Meer transacties en prijsstijging nieuwbouwkoopwoningen

Dit zijn de nieuwste cijfers over dit onderwerp. Bekijk eerdere cijfers.
Straat met nieuwbouwrijtjeshuizen
© CBS
In het vierde kwartaal van 2024 waren er 38 procent meer transacties van nieuwbouwkoopwoningen dan een jaar eerder. De prijzen van nieuwbouwkoopwoningen waren 4,8 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2023. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster.
Vergeleken met het voorgaande kwartaal was de prijsstijging 1,8 procent. Bestaande koopwoningen waren 11,5 procent duurder dan een jaar eerder. Daarmee zet de stijgende trend zich voort.

Ruim 38 procent meer transacties dan jaar eerder

In het vierde kwartaal van 2024 zijn er 8,5 duizend nieuwbouwkoopwoningen verkocht. Dit is bijna 30 procent meer dan een kwartaal eerder en ruim 38 procent meer dan een jaar eerder. Daarmee is er vijf kwartalen op rij een positieve jaar-op-jaarontwikkeling te zien voor het aantal verkochte nieuwbouwkoopwoningen. Ook het aantal verkochte bestaande woningen steeg in het vierde kwartaal van 2024. Er werden bijna 60 duizend bestaande koopwoningen verkocht, dit was 18,6 procent meer dan een jaar eerder.

Gemiddelde verkoopprijs nieuwbouwkoopwoning bijna 500 duizend euro

Voor een gemiddelde nieuwbouwkoopwoning betaalde men bijna 500 duizend euro. Hiermee ligt de gemiddelde prijs van een nieuwbouwkoopwoning hoger dan die van een bestaande koopwoning van bijna 462 duizend euro in het vierde kwartaal van 2024.

Huizenprijzen in bijna alle EU-landen hoger

In bijna alle EU-landen waren de huizenprijzen in het vierde kwartaal van 2024 hoger dan een jaar eerder. Slechts twee landen lieten een daling zien; Frankrijk (-1,9 procent) en Finland (-1,9 procent). De gemiddelde prijsstijging van nieuwbouw en bestaande bouw samen was in de EU 4,2 procent.

Met een prijsstijging van 10,8 procent komt Nederland op de vijfde plek van hoogste stijgingen in Europa. De huizenprijzen in Bulgarije stijgen het meest (met 18,3 procent), gevolgd door die in Hongarije (13,0 procent), Portugal (11,6 procent) en Spanje (11,4 procent).

Bronnen

Relevante links