Economie groeit in derde kwartaal 2024 met 0,8 procent
Jaar | Kwartaal | Index (2021=100) |
---|---|---|
4e kwartaal | 95,4 | |
2021 | 1e kwartaal | 96,2 |
2021 | 2e kwartaal | 99,9 |
2021 | 3e kwartaal | 101,8 |
2021 | 4e kwartaal | 102 |
2022 | 1e kwartaal | 103 |
2022 | 2e kwartaal | 105,7 |
2022 | 3e kwartaal | 105,7 |
2022 | 4e kwartaal | 105,6 |
2023 | 1e kwartaal | 105,4 |
2023 | 2e kwartaal | 105,2 |
2023 | 3e kwartaal | 104,8 |
2023 | 4e kwartaal | 105 |
2024 | 1e kwartaal | 104,7 |
2024 | 2e kwartaal | 105,8 |
2024 | 3e kwartaal | 106,7 |
Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Consumptie en investeringen stijgen, handelssaldo daalt
De consumptie door huishoudens steeg in het derde kwartaal van 2024 met 0,8 procent ten opzichte van het tweede kwartaal. Ze besteedden vooral meer aan kleding, spullen voor de woning en energie. De overheidsconsumptie nam ook met 0,8 procent toe. De overheid gaf vooral meer uit aan zorg en openbaar bestuur. De investeringen in vaste activa stegen met 0,7 procent. Vooral in woningen en machines is meer geïnvesteerd.
De uitvoer van goederen en diensten steeg in het derde kwartaal van 2024 met 0,4 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024. De invoer van goederen en diensten steeg met 0,6 procent echter harder dan de uitvoer. Het handelssaldo daalde hierdoor met 1,0 procent.
3e kwartaal 2024 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 2e kwartaal 2024 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
---|---|---|
Bruto binnenlands product | 0,8 | 1,1 |
Invoer goederen en diensten | 0,6 | 1,1 |
Consumptie overheid | 0,8 | 1,1 |
Consumptie huishoudens | 0,8 | -0,8 |
Investeringen in vaste activa | 0,7 | 0,8 |
Uitvoer goederen en diensten | 0,4 | 1,7 |
Bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag draagt het meest bij aan groei
In de meeste bedrijfstakken steeg de toevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) in het derde kwartaal. Het sterkst was de groei, met 3,8 procent, bij de energiebedrijven. Hoewel de toegevoegde waarde van de bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag, met 1,1 procent, minder sterk groeide, had deze sector wel de grootste bijdrage aan de economische groei in het derde kwartaal. Dat kwam vooral door de groot- en detailhandel. Daarna volgden de industrie en de overheid.
3e kwartaal 2024 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 2e kwartaal 2024 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
---|---|---|
Energiebedrijven | 3,8 | -1,1 |
Water en afval | 3,8 | 2 |
Financiële instellingen | 1,9 | -2,1 |
Industrie | 1,4 | 3 |
Handel, horeca, vervoer en opslag | 1,1 | 1,3 |
Overheid, onderwijs en zorg | 0,7 | 0,8 |
Bouwnijverheid | 0,6 | 1,4 |
Verhuur en handel onroerend goed | 0,6 | 0,2 |
Zakelijke dienstverlening | 0,3 | 1,1 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 0 | -1,7 |
Cultuur, sport, recreatie en overige diensten | 0 | 3,2 |
Informatie en communicatie | -0,1 | 0,8 |
Delfstoffenwinning | -1,7 | 1,4 |
Economie Europese Unie groeit met 0,3 procent
De economische groei van Nederland was met 0,8 procent sterker dan die van de belangrijkste handelspartners. De economie van de hele Europese Unie (EU) groeide in het derde kwartaal 2024 met 0,3 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. In Frankrijk steeg het bbp met 0,4 procent, in België en Duitsland met 0,2 procent. In de grootste economie van de wereld, de VS, groeide de economie in het derde kwartaal met 0,7 procent.
Omvang economie 1,7 procent groter dan in het derde kwartaal 2023
De Nederlandse economie was in het derde kwartaal 1,7 procent groter dan in het derde kwartaal van 2023. De stijging van de overheidsconsumptie en de consumptie door huishoudens droeg het meest bij aan de groei. De bijdrage van het handelssaldo was licht negatief. De bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag , de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg en de zakelijke dienstverlening leverden de grootste positieve bijdragen aan de economische ontwikkeling ten opzichte van een jaar eerder.
Jaar | Kwartaal | (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
4e kwartaal | -2,9 | |
2021 | 1e kwartaal | -1,1 |
2021 | 2e kwartaal | 11,8 |
2021 | 3e kwartaal | 7 |
2021 | 4e kwartaal | 7,6 |
2022 | 1e kwartaal | 6,9 |
2022 | 2e kwartaal | 5,7 |
2022 | 3e kwartaal | 3,7 |
2022 | 4e kwartaal | 3,8 |
2023 | 1e kwartaal | 1,9 |
2023 | 2e kwartaal | -0,3 |
2023 | 3e kwartaal | -0,7 |
2023 | 4e kwartaal | -0,5 |
2024 | 1e kwartaal | -0,6 |
2024 | 2e kwartaal | 0,8 |
2024 | 3e kwartaal | 1,7 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op dinsdag 24 december.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2019-2023) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Zo is het groeicijfer van het tweede kwartaal van 2024 opwaarts bijgesteld van 1,0 naar 1,1 procent.
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur