Brandstoffenbelasting

Een heffing voor de uitslag en invoer van als minerale oliën aangemerkte brandstoffen (loodvrije benzine, gelode benzine, petroleum, diesel etc.), voor de aflevering of het gebruik van kolen en niet als minerale oliën aangemerkt gas en voor het gebruik van petroleumcokes. De belasting wordt geheven per eenheid brandstof, uitgedrukt in liters, kilogrammen, normaal kubieke meters of gigajoules.
Met uitzondering van de accijns is de brandstoffenbelasting de oudste heffing op energiedragers, maar niet onder deze naam. Het begon met de instelling van de heffing luchtverontreiniging brandstoffen op 1 juli 1972 (Stb. 72-307/308). Op 1 december 1980 werd de heffing geluidhinder wegverkeer ingesteld (Stb. 80-562) die, zoals de naam aangeeft, alleen van toepassing was op de motorbrandstoffen (alleen op benzines en dieselolie). Op 1 maart 1984 werd een heffing luchtverontreiniging ingesteld op LPG (Stb. 84-021). Met de instelling van de bestemmingsheffing brandstoffen op 1 april 1988 (Stb. 88-113/114) werden de heffingen luchtverontreiniging en geluidhinder wegverkeer gecombineerd. Met de instelling van de verbruiksbelastingen van brandstoffen op 1 juli 1992, geheven naar een milieugrondslag (Stb. 92-317/318), werd een nieuwe naam geïntroduceerd, gevolgd door de instelling van de brandstoffenbelasting op 1 januari 1995 (Stb. 94-923/924/925/949/96-543. Op 1 januari 1998 is de brandstoffenbelasting op KV-gas (gas uit kolenvergassing) ingevoerd (Stb. 1997-732). De brandstoffenbelasting op brandstof voor de aardolie- en de chemische industrie is in de loop van 2000 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 vervallen (Stb. 99-579, Stb. 00-269).

Indien bepaalde brandstoffen, waaronder steenkool en aardgas, worden ingezet voor de opwekking van elektriciteit of in een wkk-installatie, zijn deze met ingang van 1 januari 2001 vrijgesteld van brandstoffenbelasting. De brandstoffenbelasting op uranium-235 is met ingang van 1 januari 2001 vervallen (Stb. 2000-568). In de plaats van deze twee wijzigingen met betrekking tot de heffing op brandstof ten behoeve van elektriciteitsopwekking is per 1 januari 2001 de REB op elektriciteit sterker verhoogd dan in het kader van de zogenaamde 3e tranche de bedoeling was (verschuiving van inputbelasting naar outputbelasting).