken over meer dan de helft van de stemrechten (al dan niet met andere stemgerechtigden);
• Als hij als lid of als aandeelhouder meer dan de helft van de bestuurders kan benoemen of ontslaan.
Als er over de dochtermaatschappij feitelijk beleidsbepalende invloed wordt uitgeoefend, dan is er sprake van een groepsmaatschappij; men spreekt dan ook van beslissende zeggenschap. In de Verenigde Staten heet dat een “subsidiary”.