De welvaart van een huishouden (en de huishoudensleden) is gebaseerd op een maat die informatie bevat over zowel het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen als het vermogen van huishoudens. Rangschikkingen van huishoudens naar hoogte van het inkomen en het vermogen zijn hierbij het uitgangspunt. De welvaart van een huishouden is vastgesteld als de som van het cumulatieve aandeel in het totale inkomen van alle huishoudens en het cumulatieve aandeel in het totale vermogen. Op grond van de optelling zijn huishoudens opnieuw geordend van laag naar hoog en in vier gelijke groepen (kwartielgroepen) ingedeeld. Huishoudens in de laagste welvaartsgroep hebben een laag inkomen én een laag vermogen. Naarmate het inkomen of vermogen hoger is, wordt een huishouden in een hogere groep (kwartielgroep) ingedeeld. Huishoudens in de hoogste welvaartsgroep hebben een hoog inkomen én een hoog vermogen. Alle personen in een huishouden behoren tot dezelfde kwartielgroep als het huishouden.
Terug naar artikel