De index voor graslandvlinders bestaat uit tien van de zeventien door de EU geselecteerde graslandvlinders (de andere zeven komen niet in Nederland voor): argusvlinder, bruin dikkopje, bruin zandoogje, donker pimpernelblauwtje, groot dikkopje, hooibeestje, icarusblauwtje, kleine vuurvlinder, oranjetipje en klaverblauwtje. Voor de indicator ‘graslandvlinders’ wordt alleen de trend op graslanden gebruikt (een oranjetipje dat wordt geteld in het bos, of in tuin of park, telt hierin niet mee).
Terug naar artikel