Stikstof en fosfaat in dierlijke mest in 2023 onder mestplafond
Rundvee (mln kg) | Varkens (mln kg) | Pluimvee (mln kg) | Overig vee (mln kg) | |
---|---|---|---|---|
2015 | 315,7 | 99,3 | 62,0 | 20,5 |
2016 | 327,5 | 96,9 | 62,2 | 17,8 |
2017 | 337,0 | 97,4 | 58,9 | 18,8 |
2018 | 327,4 | 96,6 | 56,8 | 22,7 |
2019 | 315,7 | 93,7 | 56,0 | 24,3 |
2020 | 320,1 | 91,8 | 54,7 | 22,8 |
2021 | 305,9 | 88,9 | 54,3 | 21,9 |
2022 | 302,4 | 88,6 | 53,9 | 22,3 |
2023* | 310,0 | 85,2 | 53,3 | 22,2 |
¹⁾ Derogatiebeschikking Europese Commissie 30-9-2022. *Voorlopige cijfers |
In 2023 bleef de stikstofuitscheiding in de mest van koeien, varkens, kippen en ander vee 4 procent onder het voor 2023 geldende stikstofplafond van 489,4 miljoen kilogram. In 2025 wordt het stikstofplafond aangescherpt tot 440 miljoen kilogram stikstof.
Stikstofuitscheiding melkvee neemt toe, fosfaat daalt
Melkkoeien en het bijbehorende jongvee scheidden 277 miljoen kilogram stikstof uit, 2,8 procent meer dan in 2022. De stikstofuitscheiding van varkens en pluimvee daalde met 2,8 procent tot 138 miljoen kilogram.
Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 nam het aantal melkkoeien en de mestproductie toe. Maatregelen om de omvang van de melkveestapel terug te dringen, zorgden weer voor een daling van de mestproductie vanaf 2017. Sinds 2017 is de stikstofuitscheiding van de veestapel afgenomen met 41 miljoen kilogram, en de fosfaatuitscheiding met 23 miljoen kilogram. De grootste bijdrage hieraan werd geleverd door de melkveehouderij, vooral door het houden van minder koeien en jongvee.
Melkvee (Index (2015=100)) | Varkens (Index (2015=100)) | Pluimvee (Index (2015=100)) | Totale veestapel (Index (2015=100)) | |
---|---|---|---|---|
2015 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2016 | 104,3 | 97,6 | 100,2 | 101,4 |
2017 | 107,3 | 98,1 | 94,9 | 102,9 |
2018 | 102,5 | 97,3 | 91,5 | 101,2 |
2019 | 98,9 | 94,4 | 90,3 | 98,4 |
2020 | 101,3 | 92,5 | 88,1 | 98,4 |
2021 | 96,5 | 89,5 | 87,5 | 94,7 |
2022 | 95,2 | 89,3 | 86,9 | 93,9 |
2023* | 97,9 | 85,8 | 85,8 | 94,6 |
*Voorlopige cijfers |
Daling fosfaatuitscheiding in dierlijke mest
De fosfaatuitscheiding in dierlijke mest nam af ten opzichte van 2022, en bleef daarmee 5 miljoen kilogram onder het fosfaatplafond van 2023 (150,7 miljoen kilogram). De fosfaatproductie van de melkveesector bedroeg 74 miljoen kilogram. Varkens en pluimvee produceerden samen 55 miljoen kilogram fosfaat. In 2025 wordt het fosfaatplafond verlaagd tot 135 miljoen kilogram fosfaat.
Rundvee (mln kg) | Varkens (mln kg) | Pluimvee (mln kg) | Overig vee (mln kg) | |
---|---|---|---|---|
2015 | 103,6 | 40,1 | 28,3 | 8,0 |
2016 | 100,5 | 39,2 | 28,9 | 6,6 |
2017 | 97,4 | 37,5 | 27,5 | 6,6 |
2018 | 90,7 | 37,6 | 25,8 | 7,7 |
2019 | 85,7 | 36,8 | 25,1 | 7,9 |
2020 | 82,7 | 36,7 | 24,1 | 7,3 |
2021 | 83,2 | 34,5 | 23,2 | 7,1 |
2022 | 86,3 | 34,4 | 22,5 | 7,2 |
2023* | 83,1 | 33,1 | 22,4 | 7,2 |
¹⁾ Derogatiebeschikking Europese Commissie 30-9-2022. *Voorlopige cijfers |
Uitscheiding melkvee afhankelijk van samenstelling ruwvoer
Dat de melkveehouderij meer stikstof maar minder fosfaat produceerde, komt onder andere door de samenstelling van het ruwvoer, zoals kuilgras en snijmaïs. Door weersomstandigheden was het stikstofgehalte van het kuilgras, dat in 2023 aan vee werd gevoerd, hoger, en het fosforgehalte lager vergeleken met een jaar eerder.
Minder stikstof en fosfaat in varkens- en pluimveemest
De uitscheiding van stikstof en fosfaat via de mest van varkens en pluimvee is sinds 2016 gedaald, omdat er minder van deze dieren zijn.
De mestproductie van het overige vee, zoals vleesrundvee, paarden, pony’s, schapen en geiten, bleef in 2023 gelijk aan het niveau van 2022 met 55 miljoen kilogram stikstof en 16 miljoen kilogram fosfaat.
Melkvee (Index (2015=100)) | Varkens (Index (2015=100)) | Pluimvee (Index (2015=100)) | Totale veestapel (Index (2015=100)) | |
---|---|---|---|---|
2015 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2016 | 96,5 | 97,7 | 102,0 | 97,3 |
2017 | 93,4 | 93,5 | 96,9 | 93,8 |
2018 | 84,8 | 93,7 | 91,1 | 89,8 |
2019 | 81,4 | 91,7 | 88,5 | 86,3 |
2020 | 79,4 | 91,4 | 84,9 | 83,7 |
2021 | 80,0 | 86,0 | 81,7 | 82,2 |
2022 | 83,2 | 85,8 | 79,4 | 83,5 |
2023* | 79,9 | 82,5 | 78,9 | 81,0 |
*Voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine – Dierlijke mest naar diercategorie
Relevante links
- Onderzoeksbeschrijving – Productie van dierlijke mest en mineralen