Grote verschillen agrarische huishoudensinkomen per type bedrijf

Boer in melkstal
© ANP / ANP XTRA Koen Suyk
Huishoudens met een melkveebedrijf hadden in 2021 een inkomen van gemiddeld 77 duizend euro, dit is lager dan het agrarische gemiddelde van 82 duizend euro. Alleen akkerbouwers hadden een lager inkomen. Huishoudens met een pluimveebedrijf hadden gemiddeld een hoger besteedbaar inkomen; 115 duizend euro. Het langdurig armoederisico van agrarische huishoudens was in 2021 laag, ongeacht het bedrijfstype. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.

Besteedbare huishoudensinkomen, 2021
Inkomensgroep1e 20%-groep (laag inkomen) (%)2e 20%-groep (%)3e 20%-groep (%)4e 20%-groep (%)5e 20%-groep (hoog inkomen) (%)
Alle huishoudens20,020,020,020,020,0
Agrarische bedrijven7,06,912,620,253,3
Pluimveebedrijven4,72,35,813,673,6
Glastuinbouwbedrijven3,53,79,114,169,5
Tuinbouwbedrijven
exclusief glastuinbouw
4,14,69,317,764,3
Varkensbedrijven12,54,87,213,761,7
Melkveebedrijven6,85,811,721,054,7
Akkerbouwbedrijven6,88,014,420,550,4

Van de agrarische huishoudens met een melkveebedrijf in 2021 behoorde 54,7 procent tot de 20 procent huishoudens met de hoogste inkomens in Nederland. Onder de pluimveebedrijven was dat 73,6 procent. Gemiddeld viel 53,0 procent van de huishoudens met een bedrijf in de agrarische sector in de hoogste inkomensgroep.

Het besteedbare inkomen van 6,8 procent van de huishoudens met een melkveebedrijf behoorde tot de laagste 20-procent-inkomensgroep. Voor agrarische huishoudens met een pluimveebedrijf was dit 4,6 procent.

Langdurig armoederisico agrarische huishoudens laag ongeacht bedrijfstype

In 2021 had 5,3 procent van de huishoudens met een melkveebedrijf een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Het gemiddelde risico op armoede in Nederland was 6,3 procent. Onder huishoudens met een pluimveebedrijf was dat 3,8 procent.

Huishoudens met een varkensbedrijf hadden het hoogste risico op armoede. Van de deze huishoudens had 12,4 procent een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Van de glastuinbouwbedrijven viel 2,6 procent van het inkomen onder de lage-inkomensgrens. Zij hadden het laagste risico op armoede van alle bedrijven in de agrarische sector.

Dat het risico op armoede niet structureel hoeft te zijn, blijkt uit het langdurig armoederisico. Van de huishoudens met een melkveebedrijf had 0,7 procent in tenminste de laatste vier jaren een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Onder varkensbedrijven was dat 0,3 procent en voor glastuinbouwbedrijven was dit 0,4 procent. Glastuinbouwbedrijven hebben relatief vaker rechtspersoonlijkheid en bedrijven met rechtspersoonlijkheid zijn buiten beschouwing gelaten.

(Langdurig) armoederisico naar bedrijfstype landbouwbedrijven, 2021
bedrijfstypeAlle agrariërs (%)Varkensbedrijven (%)Melkveebedrijven (%)Akkerbouwbedrijven (%)Pluimveebedrijven (%)Glastuinbouwbedrijven (%)
Inkomen onder de
lage-inkomensgrens
5,012,45,34,03,82,5
4 jaar of langer onder de
lage-inkomensgrens
0,60,30,70,50,10,4

Bedrijfsgrootte effect op huishoudensinkomens en armoederisico

Naast bedrijfstype speelt ook bedrijfsgrootte een rol in de hoogte van het huishoudensinkomen en het armoederisico. Agrarische huishoudens in de laagste SO-klasse hadden in 2021 een gemiddeld inkomen van 65 duizend euro. De SO-klasse is een gestandaardiseerde maat voor de economische omvang van agrarische bedrijven, gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld op jaarbasis per gewas of diercategorie wordt behaald. Agrarische huishoudens in de hoogste SO-klasse hadden een gemiddeld inkomen van 122 duizend euro.

Huishoudens uit deze laatste groep hadden in 2021 ook het hoogste risico op armoede. Van de 700 huishoudens in de hoogste SO-klasse vielen de inkomens van 7,9 procent onder de lage-inkomensgrens.

Net zoals bij de indeling naar bedrijfstype, ligt het langdurig armoederisico voor alle SO-klassen lager dan het armoederisico in 2021. In tenminste de laatste vier jaren hadden 10 huishoudens (1,6 procent) van de huishoudens uit de hoogste SO-klasse een inkomen onder de lage-inkomensgrens.

Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen naar bedrijfsgrootte, 2021
Type bedrijfBesteedbaar inkomen (1 000 euro)
Nederland48,5
Alle agrariërs81,8
SO-klasse
3 tot dzd euro65,2
25 tot 100 dzd euro69,0
100 tot 250 dzd euro77,1
250 tot 500 dzd euro83,7
500 dzd tot 1 mln euro95,1
1 tot 1,5 mln euro114,4
1,5 tot 3 mln euro122,0
meer dan 3 mln euro121,5

(Langdurig) armoederisico naar bedrijfsgrootte landbouwbedrijven, 2021
grootteklasseAlle agrariërs (%)3 tot dzd euro (%)25 tot 100 dzd euro (%)100 tot 250 dzd euro (%)250 tot 500 dzd euro (%)500 dzd tot 1 mln euro (%)1 tot 1,5 mln euro (%)1,5 tot 3 mln euro (%)meer dan 3 mln euro (%)
Inkomen onder de
lage-inkomensgrens
5,05,04,95,44,64,64,77,07,9
4 jaar of langer onder de
lage-inkomensgrens
0,60,90,70,90,40,30,20,11,6