Inkomsten overheid na drie kwartalen 3 miljard euro hoger dan uitgaven

Binnenhof
© Hollandse Hoogte
De overheid behaalde over de eerste drie kwartalen van dit jaar een overschot van 3 miljard euro. Dat is 2 miljard euro meer dan een jaar eerder over de eerste drie kwartalen. De overheidsschuld nam in de afgelopen drie kwartalen met bijna 14 miljard euro af, tot 467 miljard euro, oftewel 45,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Eind 2022 bedroeg de schuld nog 50,1 procent van het bbp. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

Overheidssaldo
JaarSaldo eerste t/m derde kwartaal (mld euro)Saldo vierde kwartaal (mld euro)
2006-3,23,0
2007-6,14,7
2008-2,43,2
2009-25,3-7,3
2010-29,9-4,2
2011-22,5-6,3
2012-21,4-4,2
2013-14,9-4,6
2014-13,0-2,2
2015-11,7-1,7
2016-1,22,1
20176,83,3
201812,3-0,7
201912,32,3
2020-19,3-10,3
2021-15,8-3,6
2022*0,7-1,6
2023*2,6
* voorlopige cijfers

Gestage stijging inkomsten en uitgaven

De overheidsinkomsten, hoofdzakelijk belastingen en sociale premies, namen de afgelopen kwartalen gestaag toe. De inkomsten waren over de eerste drie kwartalen van dit jaar 26 miljard euro hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit is een stijging van bijna 9 procent. De uitgaven van de overheid stegen ook sterk, maar met 24 miljard euro iets minder dan de inkomsten. Doordat de inkomsten met 2 miljard euro meer stegen dan de uitgaven, kwam de overheid onder de streep uit op een iets hoger overschot over de eerste drie kwartalen dan vorig jaar.

Overheidsinkomsten en -uitgaven op jaarbasis1)
JaarKwartaalInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
20081e kwartaal269,1269,0
20082e kwartaal274,0273,3
20083e kwartaal278,8276,5
20084e kwartaal282,1281,3
20091e kwartaal280,1285,7
20092e kwartaal275,8288,1
20093e kwartaal272,6294,7
20094e kwartaal266,7299,3
20101e kwartaal266,4301,0
20102e kwartaal270,2306,2
20103e kwartaal269,9307,2
20104e kwartaal273,7307,9
20111e kwartaal277,7307,7
20112e kwartaal276,9307,4
20113e kwartaal280,7307,5
20114e kwartaal277,7306,6
20121e kwartaal278,2306,2
20122e kwartaal280,4306,5
20123e kwartaal279,0306,7
20124e kwartaal281,4307,0
20131e kwartaal284,6308,5
20132e kwartaal287,1308,7
20133e kwartaal290,5309,7
20134e kwartaal289,8309,4
20141e kwartaal289,2309,3
20142e kwartaal290,6310,3
20143e kwartaal291,6309,2
20144e kwartaal294,4309,5
20151e kwartaal296,4310,2
20152e kwartaal295,9309,9
20153e kwartaal296,0309,9
20154e kwartaal296,1309,5
20161e kwartaal297,7309,4
20162e kwartaal303,0309,8
20163e kwartaal307,9310,8
20164e kwartaal310,1309,2
20171e kwartaal315,1308,9
20172e kwartaal316,7309,6
20173e kwartaal319,4310,4
20174e kwartaal323,5313,4
20181e kwartaal329,0316,1
20182e kwartaal333,3318,9
20183e kwartaal337,5321,9
20184e kwartaal338,9327,2
20191e kwartaal345,1332,0
20192e kwartaal348,9335,5
20193e kwartaal351,8340,2
20194e kwartaal357,1342,5
20201e kwartaal357,0345,4
20202e kwartaal350,2359,2
20203e kwartaal349,7366,6
20204e kwartaal351,4381,0
20211e kwartaal351,9392,3
20212e kwartaal363,7392,5
20213e kwartaal370,5396,6
20214e kwartaal380,7400,2
2022*1e kwartaal386,5399,3
2022*2e kwartaal398,7400,7
2022*3e kwartaal405,8408,8
2022*4e kwartaal416,0416,9
2023*1e kwartaal424,4425,2
2023*2e kwartaal434,2435,9
2023*3e kwartaal442,1441,1
1) gemeten als de som van vier kwartalen

De najaarsnota 2023 van het ministerie van Financiën gaat uit van een tekort van 18,3 miljard euro voor heel 2023, oftewel 1,8 procent van het bbp. Om voor heel 2023 uit te komen op een tekort van 18,3 miljard euro zou de overheid in het laatste kwartaal van dit jaar 21 miljard euro meer moeten uitgeven dan zij aan inkomsten ontvangt. Het grootste tekort over een vierde kwartaal werd tot nu toe behaald in 2020 toen de overheid in het laatste kwartaal 10 miljard euro meer uitgaf dan ze binnenkreeg. In dat kwartaal hadden de coronamaatregelen van de regering een groot opwaarts effect op de overheidsuitgaven.

Schuldquote verder gedaald

De schuld van de overheid nam in de afgelopen drie kwartalen met bijna 14 miljard euro af, tot 467 miljard euro. Hierdoor kwam de schuldquote uit op 45,9 procent, de laagste stand in 15 jaar. De daling van de schuldquote in 2023 kwam voor twee derde door de toename van het bbp. De afname van de schuld in euro’s droeg, met iets meer dan 1 procentpunt, voor een derde bij aan de daling van de schuldquote.

In de recente najaarsnota schat het ministerie van Financiën in dat de schuldquote aan het eind van dit jaar uitkomt op 47,6 procent, wat 1,7 procentpunt hoger is dan de gerealiseerde stand aan het eind van september van dit jaar.

Schuldquote
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Schuldquote (% bbp)
20081e kwartaal6043,9
20082e kwartaal6043,8
20083e kwartaal6044,1
20084e kwartaal6054,7
20091e kwartaal6057,5
20092e kwartaal6056,6
20093e kwartaal6057,2
20094e kwartaal6056,8
20101e kwartaal6057,6
20102e kwartaal6059,2
20103e kwartaal6059,0
20104e kwartaal6059,3
20111e kwartaal6059,4
20112e kwartaal6060,4
20113e kwartaal6061,1
20114e kwartaal6061,7
20121e kwartaal6062,5
20122e kwartaal6064,0
20123e kwartaal6064,9
20124e kwartaal6066,2
20131e kwartaal6066,6
20132e kwartaal6068,3
20133e kwartaal6067,8
20134e kwartaal6067,7
20141e kwartaal6067,1
20142e kwartaal6068,6
20143e kwartaal6068,1
20144e kwartaal6067,9
20151e kwartaal6068,9
20152e kwartaal6066,7
20153e kwartaal6065,8
20154e kwartaal6064,7
20161e kwartaal6064,3
20162e kwartaal6063,3
20163e kwartaal6061,7
20164e kwartaal6061,9
20171e kwartaal6059,7
20172e kwartaal6059,0
20173e kwartaal6057,2
20174e kwartaal6057,0
20181e kwartaal6055,2
20182e kwartaal6054,1
20183e kwartaal6053,0
20184e kwartaal6052,4
20191e kwartaal6050,9
20192e kwartaal6050,9
20193e kwartaal6049,2
20194e kwartaal6048,6
20201e kwartaal6049,4
20202e kwartaal6055,2
20203e kwartaal6055,3
20204e kwartaal6054,7
20211e kwartaal6055,1
20212e kwartaal6054,1
20213e kwartaal6052,2
20214e kwartaal6051,7
2022*1e kwartaal6050,0
2022*2e kwartaal6050,0
2022*3e kwartaal6048,2
2022*4e kwartaal6050,1
2023*1e kwartaal6048,3
2023*2e kwartaal6046,9
2023*3e kwartaal6045,9
* voorlopige cijfers

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent in een jaar en een maximale schuld van 60 procent van het bbp aan het eind van het jaar. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de coronapandemie heeft de Europese Commissie de Europese begrotingsregels echter tijdelijk opgeschort.