Prijsstijging koopwoningen het grootst in provincie en stad Utrecht

Bestaande koopwoningen in Nederland waren in het derde kwartaal van dit jaar 11,1 procent duurder dan een jaar eerder. Een kwartaal eerder kwam de stijging uit op 8,6 procent. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024 steeg de prijsindex in het derde kwartaal met 3,7 procent. Ook de kwartaal-op-kwartaalstijging is groter dan die in het vorige kwartaal (2,9 procent).

In het derde kwartaal wisselden 54 147 woningen van eigenaar. Dat is 15,3 procent meer dan een jaar eerder.

Koopwoningen in provincie Utrecht 14,4 procent duurder

De prijzen van bestaande koopwoningen in de provincie Utrecht waren 14,4 procent hoger dan een jaar eerder. Ook in de voorgaande twee kwartalen was de prijsstijging in Utrecht het grootst van alle provincies. Net als in Utrecht was ook in Drenthe, Flevoland, Fryslân, Groningen en Noord-Brabant de prijsstijging groter dan gemiddeld in Nederland. In Zeeland was de prijsstijging, met 6,9 procent, het kleinst.

In de stad Utrecht waren koopwoningen gemiddeld 18,4 procent duurder dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De prijsstijging in Utrecht is een stuk hoger dan in de andere drie grote steden waar de prijsstijging varieerde van 8,9 procent in Rotterdam tot 10,1 procent in Amsterdam.

Ook in alle provincies meer woningtransacties

Voor het eerst sinds het tweede kwartaal van 2021 wisselden er ook in alle provincies meer woningen van eigenaar dan een jaar eerder. In Groningen was de stijging van het aantal woningtransacties met 20,5 procent het grootst, in Drenthe met 7,5 procent het kleinst.

In de vier grootste steden van de Nederland was de stijging van het aantal transacties het grootst in Rotterdam (34,8 procent). Amsterdam noteerde de kleinste stijging (20,8 procent).

Stijging woningtransacties opnieuw het grootst bij appartementen

Net als in de twee voorgaande kwartalen was in het derde kwartaal de stijging van het aantal woningtransacties veruit het grootst bij appartementen (26,6 procent). Bij tussenwoningen was de stijging met 7,3 procent het kleinst. Wat de prijzen betreft is het beeld anders. De prijsstijging was, met 12,8 procent, het grootst bij de tussenwoningen en met 8,1 procent het kleinst bij de vrijstaande woningen.