Basiseducatie

Onderwijsvorm bestemd voor volwassenen die niet leerplichtig zijn en een onderwijsachterstand hebben. Het onderwijs is gericht op het aanleren van sociale vaardigheden en basisvaardigheden in lezen, schrijven en rekenen.
De basiseducatie ging in 1987 van start en speelt een rol bij de integratie in de Nederlandse samenleving.
Bij de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) op 1 januari 1996 ging de basiseducatie op in de Kwalificatiestructuur Educatie (KSE). In het schooljaar 1997/’98 is de landelijke kwalificatiestructuur ingevoerd en viel de basiseducatie uiteen in de KSE-niveaus 1-3. KSE 1 kwam daarbij overeen met het redzaamheidniveau, KSE 2 met het drempelniveau en KSE 3 met het basisniveau.
Met ingang van het schooljaar 2004/’05 is de Kwalificatiestructuur Educatie door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) vervangen door de Basisstructuur Educatie (BSE). Daarbij zijn de KSE-niveaus 1-3 opgegaan in de educatietypen niveau 1 en niveau 2 (van de BSE). Deze educatietypen betreffen het perspectief van sociale redzaamheid op de twee laagste niveaus (SR 1 en SR 2), respectievelijk professionele redzaamheid ongekwalificeerd (PRO 1 en PRO 2) en professionele redzaamheid gekwalificeerd (PRG 1 en PRG 2).

Startcompetentieniveaus:
Startniveau 1 omvat de groep Nederlands- en anderstalige analfabeten en semi-analfabeten. Startniveau 2 komt ongeveer overeen met het niveau van de basisvorming-basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo met een beperkt aantal algemene vakken;

Sociale redzaamheid:
Hierbij kan het gaan om het leren van Nederlands, hoe een bank werkt, hoe men met het openbaar vervoer kan reizen, kennis over de opvoeding van kinderen en vaardigheden die men bijvoorbeeld nodig heeft in het vrijwilligerswerk en bij medische consumptie.

Professionele redzaamheid ongekwalificeerd:
Deelnemers aan dit educatietype ontbreekt het aan een aantal vaardigheden en kennis om goed op de arbeidsmarkt te kunnen functioneren. Zij hebben vaak leemten op het gebied van Nederlands, rekenen, vreemde talen, digitale vaardigheden, sleutelvaardigheden (zoals organiseren, plannen, samenwerken, overleggen, leren, beslissen, problemen oplossen, voor zichzelf zorgen) en kennis van de wereld. Het gaat hierbij zowel om mensen aan wie ‘trajecten’ worden aangeboden om snel aan het werk te kunnen gaan als om mensen die beter willen leren functioneren in het beroep dat zij hebben.

Professionele redzaamheid gekwalificeerd:
Deelnemers aan dit educatietype zijn bezig met (een deelkwalificatie van) een mbo-opleiding op kwalificatieniveau 1 of 2, omdat zij ongekwalificeerd zijn voor de Nederlandse arbeidsmarkt of omdat zij een hogere kwalificatie willen behalen. Zij ervaren daar problemen bij, omdat het hen ontbreekt aan vaardigheden als Nederlands (als tweede taal), rekenen en sleutelvaardigheden die behoren bij het beroep dat men wil uitoefenen. We kunnen deze vorm van educatie typeren als hulp om het diploma te kunnen behalen.