Zeven bevolkingsvarianten
De bevolkingsvarianten laten zien hoe de bevolkingsomvang en -samenstelling in 2050 er uit kan zien als het kindertal, de levensverwachting en de internationale migratie zich anders ontwikkelen dan verondersteld in de Bevolkingsprognose. Twee varianten laten zien wat er gebeurt als de bevolking sterker of juist minder sterk groeit dan verondersteld (Groei versus Krimp), twee andere varianten laten zien wat er gebeurt als de bevolking sterker of juist minder sterk vergrijst (Grijs versus Groen) en drie varianten laten verschillende ontwikkelingen in de migratie zien. De variant Lage migratie gaat uit van een sterk teruglopend migratiesaldo. Voor hoge migratie zijn er twee varianten: Arbeid en Asiel. Het gaat er bij migratie namelijk niet alleen om of de migratie hoog is, maar ook over de vraag welk type migranten naar Nederland komen. De variant Arbeid gaat uit van hoge migratie uit landen waaruit overwegend migranten komen met als migratiemotief arbeid of studie (inclusief de daaropvolgende gezinsmigranten) en de variant Asiel gaat uit van hoge migratie uit landen waaruit vooral asielmigranten (inclusief de daaropvolgende gezinsmigranten) komen.
Varianten | Prognose1) | Groei | Krimp | Groen | Grijs | Arbeid | Asiel | Lage Migratie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gemiddeld kindertal per vrouw (kinderen/vrouw) | 1,56 | 1,71 | 1,41 | 1,80 | 1,32 | 1,54 | 1,57 | 1,56 |
Periode-levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren) | 86,0 | 87,6 | 84,3 | 83,6 | 88,4 | 86,0 | 86,0 | 86,0 |
Saldo buitenlandse migratie (x 1 000) | 71 | 106 | 41 | 71 | 70 | 103 | 84 | 29 |
1) Bevolkingsprognose 2023-2070 |