Vakantieseizoen

Binnen een jaar worden een zomerseizoen en een winterseizoen onderscheiden. Het zomerseizoen duurt ongeveer 22 weken in de maanden mei t/m september en omvat het voorseizoen, het hoogseizoen en het naseizoen. Het winterseizoen duurt ongeveer 30 weken in de maanden oktober t/m april en bestaat uit de herfstperiode, de kerstperiode, de krokusperiode en de paasperiode. Een vakantie valt in een bepaald seizoen op basis van de datum van thuiskomst. Tot en met 2020 was dit op basis van de datum van vertrek.