Een in Nederland gevestigd onderdeel van een buitenlandse ondernemingengroep, waarin vanuit het buitenland financiële middelen bijeen worden gebracht en die, voor eigen rekening, in het buitenland gelden uitzet. De in Nederland gevestigde BFI’s beheren deelnemingen, royalty’s of filmrechten voor de moedermaatschappijen en/of vormen belangrijke schakels bij de financieringsactiviteiten van de moeders in het kader van fusies, overnames en kapitaalverhogingen. BFI’s kenmerken zich door het verrichten van zeer omvangrijke inkomens- en vermogenstransacties die in geen verhouding staan tot hun productieve activiteit in Nederland. BFI’s zijn doorgaans in Nederland gevestigd om fiscale voordelen te behalen, hetzij in Nederland, hetzij in het land van de moedermaatschappij.
De omvang van de geldstromen die BFI’s uit het buitenland ontvangen, zijn van eenzelfde orde van grootte als de omvang van de gelden die BFI’s aan het buitenland betalen. Hierdoor is de invloed van de sector op belangrijke economische variabelen in Nederland, zoals het bruto nationaal inkomen, beperkt. Een belangrijke uitzondering hierop is de invloed van de BFI’s op de nettowinst van de financiële instellingen. Alle inkomende stromen van BFI’s (ontvangen rente, dividenden en ingehouden winsten) zijn namelijk in de nettowinst inbegrepen, terwijl van de uitgaande stromen alleen de betaalde rente wordt meegeteld. In het geval dat buitenlandse concerns besluiten meer financiële stromen door Nederlandse BFI’s te laten lopen zullen de door de nationale rekeningen gerapporteerde winsten van BFI’s dan ook sterk toenemen, en daarmee ook de winsten van alle financiële instellingen tezamen. Om een juist beeld te schetsen van de winstgevendheid van de financiële instellingen in Nederland publiceert het CBS de nettowinst van de financiële instellingen daarom zowel inclusief als exclusief de BFI’s.