Lage-inkomensgrens

Een laag inkomen is een inkomen dat, omgerekend naar een inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht vertegenwoordigt dan een bedrag van 13 500 euro per jaar, 1 130 euro per maand (in prijzen van 2021). We spreken dan ook wel van armoederisico.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het besteedbaar inkomen van een huishouden (exclusief huurtoeslag) omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen, waarbij wordt gecorrigeerd voor het omvang en samenstelling van het huishouden. Het gestandaardiseerde inkomen ligt in 2021 onder de lage-inkomensgrens als het minder is dan 13 500 euro per jaar (1 130 euro per maand). Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979, toen deze op zijn hoogst was. Studentenhuishoudens en huishoudens met een onvolledig jaarinkomen blijven buiten de doelpopulatie.

Wanneer een huishouden vier jaar of langer een laag inkomen heeft, dan spreken we van een langdurig laag inkomen of een langdurig armoederisico.