Mensen met weinig vertrouwen in instituties haalden minder vaak coronaprik

© ANP / Robin Utrecht
Mensen met weinig of geen vertrouwen in instituties zoals de gezondheidszorg en Tweede Kamer zijn minder vaak gevaccineerd tegen het coronavirus dan degenen met (veel) vertrouwen. Daarnaast zijn mensen die vrijwilligerswerk doen, actief zijn bij een vereniging, of betaald werk hebben, relatief vaak gevaccineerd. Dit blijkt uit het rapport ‘COVID-19-vaccinatiegedrag’ van het CBS.

Het CBS onderzocht onder andere verschillen in vertrouwen in instituties tussen mensen die minstens één coronaprik kregen, en mensen die dat niet deden of geen toestemming  gaven om hun gegevens te delen. Hierbij is gebruikgemaakt van de gegevens van ongeveer 30 duizend mensen uit het CBS-onderzoek Sociale samenhang en welzijn 2019 – 2022, en hun vaccinatiegegevens uit het COVID-vaccinatie Informatie- en Monitoringssysteem (CIMS) van het RIVM.

In totaal heeft 86 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder minstens één vaccinatie tegen het coronavirus gehaald. Mensen met weinig of geen vertrouwen in de Tweede Kamer zijn minder vaak gevaccineerd tegen het coronavirus (83 procent) dan degenen met (veel) vertrouwen (91 procent). Bij vertrouwen in de gezondheidszorg is een soortgelijk beeld zichtbaar. Van de mensen die aangaven weinig of geen vertrouwen te hebben in de gezondheidszorg is 80 procent gevaccineerd, van degenen met (veel) vertrouwen in de gezondheidszorg is 89 procent gevaccineerd.

COVID-19-vaccinatiegraad naar vertrouwen, 2019-2022
Vertrouwen institutiesCOVID-19-vaccinatiegraad (% personen van 15 jaar of ouder dat gevaccineerd is)
Vertrouwen in
Tweede Kamer
Zeer veel of
tamelijk veel
90,6
Niet zo veel of
helemaal geen
83,3
Vertrouwen in
gezondheidszorg
Zeer veel of
tamelijk veel
89,3
Niet zo veel of
helemaal geen
80,1

Hoger vaccinatiepercentage bij maatschappelijke participatie

Mensen die actief deelnemen in de maatschappij zijn vaker gevaccineerd dan mensen die minder actief deelnemen in de maatschappij. Van de mensen die vrijwilligerswerk deden is 88 procent gevaccineerd en van de niet-vrijwilligers is dat 84 procent. Ook zijn mensen die nooit actief zijn bij een vereniging minder vaak gevaccineerd (82 procent) dan degenen die minimaal een keer per week actief zijn bij een vereniging (90 procent). Mensen (tot 65 jaar) met betaald werk zijn vaker gevaccineerd (85 procent) dan mensen zonder betaald werk (78 procent).

COVID-19-vaccinatiegraad naar maatschappelijke participatie, 2019-2022
ParticipatieCOVID-19-vaccinatiegraad (% personen van 15 jaar of ouder dat gevaccineerd is)
Vrijwilligerswerk
Ja88,1
Nee84,0
Actief bij een vereniging
Minimaal 1x per week90,2
Minimaal 1x per maand88,3
Minder dan 1x per maand88,4
Nooit82,1
Betaald werk (15-65 jaar)
Ja84,9
Nee77,5

Sociaal contact niet gerelateerd aan vaccinatiekeuze

Er is ook gekeken naar mogelijke verschillen tussen mensen met veel of weinig sociaal contact. Daar zijn geen verschillen gevonden tussen de groepen. In de groep die wekelijks contact heeft met familie, vrienden of buren, is het aandeel gevaccineerden bijna even groot als in de groep die minder contact heeft. Ook mensen die informele hulp geven, bijvoorbeeld mantelzorgers, zijn net zo vaak gevaccineerd als mensen die geen informele hulp geven: in beide groepen is rond de 86 procent gevaccineerd.