Netwerk Ecologische Monitoring
De monitoring van het NEM is in de eerste plaats gericht op soorten van de Habitatrichtlijn (bijlage II, IV en/of V), omdat deze richtlijn zowel bescherming als monitoring vereist. Bij reptielen zijn dit de gladde slang, de muurhagedis en de zandhagedis. Soorten die niet binnen de Habitatrichtlijn vallen kunnen vaak ook 'meeliften' op de meest beleidsrelevante soorten, zodat effectief alle Nederlandse reptielen nauwkeurig en betrouwbaar gevolgd kunnen worden.