Nederland heeft 18 miljoen inwoners

Het aantal inwoners groeide in een relatief korte periode (8 jaar) van 17 miljoen naar 18 miljoen. De Nederlandse bevolking groeide in die periode met gemiddeld 120 duizend inwoners (0,7 procent) per jaar. De groei van 16 naar 17 miljoen inwoners duurde vijftien jaar. Toen kwamen er gemiddeld 66 duizend inwoners (0,4 procent) per jaar bij. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide de bevolking sneller. Tussen 1945 en 1970 kwamen er bijna 4 miljoen inwoners bij en groeide de bevolking met gemiddeld 150 duizend (1,6 procent) per jaar.

Vooral groei door buitenlandse migratie

Sinds 2015 groeide de bevolking voornamelijk door buitenlandse migratie. In 2022 en 2023 overleden meer mensen dan er kinderen werden geboren, en groeide de bevolking alleen doordat er meer immigranten dan emigranten waren. Dat was ook in de eerste helft van 2024 zo.

Tot de jaren zeventig groeide de Nederlandse bevolking voornamelijk doordat er meer kinderen geboren werden dan er mensen overleden. Vooral tijdens de ‘babyboom’, direct na de Tweede Wereldoorlog, werden relatief veel kinderen geboren.

In de jaren zeventig daalde het geboortecijfer: mensen begonnen steeds later aan kinderen en kregen er minder. De bevolking groeide ook toen nog voornamelijk doordat er meer kinderen werden geboren dan er mensen overleden, schommelingen in de bevolkingsontwikkeling werden daarna vooral veroorzaakt door veranderingen in het aantal migranten dat jaarlijks naar Nederland kwam. Deze veranderingen hebben niet alleen te maken met perioden van oorlogen en onrust elders, zoals momenteel in Syrië en Oekraïne. Ook een betere of slechtere economische situatie, de uitbreidingen van de Europese Unie of beleidskeuzes zoals een groter aanbod van Engelstalige studies in Nederland spelen daarbij een rol.

Meer in het buitenland geboren inwoners

Het aantal inwoners dat niet in Nederland is geboren nam tussen 2016 en 2024 toe van 2,1 miljoen (12 procent) naar 2,9 miljoen (16 procent). Het aantal in Nederland geboren inwoners steeg van 14,9 naar 15,0 miljoen. Daarvan hadden er in 2024 2,1 miljoen ten minste één ouder die in het buitenland is geboren. Begin 2016 waren dat er nog 1,8 miljoen.

Van vrijwel alle herkomstlanden is het aantal inwoners toegenomen (in Nederland geborenen en buiten Nederland geborenen samen genomen). In Nederland woonden in 2024 vooral meer mensen met een Europese herkomst. Ook het aantal inwoners met een Aziatische herkomst nam relatief sterk toe. Het aantal inwoners met een Oekraïense en Syrische herkomst nam in absolute zin het meest toe tussen 2016 en 2024, gevolgd door inwoners met een Poolse herkomst. Begin 2024 hadden 0,7 procent van de inwoners Oekraïne als herkomstland, 0,9 procent Syrië en 1,3 procent Polen.

Naast inwoners met een Nederlandse herkomst (72 procent), is de groep inwoners met een Turkse (2,5 procent) of Marokkaanse herkomst (2,4 procent) net als in 2016 het grootst. In de top 5 staan ook nog steeds inwoners met een Surinaamse, Indonesische of Duitse herkomst.

Meer oudere inwoners

De bevolking is niet alleen diverser naar herkomstland, maar ook ouder geworden. Er zijn, vergeleken met 2016, relatief minder mensen jonger dan 20 jaar en meer mensen die ouder zijn dan 65 jaar. Ook het aandeel 80-plussers neemt toe. De gemiddelde leeftijd steeg van 41,5 jaar begin 2016 naar 42,6 jaar begin 2024.

Ouderen van nu leven langer dan de generaties daarvoor. Daardoor, en doordat de eerste grote naoorlogse generaties inmiddels de 65 zijn gepasseerd, zijn er meer ouderen. Wel is het aantal sterfgevallen sinds de coronapandemie relatief hoog. De levensverwachting daalde in coronajaar 2020, maar nam daarna weer geleidelijk toe.
Het aantal kinderen dat geboren werd, was de afgelopen jaren juist relatief laag. Het geboortecijfer daalt sinds 2010. In 2023 werden 164,5 duizend kinderen geboren en was het gemiddeld kindertal per vrouw 1,43. Sinds de jaren tachtig is dit niet zo laag geweest.