Inflatie 3,3 procent in 2024
Jaren | Consumentenprijzen (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|
1965 | 5,2 |
1966 | 5,8 |
1967 | 3,1 |
1968 | 3,7 |
1969 | 7,5 |
1970 | 4,4 |
1971 | 7,6 |
1972 | 7,8 |
1973 | 8 |
1974 | 9,6 |
1975 | 10,2 |
1976 | 8,8 |
1977 | 6,7 |
1978 | 4,1 |
1979 | 4,2 |
1980 | 6,5 |
1981 | 6,7 |
1982 | 6 |
1983 | 2,8 |
1984 | 3,3 |
1985 | 2,3 |
1986 | 0,2 |
1987 | -0,5 |
1988 | 0,7 |
1989 | 1,1 |
1990 | 2,5 |
1991 | 3,9 |
1992 | 3,7 |
1993 | 2,1 |
1994 | 2,7 |
1995 | 2 |
1996 | 2,1 |
1997 | 2,2 |
1998 | 2 |
1999 | 2,2 |
2000 | 2,6 |
2001 | 4,5 |
2002 | 3,4 |
2003 | 2,1 |
2004 | 1,2 |
2005 | 1,7 |
2006 | 1,1 |
2007 | 1,6 |
2008 | 2,5 |
2009 | 1,2 |
2010 | 1,3 |
2011 | 2,3 |
2012 | 2,5 |
2013 | 2,5 |
2014 | 1 |
2015 | 0,6 |
2016 | 0,3 |
2017 | 1,4 |
2018 | 1,7 |
2019 | 2,6 |
2020 | 1,3 |
2021 | 2,7 |
2022 | 10 |
2023 | 3,8 |
2024 | 3,3 |
Prijs van huisvesting hoger
De prijsontwikkeling van huisvesting had een belangrijke bijdrage aan de inflatie van 2024. De prijsontwikkeling van huisvesting wordt in de CPI voor zowel huurwoningen als eigen woningen gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de woninghuren. In 2024 waren de woninghuren gemiddeld 3,7 procent hoger dan in 2023. In 2023 was de prijsstijging 2,5 procent.
Tabak duurder
Ook tabaksproducten hadden een grote bijdrage aan de inflatie. In 2024 was tabak 29,0 procent duurder dan het jaar ervoor. De prijsstijging is vooral het gevolg van accijnsverhogingen per april 2024. De accijns op 50 gram shag steeg van 10,83 euro naar 17,35 euro, de accijns op 20 sigaretten werd verhoogd van 5,87 euro naar 7,81 euro. Een accijnsverhoging werkt met wat vertraging door in de verkoopprijzen, omdat er in de eerste maanden na de accijnsverhoging nog tabaksvoorraden met oude accijnstarieven worden verkocht.
Maand | 2024 (2015=100) | 2023 (2015=100) |
---|---|---|
Jan | 161,58 | 136,27 |
Feb | 161,84 | 136,27 |
Mrt | 163,47 | 136,27 |
Apr | 163,83 | 136,33 |
Mei | 168,17 | 137,82 |
Jun | 203,7 | 155,59 |
Jul | 217,16 | 157,26 |
Aug | 217,48 | 160,98 |
Sep | 217,5 | 161,04 |
Okt | 216,88 | 161,41 |
Nov | 217,04 | 161,52 |
Dec | 217,12 | 161,52 |
Prijzen meubelen en huishoudelijke artikelen lager
De prijsontwikkeling van woonproducten zoals meubelen en huishoudelijke artikelen had in 2024 een drukkend effect op de inflatie. Prijzen in deze productgroep waren 3,0 procent lager dan een jaar eerder. Deze daling komt met name door de prijsontwikkeling van meubelen en stoffering, huishoudtextiel en huishoudelijke artikelen.
Prijs voedingsmiddelen stijgt minder hard
De inflatie was in 2024 gemiddeld 3,3 procent. De gemiddelde prijsstijging was daarmee lager dan in 2023, toen consumentenproducten 3,8 procent duurder werden in een jaar tijd. Dit komt met name door de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen waren in 2024 gemiddeld 1,1 procent duurder dan een jaar eerder. In 2023 waren prijzen van voedingsmiddelen 12,1 procent hoger dan het jaar daarvoor.
2024 (%-punt) | 2023 (%-punt) | |
---|---|---|
Totaal | 3,3 | 3,8 |
Huisvesting, water en energie | 0,75 | -1,00 |
Diverse goederen en diensten | 0,67 | 0,67 |
Alcohol en tabak | 0,49 | 0,22 |
Horeca | 0,48 | 0,60 |
Vervoer | 0,27 | 0,25 |
Recreatie en cultuur | 0,26 | 0,47 |
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken | 0,20 | 1,47 |
Consumptiegebonden belastingen | 0,15 | 0,10 |
Gezondheid | 0,14 | 0,11 |
Meubelen, stoffering en huishoudelijke apparaten | -0,19 | 0,38 |
Nieuwe methode energieprijzen
Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Het CBS publiceerde op dat moment een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.
Inflatie eurozone 2,4 procent
Het CBS publiceert twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland zijn volgens de HICP in 2024 gemiddeld 3,2 procent duurder geworden. In 2023 was de inflatie volgens de HICP 4,1 procent. De inflatie in de eurozone daalde volgens voorlopige cijfers van 5,4 procent in 2023 naar 2,4 procent in 2024.
Land | % (% verandering van de HICP t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|
Litouwen | 0,9 |
Finland | 1,0 |
Italië | 1,1 |
Ierland | 1,3 |
Letland | 1,4 |
Slovenië | 2,0 |
Cyprus | 2,3 |
Frankrijk | 2,3 |
Luxemburg | 2,3 |
eurozone | 2,4 |
Duitsland | 2,5 |
Malta | 2,5 |
Portugal | 2,7 |
Oostenrijk | 2,9 |
Spanje | 2,9 |
Griekenland | 3,0 |
Slowakije | 3,1 |
Nederland | 3,2 |
Estland | 3,7 |
Kroatië | 4,0 |
België | 4,3 |
Bron: CBS, Eurostat bewerkt door CBS |
Verschil CPI en HICP
Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.
Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.
Bronnen
- StatLine - Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100
- StatLine - Jaarmutatie consumentenprijsindex; vanaf 1963
- StatLine - Geharmoniseerde index van consumentenprijzen
Relevante links
- Longread - Mandje van de consumentenprijsindex
- Nieuwsbericht - Inflatie stijgt naar 4-1 procent in december
- Achtergrond - Verschillen tussen cijfers over consumentenprijzen
- Visualisatie - Dashboard consumentenprijzen
- Visualisatie - Persoonlijke inflatiecalculator
- Achtergrond - Indexering in contracten
- Dossier - Conjunctuur