Economie krimpt in eerste kwartaal 2024 met 0,1 procent
Door de coronacrisis bereikte het bbp halverwege 2020 een dieptepunt. Daarna trad een krachtig herstel op en groeide de economie tot 2023 onafgebroken. Sindsdien daalde het bbp in vier van de vijf kwartalen. In het eerste kwartaal 2024 was het bbp per saldo 0,9 procent lager dan in het vierde kwartaal 2022.
Jaar | Kwartaal | Index (2015=100) |
---|---|---|
2019 | 1e kwartaal | 109,2 |
2019 | 2e kwartaal | 109,5 |
2019 | 3e kwartaal | 109,7 |
2019 | 4e kwartaal | 110,4 |
2020 | 1e kwartaal | 108,9 |
2020 | 2e kwartaal | 99,8 |
2020 | 3e kwartaal | 106,2 |
2020 | 4e kwartaal | 106,8 |
2021 | 1e kwartaal | 108,1 |
2021 | 2e kwartaal | 111,4 |
2021 | 3e kwartaal | 113,7 |
2021 | 4e kwartaal | 114,5 |
2022 | 1e kwartaal | 115,1 |
2022 | 2e kwartaal | 117,1 |
2022 | 3e kwartaal | 117,3 |
2022 | 4e kwartaal | 117,9 |
2023 | 1e kwartaal | 117,5 |
2023 | 2e kwartaal | 117 |
2023 | 3e kwartaal | 116,7 |
2023 | 4e kwartaal | 117 |
2024 | 1e kwartaal | 116,9 |
Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Consumptie en investeringen groeien
De consumptie door huishoudens steeg in het eerste kwartaal 2024 met 0,7 procent ten opzichte van het vierde kwartaal. Vooral de uitgaven, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, aan kleding, schoenen en vliegvakanties namen toe. De consumptie van de overheid groeide met 0,6 procent en de investeringen in vaste activa stegen met 0,4 procent. Vooral de investeringen in vervoersmiddelen en machines namen toe. De bouwinvesteringen daalden echter.
De uitvoer van goederen daalde, terwijl de uitvoer van diensten steeg. Per saldo daalde de export van goederen en diensten met 0,1 procent. De invoer van goederen en diensten bleef gelijk. Hierdoor droeg het handelssaldo negatief bij aan de ontwikkeling van het bbp. Ook de bijdrage van de verandering in voorraden was negatief.
2024-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 2023-IV (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
---|---|---|
Bruto binnenlands product | -0,1 | 0,3 |
Invoer goederen en diensten | 0 | 0,2 |
Consumptie huishoudens | 0,7 | 2 |
Consumptie overheid | 0,6 | 0,6 |
Investeringen in vaste activa | 0,4 | -1,7 |
Uitvoer goederen en diensten | -0,1 | -0,1 |
Industrie krimpt
De toevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de industrie daalde in het eerste kwartaal 2024 met 3,8 procent. Dat is vooral toe te schrijven aan de machine- en de vervoersmiddelenindustrie. De delfstoffenwinning noteerde weliswaar de grootste daling, maar de industrie droeg van alle bedrijfstakken het meest bij aan de daling van het bbp in het eerste kwartaal. De toegevoegde waarde van de bouw daalde met 1,8 procent.
2024-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 2023-IV (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
---|---|---|
Energiebedrijven | 4,3 | -1,5 |
Water en afval | 1,1 | -0,5 |
Handel, horeca, vervoer en opslag | 0,7 | 0,5 |
Verhuur en handel onroerend goed | 0,4 | 0,4 |
Zakelijke dienstverlening | 0,4 | 0,3 |
Overheid, onderwijs en zorg | 0,2 | 0,8 |
Informatie en communicatie | 0 | 1 |
Financiële instellingen | 0 | -1,6 |
Landbouw, bosbouw en visserij | -1,2 | 2 |
Cultuur, sport, recreatie en overige diensten | -1,6 | 3,3 |
Bouwnijverheid | -1,8 | -1,2 |
Industrie | -3,8 | 0,5 |
Delfstoffenwinning | -25,1 | -3 |
Economie belangrijkste handelspartners groeit
De krimp van de Nederlandse economie met 0,1 procent valt negatief op in vergelijking met de economische ontwikkeling van de belangrijkste handelspartners. De economie van de hele Europese Unie groeide in het eerste kwartaal 2024 met 0,3 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. In België steeg het bpp ook met 0,3 procent, terwijl in Duitsland en Frankrijk de economie met 0,2 procent groeide. In de grootste economie van de wereld, de VS, nam het bbp in het eerste kwartaal met 0,4 procent toe ten opzichte van het vierde kwartaal. Het bbp van het Verenigd Koninkrijk ten slotte steeg met 0,6 procent.
Omvang economie 0,7 procent kleiner dan in het eerste kwartaal 2023
De Nederlandse economie was in het eerste kwartaal 0,7 procent kleiner dan in het eerste kwartaal 2023. De daling van het handelssaldo en de investeringen droeg het meest bij aan de krimp. De consumptie door de overheid leverde de meest positieve bijdrage. De industrie en de bouwnijverheid leverden van de Nederlandse bedrijfstakken de meest negatieve bijdrage aan de economische ontwikkeling ten opzichte van een jaar eerder.
Jaar | Kwartaal | (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
2019 | 1e kwartaal | 1,8 |
2019 | 2e kwartaal | 1,9 |
2019 | 3e kwartaal | 2,1 |
2019 | 4e kwartaal | 2 |
2020 | 1e kwartaal | -0,3 |
2020 | 2e kwartaal | -8,8 |
2020 | 3e kwartaal | -3,3 |
2020 | 4e kwartaal | -2,9 |
2021 | 1e kwartaal | -1,1 |
2021 | 2e kwartaal | 11,8 |
2021 | 3e kwartaal | 6,9 |
2021 | 4e kwartaal | 7,4 |
2022 | 1e kwartaal | 6,4 |
2022 | 2e kwartaal | 5,2 |
2022 | 3e kwartaal | 3 |
2022 | 4e kwartaal | 2,9 |
2023 | 1e kwartaal | 1,8 |
2023 | 2e kwartaal | -0,1 |
2023 | 3e kwartaal | -0,8 |
2023 | 4e kwartaal | -0,4 |
2024 | 1e kwartaal | -0,7 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op maandag 24 juni.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2019-2023) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groeicijfers van het eerste, derde en vierde kwartaal 2023 zijn bijgesteld met respectievelijk 0,1, -0,1 en -0,1 procentpunt.
Revisie
Op 23 mei 2024 worden de gereviseerde cijfers over de omvang van de Nederlandse economie gepubliceerd over het verslagjaar 2021. Bij een revisie worden de laatste inzichten verwerkt uit de diverse statistieken en informatiebronnen die door de nationale rekeningen worden gebruikt. Ook wordt er met deze revisie een aantal methodewijzigingen doorgevoerd.
Op 24 juni wordt de tweede raming van de economische groei van het eerste kwartaal 2024 gepubliceerd. Dat is de eerste kwartaalraming na de revisie. Ook wordt dan de gereviseerde tijdreeks vanaf 1995 tot en met het eerste kwartaal 2024 gepubliceerd.
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur
- Achtergrond - Aankondiging revisie van de macro-economische cijfers van het CBS