Arbeidsproductiviteit afgenomen in 2023
De arbeidsproductiviteit is de toegevoegde waarde per gewerkt uur. In ontwikkelde economieën is de toename van de arbeidsproductiviteit op de lange termijn de belangrijkste bron van economische groei. In 2023 nam de toegevoegde waarde van de commerciële sector af met 0,2 procent, terwijl het aantal gewerkte uren met 1,2 procent toenam. Dit resulteerde samen in een daling van de arbeidsproductiviteit met 1,4 procent. De commerciële sector omvat alle bedrijfstakken, behalve de overheid, het onderwijs en de handel in onroerend goed (inclusief eigen woningbezit). De omvang van de commerciële sector bedroeg in 2023 ongeveer 80 procent van de totale toegevoegde waarde van de Nederlandse economie.
Jaar | Arbeidsproductiviteit (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|
'96 | 0,2 |
'97 | 2,5 |
'98 | 3,0 |
'99 | 2,3 |
'00 | 4,0 |
'01 | 1,4 |
'02 | 1,0 |
'03 | 1,7 |
'04 | 2,0 |
'05 | 2,6 |
'06 | 1,6 |
'07 | 1,6 |
'08 | 1,3 |
'09 | -2,4 |
'10 | 2,2 |
'11 | 1,3 |
'12 | -0,2 |
'13 | 1,2 |
'14 | 1,1 |
'15 | 1,2 |
'16 | 0,1 |
'17 | 0,5 |
'18 | -0,3 |
'19 | 0,0 |
'20 | -0,2 |
'21 | 3,1 |
'22 | 2,0 |
'23 | -1,4 |
Delfstoffenwinning draagt sterkst bij aan daling productiviteit
In 2023 droeg het merendeel van de bedrijfstakken negatief bij aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. De negatieve bijdrage was het grootst in de delfstoffenwinning. De bijdrage van een bedrijfstak aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de commerciële sector bestaat uit twee componenten: de productiviteitsontwikkeling binnen de bedrijfstak zelf, en veranderingen in het aandeel van de bedrijfstak in het totaal aantal gewerkte uren (een zogenoemd verschuivingseffect).
De delfstoffenwinning en vervoer en opslag droegen in 2023 het sterkst bij aan de afname van de productiviteit. In deze bedrijfstakken werd in 2023 minder toegevoegde waarde gecreëerd per gewerkt uur dan in 2022. De verhuur en overige zakelijke dienstverlening en de specialistische zakelijke dienstverlening droegen juist positief bij aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. In deze sectoren nam de toegevoegde waarde per gewerkt uur in 2023 toe ten opzichte van een jaar eerder.
De delfstoffenwinning had een sterke autonome krimp van de arbeidsproductiviteit, dit houdt in dat de productiviteit binnen deze bedrijfstak sterk afnam ten opzichte van 2022. Er was in de delfstoffenwinning echter ook sprake van een licht positief verschuivingseffect: in 2023 zijn er uren verschoven van gemiddeld minder productieve bedrijfstakken naar de delfstoffenwinning.
De productiviteitsbijdrage van de bedrijfstak vervoer en opslag was ook negatief. Het negatieve effect kwam hier vrijwel geheel voort uit een sterke afname van de arbeidsproductiviteit binnen deze bedrijfstak.
De twee bedrijfstakken die het sterkst positief bijdroegen aan de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit waren de verhuur en overige zakelijke dienstverlening en de specialistische zakelijke dienstverlening. In het geval van de specialistische zakelijke dienstverlening kwam dit vooral door een groei van de arbeidsproductiviteit binnen de bedrijfstak zelf. Bij de verhuur en overige zakelijke dienstverlening kwam de positieve bijdrage daarnaast ook door een positief verschuivingseffect.
Bedrijfstak | Bijdrage eigen productiviteitsgroei binnen bedrijfstak (%-punt) | Bijdrage door verschuivende aandelen in gewerkte uren tussen bedrijfstakken (%-punt) |
---|---|---|
Delfstoffenwinning | -0,76 | 0,03 |
Vervoer en opslag | -0,45 | 0,00 |
Industrie | -0,42 | 0,04 |
Handel | -0,21 | -0,01 |
Financiële dienstverlening | -0,23 | 0,04 |
Informatie en communicatie | -0,11 | 0,01 |
Bouwnijverheid | -0,02 | -0,03 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | -0,02 | 0,00 |
Horeca | 0,04 | -0,06 |
Energievoorziening | -0,13 | 0,11 |
Landbouw, bosbouw en visserij | -0,02 | 0,02 |
Overige dienstverlening | 0,01 | 0,00 |
Cultuur, sport, en recreatie | 0,10 | -0,03 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 0,22 | -0,01 |
Specialistische zakelijke diensten | 0,20 | 0,01 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 0,16 | 0,14 |
Minder kapitaalverdieping en lagere multifactorproductiviteit
Een andere manier om naar de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit te kijken is om deze op te splitsen in bijdragen van drie verschillende componenten: de multifactorproductiviteit, kapitaalverdieping en veranderingen in de werkzame beroepsbevolking (arbeidscompositie). Multifactorproductiviteit wordt doorgaans gezien als een maatstaf voor technologische vooruitgang en de efficiëntere inzet van inputs in het productieproces. Kapitaalverdieping geeft de ontwikkeling van de hoeveelheid ingezet kapitaal, zoals machines en computers, per gewerkt uur weer. Het compositie-effect laat zien of er relatief meer of minder gekwalificeerd personeel is ingezet ten opzichte van een jaar eerder.
In 2023 daalde de hoeveelheid ingezet kapitaal per gewerkt uur. Dit resulteerde in een negatieve bijdrage aan de arbeidsproductiviteit vanuit kapitaalverdieping van -0,8 procent. De bijdrage van de multifactorproductiviteit aan de arbeidsproductiviteit was in 2023 ook -0,8 procent. Verder is er in 2023 relatief beter gekwalificeerd personeel ingezet ten opzichte van 2022 wat leidde tot een positieve bijdrage van de arbeidscompositie van 0,2 procent aan de arbeidsproductiviteit.
Gemiddelde arbeidsproductiviteit per bedrijfstak 1995-2022 na revisie
Op 24 juni zijn nieuwe gereviseerde cijfers van de nationale rekeningen gepubliceerd. Aangezien de groeirekeningen aansluiten bij de nationale rekeningen heeft deze revisie ook gevolgen voor de reeds gepubliceerde productiviteitsstatistieken.
Als gevolg van de revisie en het beschikbaar komen van een nieuwe raming voor het jaar 2022 is de gemiddelde jaarlijkse ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit tussen 1995 en 2022 voor de commerciële sector bijgesteld van 1,2 procent naar 1,3 procent. In de meeste bedrijfstakken is de gemiddelde arbeidsproductiviteitsgroei omhoog bijgesteld ten opzichte van de cijfers voor revisie.
De grootste opwaartse bijstelling vond plaats bij de zakelijke dienstverlening, waar de gemiddelde arbeidsproductiviteitsgroei toenam van 0,4 procent naar 0,9 procent. Dit kwam vooral door een opwaartse bijstelling van de toegevoegde waarde.
De grootste negatieve bijstelling van de gemiddelde arbeidsproductiviteitsgroei vond plaats bij de bedrijfstak energievoorziening. Dit was vooral het gevolg van een significante neerwaartse bijstelling van de toegevoegde waarde van deze bedrijfstak. Het aantal gewerkte uren bleef nagenoeg gelijk.
Bedrijfstak | Arbeidsproductiviteit (voor revisie) (% verandering) | Arbeidsproductiviteit (na revisie) (% verandering) |
---|---|---|
Industrie | 2,8 | 3,0 |
Telecommunicatie | 2,7 | 2,9 |
Energievoorziening | 3,1 | 2,5 |
Financiele dienstverlening | 1,9 | 2,3 |
Handel, vervoer en horeca | 2,0 | 2,0 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 1,3 | 1,8 |
Zakelijke dienstverlening | 0,4 | 0,9 |
Bouwnijverheid | 0,7 | 0,7 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 0,7 | 0,6 |
Gezondheids- welzijnszorg | 0,2 | 0,1 |
Cultuur, recreatie en overige diensten | -0,7 | -0,5 |
Delfstoffenwinning | -4,5 | -4,6 |
Commerciële sector | 1,2 | 1,3 |
Bronnen
- StatLine - Groeirekeningen; nationale rekeningen