Arbeidsmarkt iets krapper in het vierde kwartaal van 2024

Dit zijn de nieuwste cijfers over dit onderwerp. Bekijk eerdere cijfers.
© CBS / Nikki van Toorn
Het aantal vacatures nam in het vierde kwartaal toe met 7 duizend terwijl het aantal werklozen gelijk bleef. De arbeidsmarkt werd hierdoor krapper, terwijl de krapte in de voorgaande kwartalen vrijwel steeds afnam. Voor elke 100 werklozen waren er 108 openstaande vacatures. Het aantal banen nam opnieuw toe (+33 duizend). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Spanning op de arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalVacatures per 100 werklozen (vacatures per 100 werklozen)
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal121
20232e kwartaal121
20233e kwartaal113
20234e kwartaal114
2024*1e kwartaal110
2024*2e kwartaal108
2024*3e kwartaal106
2024*4e kwartaal108
*voorlopige cijfers

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalWerklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20141e kwartaal158-14
20142e kwartaal-20315
20143e kwartaal-34619
20144e kwartaal5529
20151e kwartaal7628
20152e kwartaal-18532
20153e kwartaal-24335
20154e kwartaal-21040
20161e kwartaal-24713
20162e kwartaal-15552
20163e kwartaal-37743
20164e kwartaal-29955
20171e kwartaal-221560
20172e kwartaal-191964
20173e kwartaal-25974
20174e kwartaal-301372
20181e kwartaal-311077
20182e kwartaal-131562
20183e kwartaal-51063
20184e kwartaal-19355
20191e kwartaal-141759
20192e kwartaal-10135
20193e kwartaal15235
20194e kwartaal-4145
20201e kwartaal-38-68-2
20202e kwartaal73-19-311
20203e kwartaal6819171
20204e kwartaal-382-4
20211e kwartaal-453011
20212e kwartaal-2976144
20213e kwartaal-1746170
20214e kwartaal-292267
20221e kwartaal-3261118
20222e kwartaal-1111110
20223e kwartaal45-1882
20224e kwartaal-13-874
20231e kwartaal-2-540
20232e kwartaal-7-1019
20233e kwartaal16-738
20234e kwartaal-6-539
2024*1e kwartaal13132
2024*2e kwartaal-3-1021
2024*3e kwartaal4-517
2024*4e kwartaal0733
*voorlopige cijfers

Met een groei van 33 duizend (0,3 procent) in het vierde kwartaal kwam het totaal aantal banen op bijna 11,7 miljoen (11 682 duizend). Het gemiddelde aantal banen in heel 2024 was 112 duizend banen hoger dan het jaar ervoor. In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. In de afgelopen tien jaar is het aantal banen met ruim 1,7 miljoen toegenomen.

Aan het einde van het vierde kwartaal stonden er 404 duizend vacatures open. Dit is een toename van 7 duizend vacatures, na twee jaar vrijwel onafgebroken daling, alleen in het eerste kwartaal van 2024 was er nog een lichte toename.

De meeste vacatures zijn in de handel, de zorg en de zakelijke dienstverlening. Deze drie bedrijfstakken zijn goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Vacatures in de bouw en horeca nemen meest toe

Na een afname in het derde kwartaal, nam het aantal vacatures in de bouw in het vierde kwartaal toe met 2 duizend. In de horeca was er ook een toename van 2 duizend vacatures. In de zorg en cultuur, recreatie en overige dienstverlening nam het aantal vacatures met 1 duizend toe.

Minder vacatures in financiële dienstverlening en openbaar bestuur

In vijf bedrijfstakken nam het aantal vacatures niet toe. In het openbaar bestuur nam het aantal vacatures af met 1 duizend tot 27 duizend. Ook in de financiële dienstverlening en het onderwijs nam het aantal vacatures met 1 duizend af, tot 8 duizend en 11 duizend vacatures. In de handel (73 duizend) en in de industrie (33 duizend) bleef het aantal vacatures vrijwel gelijk aan een kwartaal eerder.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
Bedrijfstak4e kwartaal 2024* (x 1 000)3e kwartaal 2024* (x 1 000)
Handel72,873,1
Zorg67,466,0
Zakelijke dienstverlening65,264,9
Industrie33,233,2
Horeca30,027,9
Bouwnijverheid27,825,5
Openbaar bestuur26,928,0
Informatie en communicatie18,718,1
Vervoer en opslag16,716,6
Cultuur, recreatie en
overige diensten
13,512,1
Onderwijs11,411,7
Financiële dienstverlening8,48,9
Landbouw en visserij3,43,3
Verhuur en handel
onroerend goed
3,23,1
*voorlopige cijfers

Meer nieuwe vacatures

Het aantal openstaande vacatures is gelijk aan het aantal openstaande vacatures aan het einde van het derde kwartaal plus het saldo van het aantal nieuwe en vervulde vacatures in het vierde kwartaal. In het vierde kwartaal ontstonden er 370 duizend vacatures en werden en 362 duizend vervuld. Zowel het aantal ontstane als vervulde vacatures was hoger dan in het derde kwartaal.

Vacaturegraad neemt af

De vacaturegraad nam in het afgelopen kwartaal iets af, tot 42. Dit betekent dat er per duizend banen van werknemers 42 vacatures open stonden. De bedrijfstak met de hoogste vacaturegraad bleef de bouw (75). Al langere tijd is de vacaturegraad in het onderwijs het laagst. In het vierde kwartaal ging het om 17 vacatures per duizend banen.

Toename bij zowel werknemers- als zelfstandigenbanen

Zowel bij werknemers als bij zelfstandigen nam het aantal banen toe in het vierde kwartaal. Het aantal werknemersbanen nam toe met 23 duizend (+0,3 procent) naar ruim 9 miljoen. Voor zelfstandigen kwamen er 10 duizend banen bij (+0,4 procent). Het aantal zelfstandigenbanen bedroeg ruim 2,6 miljoen. Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.

In de meeste bedrijfstakken meer banen

Zowel in het openbaar bestuur als in de zakelijke dienstverlening (exclusief de uitzendbureaus) kwamen er in het vierde kwartaal 6 duizend banen bij. Ook in de informatie en communicatie (5 duizend), bouw (5 duizend) en de handel, vervoer en horeca (4 duizend) nam het aantal banen toe.

Uitzendbureaus hadden 1 duizend banen meer dan in het derde kwartaal, een stijging van 0,1 procent. In het derde kwartaal van 2024 daalde het aantal banen in de uitzendbranche nog met 8 duizend. In het eerste kwartaal van 2022 steeg het aantal banen bij uitzendbureaus voor het laatst. In de industrie en het onderwijs daalde het aantal banen met duizend. Dit waren de enige twee bedrijfstakken waar minder banen waren.

Ontwikkeling banen seizoengecorrigeerd 4e kwartaal 2024
BedrijfstakBanen, seizoengecorrigeerd (verandering t.o.v. kwartaal eerder, x 1 000)
Openbaar bestuur6
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
6
Informatie en communicatie5
Bouwnijverheid5
Handel, vervoer en horeca4
Cultuur, recreatie,
overige diensten
2
Verhuur en handel
onroerend goed
1
Landbouw en visserij1
Financiële dienstverlening1
Uitzendbureaus1
Zorg1
Industrie-1
Onderwijs-1

Gewerkte uren gelijk gebleven

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal in totaal ruim 3,7 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, gelijk aan het kwartaal ervoor.

2,7 miljoen flexwerknemers

Van de 9,8 miljoen mensen met betaald werk in het vierde kwartaal waren er bijna 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dit aantal nam licht toe, na een relatief sterke daling in het derde kwartaal. De trend in het aantal flexwerknemers is al langer dalende. In de eerste helft van 2023 was hun aantal nog 2,8 miljoen.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie steeg vrijwel voortdurend vanaf het vierde kwartaal van 2015. In het vierde kwartaal van 2024 waren er 5,5 miljoen werknemers met een vaste arbeidsrelatie, dat aantal is zo goed als onveranderd ten opzichte van een kwartaal eerder. In het vierde kwartaal van 2024 waren er ruim 1,6 miljoen zelfstandigen.

Werkenden naar type dienstverband (seizoengecorrigeerd)
JaarKwartaalWerknemer met vaste arbeidsrelatie (mln)Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (mln)Zelfstandige (mln)
20141e kwartaal4,6152,5031,242
20142e kwartaal4,5992,5091,246
20143e kwartaal4,6112,5261,250
20144e kwartaal4,6242,5381,263
20151e kwartaal4,6282,5501,256
20152e kwartaal4,6062,5851,262
20153e kwartaal4,5962,6041,270
20154e kwartaal4,6022,5901,280
20161e kwartaal4,6052,6031,287
20162e kwartaal4,6182,6371,292
20163e kwartaal4,6382,6591,301
20164e kwartaal4,6302,6861,322
20171e kwartaal4,6322,7221,327
20172e kwartaal4,6322,7641,319
20173e kwartaal4,6922,7601,321
20174e kwartaal4,7242,7611,325
20181e kwartaal4,7382,7881,333
20182e kwartaal4,7932,7801,337
20183e kwartaal4,8392,7951,334
20184e kwartaal4,8852,8021,335
20191e kwartaal4,9392,7891,341
20192e kwartaal4,9682,7831,352
20193e kwartaal5,0062,7661,354
20194e kwartaal5,0682,7261,377
20201e kwartaal5,1362,6851,393
20202e kwartaal5,1302,5071,411
20203e kwartaal5,1832,4691,419
20204e kwartaal5,1842,5191,428
20211e kwartaal5,1862,5541,432
20212e kwartaal5,2412,5231,438
20213e kwartaal5,2312,6021,450
20214e kwartaal5,2652,6401,460
20221e kwartaal5,3022,6651,481
20222e kwartaal5,2792,7501,511
20223e kwartaal5,3252,6531,573
20224e kwartaal5,3682,6961,590
20231e kwartaal5,3702,7601,573
20232e kwartaal5,3922,7581,576
20233e kwartaal5,4242,7291,581
20234e kwartaal5,4642,7171,604
20241e kwartaal5,4762,7191,606
20242e kwartaal5,5022,6941,620
20243e kwartaal5,5112,6551,615
20244e kwartaal5,5132,6621,617

Werkloosheid gelijk gebleven

Er waren in het vierde kwartaal 374 duizend mensen werkloos, dat aantal is gelijk aan een kwartaal eerder. Ook het werkloosheidspercentage is niet veranderd en bedroeg 3,7 procent van de beroepsbevolking. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn. Ook bij de verschillende leeftijdsgroepen (15 tot 25, 25 tot 45 en 45 tot 75 jaar) bleef de werkloosheid gelijk tussen het derde en vierde kwartaal.

Meer baanvinders en meer nieuwe baanzoekers

Het aantal werklozen in het vierde kwartaal van 2024 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.

Stromen tussen arbeidsposities, seizoengecorrigeerd; verandering t.o.v. drie maanden eerder, 4e kwartaal 2024 190000 uit de niet-beroepsbevolking treden toe en vinden direct een baan. 203000 uit de werkzame beroepsbevolking stoppen met werken en verlaten de arbeidsmarkt. 117000 uit de niet-beroepsbevolking gaan opzoek naar werk. 143000 uit werkloze beroepsbevolking vinden een baan. 120000 uit de werkzame beroepsbevolking worden werkloos. 94000 uit de werkloze beroepsbevolking zijn niet meer op zoek naar werk. Niet-beroepsbevolking Werkzameberoepsbevolking Werklozeberoepsbevolking Zijn nietmeer opzoek naarwerk Stoppen metwerken enverlaten dearbeidsmarkt Treden toeen vindendirect een baan Gaan opzoek naarwerk Wordenwerkloos Vindeneen baan Stromen tussen arbeidsposities Seizoengecorrigeerd; verandering t.o.v. drie maanden eerder, 4e kwartaal 2024 117 000 94 000 203 000 190 000 143 000 120 000


Aan de ene kant kwamen er werklozen bij doordat mensen op zoek gingen naar werk maar niet direct een baan vonden (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Deze stroom was groter dan de tegenovergestelde stroom van werkloos naar niet-beroepsbevolking. Per saldo was er daardoor in het vierde kwartaal van 2024 een toestroom van 23 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking. De niet-beroepsbevolking bestaat uit mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren.

Aan de andere kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het vierde kwartaal terug met 23 duizend. Bij elkaar resulteerden deze onderliggende stromen in een onveranderd aantal werklozen.

Aantal langdurig werklozen afgenomen

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, nam af in het vierde kwartaal van 2024, van 68 duizend naar 60 duizend. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten, nam toe van 306 duizend naar 314 duizend. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk, was daarmee iets lager dan in de voorgaande kwartalen.

Onbenut arbeidspotentieel vrijwel gelijk

Mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht óf die niet direct zouden kunnen beginnen, zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel wel in kaart.

Dashboard beroepsbevolking, niet-seizoengecorrigeerd Het dashboard beroepsbevolking geeft schematisch weer welke groepen het CBS onderscheidt op de arbeidsmarkt en uit hoeveel personen deze bestaan. Beroeps- en niet-beroepsbevolking 4e kwartaal 2024, seizoengecorrigeerd Onbenut arbeidspotentieel Bevolking van 15 tot 75 jaar Bevolking, 15 tot 75 jaar 13,4 mln Niet-beroepsbevolking Niet-beroepsbevolking 3,3 mln Niet gezocht en niet beschikbaar Niet gezocht, niet beschikbaar 3,0 mln Gezocht en niet beschikbaar Gezocht, niet beschikbaar 104 dzd Beschikbaar en niet gezocht Beschikbaar, niet gezocht 183 dzd Beroepsbevolking Beroepsbevolking 10,2 mln Werkloos (ILO-definitie) Werkloos (ILO-definitie) 374 dzd Werkzaam Werkzaam 9,8 mln Deeltijd Deeltijd 4,7 mln Wil meer uren werken, beschikbaar Wil meer uren werken, beschikbaar 504 dzd Voltijd Voltijd 5,1 mln


Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het vierde kwartaal naast 374 duizend werklozen om 183 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht. Daarnaast waren er 104 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestond uit 504 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hiervoor ook direct beschikbaar te zijn. Net als bij de werklozen is ook de omvang van de andere groepen in het onbenut arbeidspotentieel niet of nauwelijks veranderd.

Donderdag 20 februari publiceert het CBS de werkloosheidscijfers over januari 2025.