Gemeenten boeken een overschot van 3,7 miljard euro voor 2022
In 2017, 2018 en 2019 waren de uitgaven en inkomsten nog ongeveer gelijk, maar vanaf 2020 waren de inkomsten hoger dan de uitgaven. Het exploitatieoverschot voor bestemming was in 2022 groter dan in 2021, maar kleiner dan in 2020, toen gemeenten een hoge boekwinst realiseerden bij de verkoop van gemeentelijke belangen in een energiebedrijf.
Jaar | Baten (mld euro) | Lasten (mld euro) |
---|---|---|
2017 | 57,535 | 57,271 |
2018 | 58,793 | 58,99 |
2019 | 59,804 | 60,543 |
2020 | 69,528 | 64,944 |
2021 | 67,471 | 65,711 |
2022 | 73,236 | 69,49 |
Exclusief toevoegingen en onttrekkingen aan/uit eigen vermogen. |
Baten 5,8 miljard euro hoger dan in 2021
De inkomsten van gemeenten bestaan uit de inkomsten uit het gemeentefonds, de heffingsopbrengsten en overige baten. De overige baten bestaan uit onder meer specifieke Rijksuitkeringen, huren en pachten, boekwinsten bij de verkoop van aandelen, rente- en dividendopbrengsten, opbrengsten uit grondverkopen en overdrachten van andere partijen dan het Rijk.
Jaar | Gemeentefonds (mld euro) | Heffingsopbrengsten (mld euro) | Overige baten (mld euro) |
---|---|---|---|
2017 | 27,811 | 9,921 | 19,803 |
2018 | 29,304 | 10,153 | 19,336 |
2019 | 31,049 | 10,508 | 18,247 |
2020 | 33,501 | 10,687 | 25,340 |
2021 | 35,272 | 11,375 | 20,824 |
2022 | 40,219 | 11,847 | 21,170 |
De overige baten betreffen onder meer specifieke Rijksuitkeringen, huren en pachten, boekwinsten bij de verkoop van aandelen, opbrengsten uit grondverkopen, rente- en dividendopbrengsten en overdrachten van andere partijen dan het Rijk. |
In 2022 realiseerden de gemeenten 5,8 miljard euro meer aan inkomsten dan in 2021. Het grootste deel van deze stijging betreft het gemeentefonds. In 2022 ontvingen gemeenten 40,2 miljard euro uit het gemeentefonds, in 2021 was dit nog 35,3 miljard euro. Dit komt onder meer doordat de in 2022 ingevoerde energietoeslag via het gemeentefonds wordt gefinancierd. Het Rijk stelde ongeveer 1,4 miljard euro beschikbaar voor 2022. Daarnaast heeft het Rijk via het gemeentefonds extra geld beschikbaar gesteld om de tekorten in de jeugdzorg te compenseren. Ook de stijging van de Rijksuitgaven had een stuwend effect; de omvang van het gemeentefonds is onder meer gekoppeld aan het niveau van de uitgaven van het Rijk. Het gemeentefonds was in 2022 goed voor bijna 55 procent van de gemeentelijke inkomsten. Het belang van het gemeentefonds voor gemeenten is in de afgelopen achttien jaar vrijwel onafgebroken toegenomen.
De heffingsopbrengsten stegen van 11,4 naar 11,8 miljard euro. Er waren vooral meer opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting, parkeerheffingen en de toeristenbelasting. Gemeenten haalden daarentegen 255 miljoen euro minder inkomsten uit de precariobelasting. Dit komt doordat gemeenten vanaf 1 januari 2022 geen precariobelasting meer mogen heffen over kabels en leidingen. De toename van de opbrengsten uit parkeerheffingen en de toeristenbelasting komt vooral door het einde van de coronacrisis.
De overige baten namen toe van 20,8 miljard euro naar 21,2 miljard euro. Dit komt onder andere door de introductie van een nieuwe specifieke Rijksuitkering voor de opvang van Oekraïners. Tegenover deze nieuwe specifieke Rijksuitkering staat dat de coronagerelateerde specifieke uitkering voor de TOZO (Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers) per 1 oktober 2021 is beëindigd.
Sterke stijging opvangkosten
In 2022 gaven gemeenten 69,5 miljard euro uit. Dat is 3,8 miljard euro meer dan in 2021. De gemeenten waren vooral meer kwijt aan het sociaal domein. Aan inkomensregelingen en participatie werd ruim 0,6 miljard euro meer besteed, ondanks dat gemeenten in 2021 nog coronagerelateerde lasten boekten in verband met de TOZO en de TONK (Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten). Dit komt ook door de invoering van de energietoeslag. De grootste kostenstijging betrof echter de andere posten binnen het sociaal domein. Dit zijn kosten die te maken hebben met onder meer de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), jeugdhulp, maatschappelijk werk, de aanpak van huiselijk geweld en vluchtelingenopvang. Deze lasten stegen van 15,3 naar 16,9 miljard euro. De stijging komt vooral doordat gemeenten in 2022, in tegenstelling tot in 2021, kosten hebben gemaakt voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Aan de batenkant staat hier een specifieke uitkering van het Rijk tegenover. Daarnaast namen de zorgkosten iets verder toe.
2022 (mld euro) | 2021 (mld euro) | |
---|---|---|
Sociaal domein overig 2) | 16,923 | 15,310 |
Sociaal domein: Inkomensregelingen en participatie | 13,148 | 12,592 |
Bestuur en ondersteuning 1) | 11,109 | 10,510 |
Volksgezondheid en milieu | 5,882 | 5,826 |
Cultuur, sport en recreatie | 5,602 | 5,372 |
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing | 5,470 | 5,103 |
Verkeer, vervoer en waterstaat | 4,301 | 4,082 |
Onderwijs | 3,044 | 2,897 |
Veiligheid | 2,383 | 2,219 |
Economie | 1,630 | 1,800 |
1) Exclusief onttrekkingen/toevoegingen uit/aan eigen vermogen. 2) Onder "Sociaal domein overig" zijn de taakvelden Algemene voorzieningen incl. wijkteams, Maatwerkvoorzieningen (WMO), Maatwerkdienstverlening 18-, Maatwerkdienstverlening 18+, Geëscaleerde zorg 18- en Geëscaleerde zorg 18+ opgenomen. |
Eigen vermogen stijgt naar 39,7 miljard euro
Door het exploitatieoverschot nam het eigen vermogen toe, van 35,9 naar bijna 39,7 miljard euro. Het eigen vermogen is het verschil tussen de waarde van de bezittingen en de schulden. De waarde van de bezittingen nam toe met 4,2 miljard euro. De hoogte van de schulden veranderde weinig. Gemeenten losten per saldo af op hun leningen bij financiële instellingen, maar leenden meer van provincies en van elkaar.
Jaar | Eigen vermogen (mld euro) |
---|---|
2017 | 30,472 |
2018 | 30,273 |
2019 | 29,471 |
2020 | 34,081 |
2021 | 35,875 |
2022 | 39,651 |
Korting gemeentefonds per 2026
Het Rijk is van plan om per 2026 het gemeentefonds te korten. Ook wordt vanaf dat jaar de koppeling tussen de Rijksuitgaven en het gemeentefonds geschrapt, en wordt de omvang van het gemeentefonds gekoppeld aan het bruto binnenlands product.