Populaties dagvlinders meer dan gehalveerd sinds 1992
Jaar | Waarneming (Index (1992=100)) | Trend (1992=100) (Index (1992=100)) | Onzekerheid trend (Index (1992=100)) |
---|---|---|---|
1992 | 108,86 | 100,00 | 91,99 - 109,91 |
1993 | 93,34 | 93,77 | 87,76 - 100,88 |
1994 | 68,53 | 88,30 | 83,72 - 93,76 |
1995 | 92,73 | 83,48 | 79,83 - 87,66 |
1996 | 83,73 | 79,22 | 76,21 - 82,52 |
1997 | 77,64 | 75,48 | 72,61 - 78,43 |
1998 | 78,34 | 72,23 | 69,61 - 75,01 |
1999 | 59,12 | 69,43 | 66,82 - 72,12 |
2000 | 76,74 | 66,97 | 64,49 - 69,63 |
2001 | 53,70 | 64,79 | 62,34 - 67,39 |
2002 | 67,85 | 62,96 | 60,49 - 65,48 |
2003 | 78,48 | 61,52 | 59,09 - 64 |
2004 | 56,05 | 60,60 | 58,31 - 62,93 |
2005 | 62,89 | 60,12 | 58,05 - 62,33 |
2006 | 57,33 | 59,92 | 57,81 - 62,22 |
2007 | 47,93 | 59,82 | 57,66 - 62,12 |
2008 | 46,16 | 60,19 | 58,08 - 62,44 |
2009 | 73,78 | 61,16 | 59,16 - 63,29 |
2010 | 80,18 | 62,20 | 60,3 - 64,35 |
2011 | 71,03 | 62,77 | 60,84 - 64,97 |
2012 | 44,72 | 63,06 | 61,14 - 65,18 |
2013 | 69,74 | 63,44 | 61,6 - 65,43 |
2014 | 76,47 | 63,55 | 61,78 - 65,43 |
2015 | 60,22 | 63,02 | 61,35 - 64,78 |
2016 | 55,78 | 61,94 | 60,39 - 63,57 |
2017 | 70,49 | 60,59 | 59,13 - 62,1 |
2018 | 62,87 | 58,95 | 57,59 - 60,36 |
2019 | 52,69 | 57,00 | 55,69 - 58,32 |
2020 | 51,34 | 54,76 | 53,45 - 56,08 |
2021 | 48,53 | 52,30 | 50,84 - 53,7 |
2022 | 57,74 | 49,66 | 48,04 - 51,33 |
2023 | 44,62 | 46,89 | 45,03 - 48,9 |
2024 | |||
2025 | |||
Bron: NEM (Vlinderstichting, CBS) |
Sinds 1992 worden vlinders wekelijks geteld op vaste routes, als onderdeel van het NEM Meetnet Vlinders. Daarmee kan voor ieder jaar een populatie-index worden berekend op basis van 53 soorten dagvlinders.
2023 was een slecht jaar voor vlinders: de getelde aantallen waren het laagst sinds de start van het meetnet. Negen van de 53 vlindersoorten bereikten de laagste aantallen sinds 1992, waaronder zwartsprietdikkopje, klein geaderd witje, donker pimpernelblauwtje, en kleine vos. Voor de citroenvlinder en grote vuurvlinder was 2023 juist een goed jaar, met de hoogste aantallen sinds 1992.
Sterke afname veelvoorkomende soorten als kleine vos
Sinds 1992 gaan 26 soorten dagvlinders in aantal achteruit en 14 soorten vooruit. Van 11 soorten blijft het aantal nagenoeg stabiel, en voor 2 soorten is de trend onzeker. Bij de grootste dalers gaat het niet alleen om zeldzame en bedreigde vlindersoorten (zoals kleine heivlinder en gentiaanblauwtje), maar ook om veelvoorkomende soorten als groot koolwitje en kleine vos.
Zeldzame en beschermde vlindersoorten kwetsbaar
Pimpernelblauwtje, donker pimpernelblauwtje en grote vuurvlinder zijn extra van belang voor het natuurbeleid in Nederland, omdat ze op de Europese Habitatrichtlijn staan. Deze drie soorten komen elk maar op een of twee plekken in Nederland voor, en zijn daarom bijzonder kwetsbaar.
De populatie van de grote vuurvlinder is de laatste jaren gegroeid. De aantallen in de Weerribben (Overijssel) zijn fors toegenomen. Maar op de enige andere vliegplek van deze soort, de Rottige Meente (Friesland), gaat het aantal juist sterk achteruit.
Het pimpernelblauwtje is in aantal toegenomen ten opzichte van de jaren negentig. 2023 was voor deze soort een min of meer gemiddeld jaar, met ongeveer 1 200 vlinders. Voor een vlinderpopulatie is dit echter een laag aantal, wat deze soort kwetsbaar maakt.
Van het donker pimpernelblauwtje werden in 2023 nog maar enkele exemplaren gezien, waarmee de soort zo goed als verdwenen is.
Ook halvering populaties graslandvlinders
De populatieaantallen van tien kenmerkende soorten graslandvlinders daalden in 2023 voor het eerst tot onder de helft van de aantallen in 1992. De afname van graslandvlinders verloopt sinds 2012 steeds sneller. In de Natuurherstelverordening is de graslandvlinderindex opgenomen als een van de indicatoren die aangeven hoe het gaat met de biodiversiteit van graslanden.
De aantallen argusvlinders zijn sinds 1992 in graslanden met meer dan 98 procent afgenomen. Daarnaast is er een langjarige achteruitgang te zien van icarusblauwtje, een (voorheen) veelvoorkomende graslandsoort. Er zijn ook vlinders die in graslanden in aantal toenemen, zoals hooibeestje en bruin dikkopje.
Bronnen
- Compendium voor de leefomgeving – Trend van dagvlinders
- Compendium voor de leefomgeving – Dagvlinders van graslanden
- Compendium voor de leefomgeving – Vlinders van de Habitatrichtlijn