Economie groeit met 0,4 procent in vierde kwartaal 2023
De groei was iets groter dan bij de eerste berekening. Vooral de overheidsconsumptie is opwaarts bijgesteld. Dat komt onder meer door hogere uitgaven van gemeenten. Ook de bruto-investeringen zijn opwaarts aangepast. Het handelssaldo is echter neerwaarts bijgesteld. Het economische beeld veranderde niet. De toename van het bbp in het vierde kwartaal is vooral toe te schrijven aan de consumptie door huishoudens.
Jaar | Kwartaal | Index (2015=100) |
---|---|---|
2018 | 1e kwartaal | 106,9 |
2018 | 2e kwartaal | 107,6 |
2018 | 3e kwartaal | 107,8 |
2018 | 4e kwartaal | 108,3 |
2019 | 1e kwartaal | 109,2 |
2019 | 2e kwartaal | 109,5 |
2019 | 3e kwartaal | 109,7 |
2019 | 4e kwartaal | 110,4 |
2020 | 1e kwartaal | 108,9 |
2020 | 2e kwartaal | 99,8 |
2020 | 3e kwartaal | 106,2 |
2020 | 4e kwartaal | 106,8 |
2021 | 1e kwartaal | 108,1 |
2021 | 2e kwartaal | 111,4 |
2021 | 3e kwartaal | 113,7 |
2021 | 4e kwartaal | 114,5 |
2022 | 1e kwartaal | 115,1 |
2022 | 2e kwartaal | 117,1 |
2022 | 3e kwartaal | 117,3 |
2022 | 4e kwartaal | 118 |
2023 | 1e kwartaal | 117,4 |
2023 | 2e kwartaal | 117 |
2023 | 3e kwartaal | 116,7 |
2023 | 4e kwartaal | 117,1 |
Tweede berekening
De tweede berekening wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2018-2022) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
Bijstellingen groei voorgaande kwartaal
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Daarnaast worden bij de tweede berekening van het vierde kwartaal de eerste drie kwartalen herzien op basis van de meest recente informatie. De bbp-ontwikkeling van het derde kwartaal van 2023 is van -0,3 naar -0,2 procent bijgesteld. De eerste twee kwartalen van 2023 zijn niet bijgesteld.
Krimp ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022 bijgesteld naar 0,4 procent
Ten opzichte van een jaar eerder kromp het bbp in het vierde kwartaal met 0,4 procent. Volgens de eerste berekening was de krimp 0,5 procent. Ook bij de jaar-op-jaarontwikkeling zijn de overheidsconsumptie en de investeringen opwaarts bijgesteld en het handelssaldo neerwaarts.
Verder is de groei van het eerste kwartaal aangepast van 1,9 naar 1,8 procent en de krimp van het tweede kwartaal van 0,2 naar 0,1 procent.
Jaar | Kwartaal | Index (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
2018 | 1e kwartaal | 2,6 |
2018 | 2e kwartaal | 2,7 |
2018 | 3e kwartaal | 2,2 |
2018 | 4e kwartaal | 1,9 |
2019 | 1e kwartaal | 1,8 |
2019 | 2e kwartaal | 1,9 |
2019 | 3e kwartaal | 2,1 |
2019 | 4e kwartaal | 2,0 |
2020 | 1e kwartaal | -0,3 |
2020 | 2e kwartaal | -8,8 |
2020 | 3e kwartaal | -3,3 |
2020 | 4e kwartaal | -2,9 |
2021 | 1e kwartaal | -1,1 |
2021 | 2e kwartaal | 11,8 |
2021 | 3e kwartaal | 6,9 |
2021 | 4e kwartaal | 7,4 |
2022 | 1e kwartaal | 6,4 |
2022 | 2e kwartaal | 5,2 |
2022 | 3e kwartaal | 3,0 |
2022 | 4e kwartaal | 2,9 |
2023 | 1e kwartaal | 1,8 |
2023 | 2e kwartaal | -0,1 |
2023 | 3e kwartaal | -0,8 |
2023 | 4e kwartaal | -0,4 |
Economie groeit in 2023 met 0,1 procent
De economische groei is in 2023 uitgekomen op 0,1 procent. Bij de eerste berekening op 14 februari was dat ook 0,1 procent. Vooral de consumptie door de overheid droeg bij aan de groei in 2023.
Aantal banen groeit met 56 duizend
Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het vierde kwartaal 2023 met 56 duizend ten opzichte van het derde kwartaal van 2023. De eerste berekening kwam uit op een stijging van 45 duizend banen.
In het vierde kwartaal van 2023 waren er volgens de tweede berekening 114 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer dan in hetzelfde kwartaal van 2022. Dat was bij de eerste berekening 96 duizend.
De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie. Ook de eerste drie kwartalen van 2023 zijn bijgesteld op basis van de meest recente informatie. In 2023 waren er gemiddeld 179 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer dan in 2022.
mutatie (verandering t.o.v. kwartaal eerder (x 1 000)) | ||
---|---|---|
2018 | 1e kwartaal | 76 |
2018 | 2e kwartaal | 64 |
2018 | 3e kwartaal | 67 |
2018 | 4e kwartaal | 58 |
2019 | 1e kwartaal | 62 |
2019 | 2e kwartaal | 38 |
2019 | 3e kwartaal | 36 |
2019 | 4e kwartaal | 51 |
2020 | 1e kwartaal | 5 |
2020 | 2e kwartaal | -302 |
2020 | 3e kwartaal | 174 |
2020 | 4e kwartaal | 2 |
2021 | 1e kwartaal | 4 |
2021 | 2e kwartaal | 143 |
2021 | 3e kwartaal | 171 |
2021 | 4e kwartaal | 68 |
2022 | 1e kwartaal | 124 |
2022 | 2e kwartaal | 110 |
2022 | 3e kwartaal | 75 |
2022 | 4e kwartaal | 66 |
2023 | 1e kwartaal | 34 |
2023 | 2e kwartaal | 7 |
2023 | 3e kwartaal | 33 |
2023 | 4e kwartaal | 56 |
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur