Twintigers hebben nu hoger inkomen, maar minder vaak een koopwoning

© Hollandse Hoogte / Patricia Rehe
Twintigers van nu verlaten later het ouderlijk huis, volgen langer onderwijs en hebben vaker een baan dan twintigers van tien jaar eerder. Ze hebben een hoger inkomen, maar minder vaak een koopwoning. Eindtwintigers hebben tegenwoordig meer vermogen en middentwintigers meer studieschuld dan toen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS waarin twintigers van nu zijn vergeleken met die van een decennium terug.

Vergeleken met een decennium eerder gaan twintigers op latere leeftijd op zichzelf wonen. In 2011 woonde 58 procent van de 23-jarigen buiten het ouderlijk huis, in 2022 was dat 50 procent. Hoe ouder twintigers zijn, hoe vaker ze een eigen woning bezitten. In 2022 woonde 2 procent van de 20-jarigen en 43 procent van de 29-jarigen in een koopwoning buiten het ouderlijk huis. In 2011 woonden uitwonende twintigers vaker in een koopwoning: 3 procent van de 20-jarigen en 54 procent van de 29-jarigen.

Uitwonenden in een koopwoning
Leeftijd2011 (%)2022* (%)
203,41,8
215,82,9
229,85
2315,18,2
2421,713
2528,719
2635,925,8
2742,432,1
2848,637,8
295442,9
* voorlopige cijfers

Langer in onderwijs

Twintigers volgen tegenwoordig langer onderwijs dan voorheen. In 2013 volgde 45 procent van de 23-jarigen onderwijs, in 2023 was dat 53 procent. Dat jongeren langer onderwijs volgen, resulteert in meer hbo- en universitair geschoolden. Van de 29-jarigen in 2023 had 56 procent een hbo- of universitaire opleiding afgerond, vergeleken met 43 procent tien jaar eerder.

Deelname formeel onderwijs
 2013 (%)2023 (%)
2071,675,2
2164,271,4
225264,6
2345,453
2437,844,6
2531,435,5
2626,329,7
2721,221,6
2816,818,1
291313,7

Vaker aan het werk

Twintigers zijn ook vaker aan het werk dan tien jaar eerder. In 2023 had 84 procent van de twintigers betaald werk, in 2013 was dat 80 procent. Vooral mannen van begin twintig waren vaker werkzaam. In 2023 werkte 79 procent van de 20-jarige mannen, terwijl dit tien jaar eerder 65 procent was. Ter vergelijking: van de 20-jarige vrouwen werkte 76 procent in 2023, tegenover 74 procent in 2013. Van de onderwijsvolgenden waren vooral begintwintigers vaker aan het werk. Van de niet-onderwijsvolgenden waren twintigers van alle afzonderlijke levensjaren vaker aan het werk.

Hoger inkomen

Het inkomen van uitwonende twintigers is hoger dan een decennium eerder. In 2022 was hun mediane gestandaardiseerd besteedbaar inkomen, oftewel de koopkracht, 30 duizend euro, in 2011 was dat 25 duizend euro. De koopkracht steeg vooral bij eindtwintigers, terwijl die van 20- tot 23-jarigen ongeveer gelijk bleef.

Mediaan gestandaardiseerd inkomen uitwonenden
Leeftijd2011 (duizend euro (prijspeil 2022))2022* (duizend euro (prijspeil 2022))
2011,210
2113,713,7
2217,417,8
2321,222,3
2424,126,4
2526,330
2627,732,5
2728,734,1
2829,434,9
2929,935,4
* voorlopige cijfers

Meer vermogen

De meeste uitwonende twintigers hebben weinig vermogen. Wel is het vermogen van eindtwintigers hoger dan een decennium eerder. Het mediane vermogen van uitwonende 29-jarigen was 40 duizend euro in 2022, tegenover 0 euro in 2011. Deze vermogensgroei komt mede door de stijgende woningwaarde.

Mediaan vermogen uitwonenden
Leeftijd2011 (duizend euro (prijspeil 2022))2022* (duizend euro (prijspeil 2022))
200,60,2
210,40
2200
2300,1
24-0,30,9
25-0,52,9
26-0,57,5
27-0,114,6
28025,2
290,139,6
* voorlopige cijfers

Meer studieschuld

Meer twintigers hebben tegenwoordig een studieschuld, en deze is ook hoger dan een decennium eerder. Van de twintigers met een studieschuld bedroeg de mediane studieschuld 13 duizend euro in 2022, vergeleken met 11 duizend euro in 2011. De studieschuld steeg het meest bij middentwintigers. De mediane studieschuld van 24-jarigen met studieschuld was 17 duizend euro in 2022, tegenover 11 duizend euro in 2011. Vooral na de invoering van het leenstelsel in 2015 nam de studieschuld toe. In studiejaar 2023-2024 is een einde gekomen aan dit leenstelsel.