Werkloosheid in juni vrijwel onveranderd

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Robin Utrecht
In juni waren 370 duizend mensen van 15 tot 75 jaar werkloos. Dat is, net als in mei, 3,6 procent van de beroepsbevolking. Het aantal werklozen is in de afgelopen drie maanden bijna niet veranderd. Het aantal werkenden nam in deze periode toe met gemiddeld 5 duizend per maand. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind juni 168 duizend lopende WW-uitkeringen, 3 duizend minder dan eind mei.

Bijna 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar hadden in juni geen betaald werk. Naast de 370 duizend werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden kromp deze groep mensen buiten de beroepsbevolking met 5 duizend per maand.

Werkloosheid en WW-uitkeringen
JaartalMaandWerkloosheidsindicator (ILO) (15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2017januari588419
2017februari582416
2017maart571415
2017april563401
2017mei564386
2017juni555372
2017juli544364
2017augustus534362
2017september529351
2017oktober511343
2017november504337
2017december503330
2018januari487335
2018februari474330
2018maart465327
2018april463314
2018mei460301
2018juni463288
2018juli458279
2018augustus463278
2018september451274
2018oktober444269
2018november433267
2018december437263
2019januari437279
2019februari419274
2019maart416268
2019april409257
2019mei411251
2019juni423243
2019juli424234
2019augustus432237
2019september432233
2019oktober432233
2019november434228
2019december409223
2020januari390241
2020februari383240
2020maart388250
2020april427292
2020mei439301
2020juni513301
2020juli532301
2020augustus533292
2020september519278
2020oktober509278
2020november485276
2020december476286
2021januari448289
2021februari450286
2021maart439282
2021april427266
2021mei419250
2021juni405238
2021juli393224
2021augustus406213
2021september399208
2021oktober382199
2021november359189
2021december369192
2022januari354193
2022februari336188
2022maart327184
2022april316175
2022mei323165
2022juni339161
2022juli353157
2022augustus378152
2022september382152
2022oktober365150
2022november364145
2022december352149
2023januari360154
2023februari356154
2023maart357158
2023april343156
2023mei353151
2023juni353153
2023juli362152
2023augustus364156
2023september371155
2023oktober361156
2023november357160
2023december361161
2024januari368167
2024februari379174
2024maart371175
2024april375170
2024mei367171
2024juni370168

UWV: aantal WW-uitkeringen daalde in juni met 1,7 procent

Eind juni verstrekte UWV 167,8 duizend WW-uitkeringen. Dat is een daling van 3 duizend uitkeringen (-1,7 procent) vergeleken met mei. Het aantal WW-uitkeringen neemt in deze periode vaak af omdat er vanaf het voorjaar in bijvoorbeeld de bouw en de landbouw weer meer werk is. In juni kwamen er 18,7 duizend uitkeringen bij en werden er 21,7 duizend beëindigd.

UWV: afname aantal WW-uitkeringen het grootst in de bouw

Vergeleken met vorige maand daalde het aantal WW-uitkeringen het sterkst in de sectoren bouw (-8,0 procent), uitzendbedrijven (-6,2 procent) en landbouw, groenvoorziening en visserij (-5,3 procent). De enige sectoren met een toename van het aantal werkloosheidsuitkeringen behoren allemaal tot de industrie: metaalindustrie (+1,0 procent), voeding- en genotmiddelenindustrie (+0,6 procent) en overige industrie (+0,3 procent). In absolute aantallen is de stijging in deze sectoren wel beperkt.

Beroepsbevolking met ruim 100 duizend toegenomen in een jaar tijd

Het werkloosheidspercentage schommelt sinds de zomer van 2023 rond de 3,6. In dezelfde periode nam de nettoarbeidsparticipatie licht toe, naar 73,4 procent in de afgelopen drie maanden. Doordat ook de bevolking groeide, waren er in juni 88 duizend mensen meer aan het werk dan een jaar eerder. Het aantal werklozen was 17 duizend hoger. Hiermee groeide de beroepsbevolking met 105 duizend.

Instroom in werkloosheid vrijwel gelijk aan uitstroom

De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het schema hieronder laat die stromen zien. De figuur daaronder toont de ontwikkeling van die verschillende stromen in de afgelopen maanden.


De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid doen dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt en dus de beroepsbevolking verlaten. In totaal waren er in juni 235 duizend mensen die drie maanden eerder nog werkloos waren.

Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen vergroten. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking. De totale instroom in werkloosheid was in juni met 234 duizend personen zo goed als gelijk aan de uitstroom. Het aantal werklozen is daardoor in de afgelopen drie maanden per saldo bijna niet veranderd. In de eerste maanden van 2024 groeide de werkloosheid nog licht, vooral doordat meer mensen buiten de beroepsbevolking op zoek gingen naar werk en dat niet direct vonden.

Het CBS publiceert iedere maand over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen, zie de technische toelichting.