Ruim 870 duizend slachtoffers van psychisch geweld

© Hollandse Hoogte / Patricia Rehe
In 2024 gaven ruim 870 duizend mensen van 16 jaar of ouder aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van psychisch geweld in huiselijke kring. Dit is 6 procent van alle 16-plussers, ongeveer evenveel als in 2020 en 2022. Dit blijkt uit cijfers afkomstig uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag van het CBS en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Dit is een internetenquête waaraan ruim 25 duizend mensen van 16 jaar of ouder deelnamen.

Psychisch geweld is een vorm van huiselijk geweld, waarbij het gaat om regelmatig voorkomende vormen van verbale agressie, dreiging of intimidatie door een gezins- of familielid, partner of ex-partner. Psychisch geweld kan bijvoorbeeld gaan om treiteren, pesten, vernederen, intimideren en bedreigen.

Vrouwen iets vaker slachtoffer van psychisch geweld dan mannen

Vrouwen kregen iets vaker dan mannen te maken met psychisch geweld in de huiselijke kring: 7 procent tegen 5 procent. Vooral bepaalde vormen van psychisch geweld, zoals kleineren of vernederen, bang maken of intimideren, of op een andere manier gecontroleerd of geïntimideerd worden, kwamen bij vrouwen meer voor dan bij mannen.

Slachtoffers psychisch geweld in huiselijke kring, 2024¹⁾
 Vrouwen (% mensen van 16 jaar of ouder)Mannen (% mensen van 16 jaar of ouder)
Psychisch geweld (totaal)6,94,9
waarbij iemand regelmatig
te maken kreeg met:
Kleineren of vernederen3,41,9
Schreeuwen of gillen 2,62
Beledigen of vloeken2,21,7
Bang maken of intimideren2,31
Boos weggelopen tijdens een ruzie1,40,9
Treiteren of pesten0,90,6
Dreigen zichzelf iets aan te doen0,80,6
Dreigen geliefden iets aan te doen0,30,3
Met opzet spullen kapot maken0,10,1
Controle of intimidatie
op andere manier
1,61
Bron: CBS, WODC
¹⁾ In de voorafgaande twaalf maanden, meerdere antwoorden mogelijk.

Jongeren kregen het vaakst te maken met psychisch geweld in de huiselijke kring. Zo gaf 16 procent van de 16- tot 18-jarigen, en 12 procent van de 18- tot 24-jarigen, aan in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer te zijn geweest van psychisch geweld. Voor 24- tot 45- jarigen, 45- tot 65-jarigen en mensen van 65 jaar of ouder was dit respectievelijk 7, 5 en 2 procent.

Bi-plus en homoseksuele vrouwen vaker slachtoffer

Van zowel de homoseksuele als de bi-plus vrouwen kreeg 11 procent te maken met psychisch geweld in huiselijke kring, wat bijna twee keer zo vaak is als gemiddeld in Nederland. Naast seksuele oriëntatie speelt ook genderidentiteit een rol in de mate van slachtofferschap. Zo kregen mensen die zich identificeren als non-binair of genderqueer (dus niet eenduidig als man of als vrouw) relatief vaak te maken met psychisch geweld in huiselijke kring. Van de non-binaire of genderqueer mensen had 21 procent in 2024 te maken gehad met deze vorm van geweld.

Slachtoffers psychisch geweld in huiselijke kring, naar seksuele oriëntatie, 2024¹⁾
Seksuele oriëntatieSlachtoffer psychisch geweld (% mensen van 16 jaar of ouder)
Bi-plus vrouwen11
Homoseksuele vrouwen10,9
Bi-plus mannen6,9
Homoseksuele mannen6,3
Heteroseksuele vrouwen6,3
Heteroseksuele mannen4,7
Bron: CBS, WODC
¹⁾ In de voorafgaande twaalf maanden.

Partner het vaakst pleger van psychisch geweld

Van de mensen die aangeven slachtoffer te zijn geweest van psychisch geweld in huiselijke kring, gaf 41 procent aan dat de partner dit deed. Daarmee is de partner het vaakst pleger van psychisch geweld. Vooral onder 24-plussers komt partnergeweld relatief veel voor: van hen gaf ongeveer de helft aan dat de partner de pleger was.

Jonge slachtoffers (16 tot 24 jaar) gaven het vaakst aan dat een ouder, of een broer of zus de pleger was van het psychisch geweld (63 en 50 procent). Ook 24- tot 35-jarigen noemden relatief vaak de ouder(s) als pleger. De groep 35-plussers gaf juist vaker aan dat hun kind (of kinderen) de pleger(s) van het geweld was (waren).

Plegers psychisch geweld, naar leeftijd slachtoffer, 2024¹⁾
LeeftijdOuder (% van slachtoffers)Broer of zus (% van slachtoffers)Ex-partner (% van slachtoffers)Partner (% van slachtoffers)Ander familielid (% van slachtoffers)Kind (% van slachtoffers)
16 tot 24 jaar62,750,413,811,57,90
24 tot 35 jaar33,311,221,745,7133,7
35 tot 65 jaar8,17,920,653,1832,6
65 jaar of ouder0,98,412,450,416,725,4
Bron: CBS, WODC
¹⁾ In de voorafgaande twaalf maanden, meerdere antwoorden mogelijk.

Slachtoffers praten over ervaringen, maar weinig met politie

Een ruime meerderheid van de slachtoffers (81 procent) heeft met iemand gepraat over het psychisch geweld. Vrouwelijke slachtoffers praatten er vaker over dan mannelijke slachtoffers (86 tegen 73 procent).

Slachtoffers die praatten over wat hen overkomen is, deden dit vooral binnen hun eigen sociale omgeving, bijvoorbeeld met een vriend of vriendin (44 procent), een ander familie- of gezinslid dan de partner (38 procent), of met de partner (37 procent). 33 procent sprak erover met een hulpverlener zoals een (huis)arts, psycholoog of maatschappelijk werker. Minder vaak is er contact geweest met een medewerker van Veilig Thuis (2 procent) of van de politie (4 procent).

Gepraat over psychisch geweld in huiselijke kring, 2024¹⁾
 2024 (% slachtoffers van 16 jaar of ouder)
Met iemand gepraat80,7
met:
Vriend of vriendin44,1
Ander gezins- of familielid38,1
Partner37,0
Hulpverlener (bijvoorbeeld
(huis)arts, psycholoog)
32,6
Politie3,9
Medewerker van Veilig Thuis2,5
Iemand anders8,6
Bron: CBS, WODC
¹⁾ In de voorafgaande twaalf maanden, meerdere antwoorden mogelijk.