Leeftijd waarop Nederlanders recht krijgen op een AOW-uitkering (uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet). In de AOW-wet is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de prognose van de levensverwachting waardoor deze in de toekomst kan veranderen. Volgens de Algemene Ouderdomswet wordt de AOW-leeftijd in 2024 67 jaar. Tot en met 2027 is de AOW-leeftijd vastgesteld op 67 jaar en in 2028 op 67 jaar en 3 maanden. Aan de hand van de prognose van de levensverwachting van 65-jarigen stelt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de AOW-leeftijd voor vijf jaar vooruit vast. Volgens de huidige wetgeving zal vanaf 2025 de AOW-leeftijd met 8 maanden stijgen per jaar dat we langer leven. Voor deze Verkenning is de AOW-leeftijd in de varianten uitgerekend tot 2050, op basis van de levensverwachting die bij iedere variant hoort. De verwachte AOW-leeftijd is hoger in varianten met een relatief hoge levensverwachting (zoals variant Grijs) dan in varianten met een relatief lage levensverwachting (zoals variant Groen).
Terug naar artikel